DOMMELEN (v.)
TERM USED IN EARLY TRANSLATIONS
/FILTERS
LINKED QUOTATIONS
Quotation
{Doeselen, en algemeen gebreck van ’t selve.} Nu, de derde manniere van handelinge die noemtmen Doeselen; ’t welck geschiet door Boom-wol in een Schaght gesteecken, waer mede datmen de Schaduwen diemen Gearseert ofte liever Gereuselt heeft, in malkander Doeselt, dommelt en verdrijft; dat oock wel met een stomp of afgesleten Pinceel kan gedaen worden. Doch alsoo dese mannier wat sijmelachtigh, myser, en niet seer Schilderachtigh is, maer veel eer ’t Werck vande Leer-Jongens der Silversmits en Steen-houwers gelijckt; soo willen wy daer niets van seggen, als ’t gene ons daer in tegen-staet: namentlijck, datmen door het Doeselen gemeenlijck in een steenachtige Stijfvigheyt, in voosigheydt, en in verbreeckinghe vande snelle schaduwen, en vlacke parthyen vervalt; ten ware eenige kleynen en Curieuse dingen, of datmen het met groote voorsichtigheydt, gedult en langen arbeyt konde doen, sonder daer door inde geseyde gebreecken te vallen, gelijck wy wel soodanige ghehandelt hebben gesien, die seer goet waeren, maer was al voor wat onghemeens te houden.
[suggested translation, Marije Osnabrugge:] {Doeseling and the common flaw of it.} Now, the third manner of handling one calls the Doeseling; which is done by placing Cotton in a shaft, with which one doeseled, smoothens and diminishes the shadows that one has Hatched or rather Roeseled; which can also be done with a blunt or worn Brush. Yet while this manner is a bit vague and not very Painterly, but quickly appears to be the Work of the Pupils of Silversmiths and Stone-cutters; as such we will not say much about is, except that which we do not like: namely, that by doeseling one commonly lapses into a stony stiffness, in fuzziness, and in the interruption of quick shadows and flat parts; unless it were some small or curious things, or one would do it with great caution, patience and long labor, without falling into the aforementioned flaws, as we have seen things done that way, which were very good, but this is uncommon.
Conceptual field(s)
Quotation
Daar is geen beeter Manier om op wit Papier te teekenen, (’t zy Beelden of Landschap, en die zulke goede Inleidinge geeft, tot de Graveer of Etskunde,) als met Rood-aard; ’t geen lieffelyk in ’t aanschouwen, maar smettelyk in ’t handelen is, doch niet met fyne streepen, gelyk de jonge Graveerders gemeenlyk doen, of het zo genaamde Dommelen; maar het Kloeke Artzeeringe, en nooit meer dan twee of driemaal over elkanderen geslaagen, door de welke men verkrygt een vaste hand, en kennisse van ’t beloop der dingen diemen voor heeft, naar haar hoedaanigheid, rond, of kantig; als Naakt, Kleedinge, Gronden en Steenen, met de verkortinge of Perspektief: alzo doende, zullen wy het regte spoor koomen te volgen, en ongevoelig geraaken, tot de fraaje handeling van ’t wit Kreon.
[suggested translation, Marije Osnabrugge:] There is no better way to draw on white paper, (whether figures or landscape, and which gives such good introduction to the art of engraving and etching,) than with red earth; which is lovely to see, but messy to handle, although not with thin lines, as the young engravers generally do, or the so-called dommelen; but the strong hatching – never more than two or three times on top of each other – by which one gets a steady hand and knowledge of the way of things that one intends [ndr: to make], round or sharp; such as nude, drapery, ground and rocks, with foreshortening or perspective: by doing this, we will eventually come to follow the right track and become insensitive to the beautiful handling of the white crayon.