GEZICHTSEINDE (n. n.)
FILTERS
LINKED QUOTATIONS
Quotation
Wat het woord Harmoge belanght, het schijnt maer alleenlick een onondervindelicke Konst-grepe te beteyckenen, door welcke d’allerbehendighste Konstenaers onghevoelighlick en steelsch-wijse van d’eene verwe in d’andere vallen, sonder datmen de rechte verwisselingh en ’t rechte afscheydsel der selvigher verwen eenighsins kan bespeuren. Wy oordeelen ’t oversulcks niet onghevoeglick tot breeder verstand van dese Harmoge, ofte dit verschiet, een exempel of twee uyt de nature voord te brengen. Want indien wy de gantsch seldsaeme vermenghinge van Zee en Lucht in haer ontwijcken ende ververren oyt hebben aenghemerckt, het en kan ons niet onbekent sijn, hoe wijse beyde ontrent den Horizont ofte ontrent den ghesichteynde, uyt ons ghesicht verliesen; dewijsse nae haer verflauwende verschiet sachtelick in malckander loopen, sich in eenen bedommelden nevel-mist soo wonderbaerlick vereenighende, dat het ons onmogelick is ’t rechte affscheydsel der selvigher aen te wijsen, siet Stat. Papinius Lib. V. Thebaid. Daer is noch in den reghen-boghe een klaerer bewijs van sulcken verschiet der verwen te vinden. Want alhoewelmen in dit veelverwige wonder-werck der nature een groote verscheydenheyd der Coleuren ghewaer wordt, nochtans kanmen niet sien dat de selvighe erghens hardelick aen malckander stooten, dewijlse door een seer aerdigh ververuwde verdrijvinghe niet alleen sachtelick in malckander schijnen te vloeyen, maer oock uyt malckander te groeyen; offe schoon in haere uyterste deylen dapper verschillen, evenwel wordense een in ’t raeken; wantse weder-sijds in haeren tusschen grond soo gantsch soetelick verdwijnen, dat men noch d’eene noch d’andere bescheydenlick sien kan; ende in stede van d’een of d’ander vindt men maer alleen de verstervinghe van twee verwen, die allenghskens verbleyckende heymelick in malckander worden versmolten, siet Ovid. Lib. VI. Metamorph. en Seneca Lib. I. Nat. quaest. Cap. 3.
[Suggested translation, Marije Osnabrugge:] What the term Harmoge is concerned, it appears to just mean an invisible Art-practice, by which the most able Artists move inappropiately and furtively from one colour to the next, without any possibility to perceive the real change and the real border of the same colours. For this reason we do not find it unseemly to produce an example or two from nature to futher understand this Harmoge or chromatic degradation. Because if we have ever seen the rather rare mixing of Sea and Sky in its reclining and distancing, it cannot be unknown to us, how we lose them both out of sight near the Horizon or the vanishing point; the manner in which they softly flow into eachother towards the fading chromatic degradation, uniting themselves so miraculously in a damp fog, that it is impossible to us to point out its true border, see Stat. Papinius (…). In the rainbow we can find an even clearer proof of such a degradation of colours. Because although one becomes aware of the great diversity of colours through this multicolour miracle-work of nature, nevertheless one cannot see that they bump harshly against eachother somewhere, while they appear to not only softly flow into eachother through a very fine painted diminuition of colours, but also grow away from each other; although they differ very much in the outer parts, yet they become one in touching; as they disappear so sweetly in their shared space, that one cannot see one or the other separately; and instead of one or the other one only finds the corruption of two colours, that are secretly melted into eachother by gradually fading, see Ovid (…).
The terms verschiet, verdrijving and versterving are difficult to translate to English. I have chosen the terms degradation (of colours), diminuition and corruption. The user is advised to carefully reconsider these suggested translations. [MO]
Conceptual field(s)
Quotation
Aldus verdreven wesende, salmen onder het uyterste van het Landtschap, boven ’t flaeuwste, ofte daer de Locht achter de Berghen, en beneden den Orizont of Zichteynder schijnt te gaen, een geheel dun Masticot strijcken, leggende alsoo een streeck langhs het voorschreven Landtschap, of Berghen, en drijven dan alsoo van onderwaerts, naer het Purperken toe, tot het daer in smelte en sich verliese: ’t Welck met een luchtige en veerdighe handt sonder daer in te knoeyen wil gedaen wesen, want anders wort het vuyl, en loopt somtijdts oock wel perijckel om door ’t Papier heen te arbeyden.
[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Once it is diminished like that, one should thinly apply Massicot, under the far end of the Landscape, above the weakest, or there where the Air appears to go behind the Mountains and beneath the Horizon, as such placing a line along the aforementioned Landscape, or Mountains, and blending it then from below, towards the Purple, until it melts in it and is lost: Which should be done with a loose and competent hand without messing with it, because otherwise it will become dirty, and sometimes also runs the risk to come through the Paper.
Conceptual field(s)
Quotation
Door de volgende Voor-beelden sal de Kundschap aangaande den loop der Ployen ten opsigt harer doorsigtkundige stand, soo klaar konnen verstaan werden, datter geen lange verklaring over sal afgevorderd werden. Gy siet buyten twijffel in de volgende Vertoog-schets met R. geteykend [reference to illustration, ndr.], seer wel hoedanig het met de stand en plaats van twee Gekleede Vrouw-beelden gelegen is. Laat ons houden dat ontrent A. ’t vast gestelde Punt van het Oog in de Sigt-eynder is, soo vat gy wel, hoedanig en waarom de trekken der Ployen, na datse min of meer ver af van ’t geseyde Punt zijn, of boven of beneden de Sigt-eynder gesien werden, groote verandering in haar Loop ondergaan moeten: Want gelijk de Trekken van de Ployen ontrent B. C. by na regt zijn, om datse deun by A. zijn; soo zijn die van D. E. F G. H. met haar Kring of Omtrek soo veel grooter en ruymer om haar Punt betrokken, of Boogs-gewijse omgebogen, alsse verder van ’t selve Punt A. komen af te wijken. En gelijk dese deelen D. E. F. G. H. alle boven de Sigt-eynder komende, na boven ombuygen, soo verstaatmen ligt dat de Ployen, die om de spanning der Beenen ontrent I. vallen, noodwendig na beneden omgebogen, in haar Loop moeten vallen, om datse beneden de geseyde Gesigt Linie komen, en dat een van dese Leden in stand veranderende, of dat d’een of d’ander Erm anders gestrekt wierd, de Gesigt-stand der Ploy-ing ook veranderen sou. Daar is dan waarlijk een Perspective in de Ploy-ing der Kleedingen en Leden waar te nemen.
[suggested translation, Marije Osnabrugge:] By means of the following Examples the Skill of the fall of Folds with regard to their position of perspective, will be understood so clearly, that there will be no need for a long explanation. Without a doubt you will see very well in the following Illustration, numbered R., [ndr: reference to illustration] to what degree it depends on the position and place of two Dressed Female figures. Let us remember that regarding A. the viewpoint is in the Horizon, as such you will understand how and why the characteristics of the Folds, after they are somewhat removed from said Point, or are seen above or below the Horizon, have to undergo a great adaptation in their fall: Because like the character of the Folds near B. C. is almost straight, because they are tight near A.; as such those of D. E. F. G. H. are so much greater and wider with their Circle or Contour around its Point, or Arch-wise bent, whenever they start to diverge further from that same point A. . And, as the parts D. E. F. G. H. all come above the Horizon, they bend upwards, as such one easily understands that the Folds near the tightening of the muscles around I., necessarily have to fall downwards in their Fall, because they come below the said Horizon, and that – if one of these Limbs would change position, or if one or the other arm would be stretched differently – the Viewpoint of the Folds would also change. As such one can truly perceive a Perspective in the Folds of the Clothing and Limbs.
Conceptual field(s)
Quotation
{Men stelt vier deelen in de Logt.} ’t Is noodig, hoewel alles in de Logt ongevoelig verflaauwt nogtans ordres halven, en om d’inbeeldinge te voldoen tot het regt aanleggen en koloreeren, eenige deelen in zijn Logt te aanmerken, als men des zelfs gantsche breete in ’t tafereel verkooren heeft, en zo stellen w’er vier zullende dus alle zoorten van logten en haare werkingen in landschap en wateren verklaaren, daarze sagt in saamensmelten.
{Helderen Logts.} Wy vangen dan aan met een heldere Logt, diewe na die gesegde trappen van onder af van om laag na ’t toppunt zullen verklaaren.
{Eerste deel van agteren.} ’t Eerste deel, omtrent de gezigteinder schildertmen met smalt of ultramarijn, met wit vermengt en een weynig lak, om te doen wegwijken; en hoe nader aan de gezigteinder, hoe meer dit moet plaats hebben: gelieft ‘er iemand wat ligten oker by te doen, wy laaten hen dat vry.
{Tweede.} ’t Tweede deel, datwe als nader ’t oog, wat breeder volgens de regulen van de doorzigtkunde nemen, wilt na dat het ’t eerste deel naader komt of verder daar van afwijkt, de lak en ligten oker van de mengelinge des eersten deels vry en wel in ’t naaste op de helft vermindert hebben.
{Derden.} En om dezelve reeden moetmen in ’t derde deel gants weynig lak gebruiken, en veel minder ligten oker, {Vierde.} gelijk als het vierde deel, alleen smalt of ultramarijn en wit begeert.
[translation: BEURS, en préparation, transl. Myra Scholz:] {We divide the sky into four parts} Even though everything in the sky blends together in imperceptible degrees, it is necessary nevertheless, in order to arrive at an orderly approach and clear ideas for a proper composition and coloring, to identify a few parts of the sky, if one has chosen to include its entire expanse in the picture. We therefore posit four of them, and will explain all the kinds of sky and their effects on landscape and water, where they gradually melt together. {Clear sky}We begin then with a clear sky, which we will explain in terms of the parts mentioned, starting from the lowest and proceeding to the highest point. {First part in the background} The first part, around the horizon, is painted with smalt or ultramarine mixed with white and a little lake in order to make it recede, and the closer it is to the horizon the more it must recede. If someone wants to add a little light ochre, he should feel free to do so. {Second part} The second part, which in keeping with the rules of perspective we make larger, will need approximately half of the lake and light ochre used in the mix of the first part, depending on whether it is nearer or further away from the first part. {Third and fourth part} And for the same reason very little lake should be used in the third part, and much less light ochre, while the fourth part requires only smalt or ultramarine and white.
In the German translation, six parts are distinguished instead of four. [MO]
Conceptual field(s)
Quotation
De wolken dan in een eerst helder aangelegde Logt stoffeert men nevens ’t blaauw op ’t hoogste met smalt, lak en swart en wit, en een weinig bruin, als het blaauw is, en men hoogtze op met de koleur die naast by den gezigteinder is.
[translation: BEURS, en préparation, transl. Myra Scholz:] The clouds, then, in a sky first painted as clear, are added beside the blue in the uppermost part with smalt, lake, black, and white, also a little brown if it [i.e. the sky behind them] is blue, and they are heightened with the color closest to the horizon.
Conceptual field(s)
Quotation
{Wonderlijke veranderlijkheid.} Om nu in de avondlogten veele wonderlijke veranderingen in te voeren, kanmen de Zonne van een tot agt graden wel verbergen onder den gezigteinder: en dan overweegen, wat al speelingen, straalingen door weersteutinge en straalbuiginge tot ons oog konnen komen, en dikwils zig in ’t bespiegelen van zoodanige lugten oeffenen, om de inbeeldinge en vernuftige uitvindingen veerdiger te maaken, […]
[translation: BEURS, en préparation, transl. Myra Scholz:] {Amazing variations, transition to the night}In order to introduce many amazing variations into the evening sky, one can conceal the sun between one and eight degrees below the horizon and then consider all the play and radiance caused by the bouncing and bending of light rays that can strike our eye, and practice diligently the mirroring of such skies in order to hone one’s perception and skills.[…]