PLOOI (n. m.)

FALTE (deu.) · FOLD (eng.) · PLI (fra.)
TERM USED AS TRANSLATIONS IN QUOTATION
PLI (fra.)
TERM USED IN EARLY TRANSLATIONS
/ · FALTE (deu.)
REINEKE, Anika, RÔHL, Anne, KAPUSTKA, Mateusz et WEDDIGEN, Tristan, Textile Terms: A Glossary, Berlin, Gebr. Mann Verlag, 2017.
TERRENATO, Francesca, Vestiti di carta : le « Vite » di Giorgio Vasari e lo « Schilder-boeck » di Carel van Mander, Roma, Bagatto Libri, 2004.

FILTERS

LINKED QUOTATIONS

5 sources
14 quotations

Quotation

9 Een Laken salmen te leeghe niet schorten {Vatten en schorten des lakens.}
Om de lenden, noch niet hanghen t'ondeghen:
Wel lettend' op t'spannen en neder storten,
Op uyt en in gaen, wech schieten, vercorten.{VVt en in gaen der ployen.}
Der ployen, nae sy van aerdt zijn gheneghen,
Hier oock d'elder verhaelde seven weghen,
Oft roeringhen, niet en dienen vergheten,
Waer men meest sal nijpen dientmen te weten.

[D'après NOLDUS 2008, p. 155:] 9 On doit ceindre d’un Tissu les reins, en ton pas les hanches ; et il faut éviter qu’il pende de travers. Faites attention à la tension et à la chute, aux plis qui forjettent ou s’enfoncent, se fondent {Les plis ressortent et s’enfoncent.} ou sont vus en raccourcis, selon leur nature. Il ne faut pas oublier ici les sept directions ou mouvements dont j’ai parlé ailleurs. On doit savoir où il faut le plus pincer le Tissu.

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis

Quotation

12  Ghelijck als uyt den Boom wassen de tacken,{De ployen uyt malcander oorsprongh nemende van yet dat uyt steeckt, oft verheft.}
Laet de vouwen uyt malcander beclijven:
Sack-ployen vermijdt, datter in’t ontpacken {Sack-ployen te vermijden.}
Des Lakens ghevonden niet worden sacken,
Wanneer men dat mocht uyt recken oft stijven,
En maeckt datmen altijt mach sien waer blijven
En beginnen u vouwen oft pinsueren,
Ghelijck men dat sien mach in der natueren.
 
13 Boven al dient wel een dinghen besproken, {Eyndt en begin der ployen.}
Te weten, datmen confuys en swaermoedich {Confusie der ployen mijden.}
Niet en sal het Laken te seer verkroken,
Als oft al waer verdouwen en ghebroken: […]

[D'après NOLDUS 2008, p. 156:] 12 De même que les branches poussent de l’Arbre, faites naître les plis les uns des autres. {Les plis naissent les uns des autres à partir d’un endroit saillant. Évitez les plis en forme de sac.} Évitez les plis de poche, pour qu’il ne reste pas de poche informe si on déplie les Tissus, si on les tend ou les étire. Et faites en sorte qu’on puisse toujours voir où commencent et où vont vos plis et vos pinces, {Début et fin des plis.} comme on peut le voir dans la nature. 13 Avant tout, il faut bien se mettre d’accord sur une chose : il ne faut pas trop froisser le Tissu {Évitez la confusion des plis.} avec des plis confus et laborieux, comme si tout était complètement usé, et élimé. Sur ce point, nos Prédécesseurs ont beaucoup erré : […]

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis

Quotation

Aengesien dat den Liefhebber in ’t vervolgh van dese Verlichterie-Kunde, dickwils van het aenleggen, schaduwen, diepen en hoogen sal gewaeght vinden, als zijnde de voornaemste doeningen in ’t oeffenen der Water-Verwen; soo sal het noodigh zijn, kortelijk van elcks yets tot grondighe verstaningh daer van aen te mercken, wantmen sonder grondige kennis daer van te hebben, tot de volkomene oeffeninghe deser Konste niet en kan komen.
Wy beginnen dan eerstelijck het aenleggen te verklaren, zijnde het begin van alle wercken diemen in dese Konst wil aenvangen. Aenleggen dan is, soo wanneermen eenigh dingh, met eenerhande Coleur van Verwe diemen daer toe verkiest, na sijn believen vlack en eenparigh aenleyt en simpel overdeckt, sonder eenighe schaduwe of dagh waer te nemen. Aengeleyt zijnde, soo volght wanneer dat Coleur droogh is, datmen het uytschaduwe en verdiepe, ghelijckwe dat doorgaens in ’t vervolgh soo sullen noemen; en geschiet op die gront, welcke te vooren aengeleyt is; sulcks geschiet altijt door een Verwe welcke veel vetter, stercker ofte bruynder is, als die daer sy mede beleyt is: waer door dan de Parthyen van doncker en licht onderscheyden en afgepaelt werden; alsoo datmen de schaduwen, en de vlackheydt der dingen kan beseffen, en siet uytheffen, daer sy te vooren plat schenen;  (…)
Nu de derde waernemingh die is verhoogen, welcke op de lichte plaets van alle dingen, als daer den dagh sonder eenige schaduwe het sterckst opvalt, moet geschieden; en komt dese verhoogingh meest te geschieden op hooge en uytsteeckende parthyen, gelijck aen de Menschen op de Kaecken, boven op de Neus, op het Voor-hooft, Kinne, Schouderen, Borst, Billen, Elleboogh, Knyen, &c. Van gelijcken in Kleedinghen op de ployen, en vlacke deelen der Ledematen die door deselve werden uyt-gedruckt; en voorts alles wat sich boven de vlackte verheft; dit doetmen met een lichter Verwe en blyer Coleur, als daer ’t mede aengheleyt is: en verhooght het alsoo als het na sijn Trap min of meer, na het sterckste licht aerdende, verlicht is, om dat te doen ronden en voorkomen, &c. (…)
de schaduwen nu diemen op het Gront-Papier doet, komen oock over een met de schaduwen diemen in ’t Schilderen met een stercker Verwe over ’t aengeleyde heen leght; de hooghsels komen van gelijcke over een; de diepsels accordeeren met de toetsen, diemen hier en daer inde Teyckeningh inset; invoegen geen onderscheyt tussen het Teyckenen en Verlichterie-Schilderen en is, als de handelingh vande Pinceel, en datmen sich telckens inbeelt dat yeder aangeleyt Coleur daermen op Schilderen moet, een soort van Gront-papier is daermen op Teyckent, en datmen voor die tijt de handelingh van Teyckenen oeffent, diemen wassen noemt. Staet oock noch aen te mercken, datmen de schaduwen, diepsels en hooghsels alle tijt moet schicken, na dat het Coleur vande gront-vlackte is, op welckmen die komt te leggen: want die niet evenredigh zijnde, soo sullense of te hart, indiense te sterck zijn, ofte flets en Kernemelkachtigh by aldiense niet behoorlijck krachtigh en zijn.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] As the Amateur will often find the building up , shadowing, deepening and heightening discussed in the continuation of this Verlichterie-Kunde, as they are the principal actions in the practice of Watercolouring; as such it is necessary, to briefly mention something for the profound understanding of them, because one cannot acquire a perfect practice of this Art, without profound knowledge of it. We start first by explaining the building up, being the start of all that one wants to do in this Art. Building up is, when one builds up a thing, with any Colour of Paint that one choses for it, flat and uniformly as is desired and simply covers, without paying attention to any shadow or light. Built up, once the paint is dry, one continues by shadowing and deepening, as we will call it from now on; and it is done on the ground, which was build up beforehand; it is always done by means of a colour that is greasier, stronger or darker than the one with which it was build up: because of which the Parts of dark and light are discerned and framed; that is, that one can recognize the shadows and flatness of things, and see them rise, while they appeared to be flat before; [...] The third observation now is heightening, which should happen at the light spot of all things, where the light falls strongest without any shadow; and this heightening mostly occurs on high and protruding parts, such as on Humans on the Jaws, on top of the Nose, on the Forehead, Chin, Shoulders, Breast, Buttocks, Elbow, Knees, etc. . Similarly in Clothing on the folds, and flat parts of Limbs that are expressed by it; and furthermore everything that raises itself above the surface; this is done with a lighter Paint and happier Colour, as the one with which it is build up: and heighten it in a way as it is lit up more or less according to its level, towards the strongest light, to round it and make come forward, etc. [...] now the shadows that are made on the grounded Paper, also coincide with the shadows that, in Painting, one places over the first layer with a stronger Paint; the highlights also coincide; the depths accord with the touches, that are placed here and there in the Drawing; and there is no difference between Drawing and Illumination-painting, as the handling of the Brush, and that one often imagines that every applied Colour on which one has to Paint, is a kind of grounded paper on which one Draws, and that one practices the manner of Drawing beforehand, which is called washing. It may also be remarked, that one should always place the shadows, depths, highlights, after the Colour of the ground-surface, on which it is placed: because if these are not corresponding , they will be too hard – if they are too strong – or too weak and Buttermilk-like – if they are not sufficiently strong.

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis

Quotation

En niet tegenstaande wy weten, dat een Knibbelaar of Pluys-pens ons ligtelijk betwisten of loochenen kan, dat de schikking der Kleedingen ook tot de Mensch-kunde behoord; nogtans zijn wy van gedagten dat de Krokering, dat is de Ploying der Draperyen, voor soo veelse de veranderlijke Gesigt-stand der Ledematen noodwendig volgt, in dese verhandeling niet geheel mag uytgesloten zijn. Want gelijk het seker is, datman niet altijd Naakte, maar ook gekleede Beelden in de Schilder en Bootseeerkunde maakt, soo moeten alle verstandige Meesters altijd sorge dragen datmen in de Tafereelen niet alleen bloote Kleedingen daar een Kop met twee Handen en Voeten uyt hangen, maar ook waarachtige Mensch-beelden daar in kan ontwaar werden. Die haar hier in omsigtig wilden dragen, plagten hun Beelden altijd naakt te schetsen, en na datse tot haar Actie wel Geproportioneerd waren, schiktense de Kleedingen daarom heen. En dus kondense door de Natuurlijke schikking der Ployen, de Leden van haar Beelden, in haar Teykenkundige Trek bewaren, en doen sien datter een Mensch onder de Kleedingen stak. De Brodders en Weetnieten daar en tegen, meenen dat het genoeg is, datmen Handen en Voeten siet, en dat de Kop boven ’t Werk van een Kleermaker uytkijkt. Waarlijk sulke Beelden zijn de Kinder-Poppen niet ongelijk, die uyt wat Vodden en Lompen saam getodderd, een gebakken Tronie op de Borst, en twee Handen aan de Mouwen genayt hebben.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] And although we know, that a Miser may easily dispute or deny that the arrangement of the Clothing belongs to the Anatomy as well; nevertheless we are of the opinion that the Creases, that is the Folds of the Drapery, for as far as it necessarily follows the changing Perspective of the Limbs, may not be completely excluded from this discourse. Because as it it certain, that one does not always make Naked, but also dressed Figures in the Art of Painting and Sculpting, as such all wise Masters have to take care that one perceives not only separate Clothes from which a Head and two Hands and Feet stick out, but also true Human figures in it. Those who want to be careful about this, tended to always sketch their Figures naked, and after they were well proportioned with regard to their Action, they draped the Clothing around it. And thus they could preserve the Limbs of their Figures through the Natural arrangement of the Folds, in their Draught, and show that there was a Man underneath the Clothing. The Daubers and Know-nothings on the other hand, believe it is enough, that one sees the Hands and Feet, and that the Head stick out from the Work of the Tailor. Truly such Figures are not unlike Dolls, which are Rags put together, a baked Face on its Chest and two Hands knitted to the Sleeves.

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis

Quotation

Daar is geen ding dat de Gekleede Beelden beter in haar Teyken-kundige Trek sal behouden dan een verstandige schikking der Ployen; die niet alleen de Lichamen der Beelden, om en tusschen de Leden en Koppelingen der Gewrigten aardig als by Partyen moeten Bekleeden, maar ook na de stand des Gesigts, in welk de Leden bewogen zijn, moeten gereguleerd zijn. Dit van sommige niet wel verstaan, maken niet alleen Onsekere, Onmogelijke, Verwarde, Valsche, Onregt-geplaaste en On-natuurlijke Ployen, maar die ook in veel gevallen, in tegenstrijdige stand, Lijn-regt tegen de doorsigt-kuudige Regelen en de houding aan loopen, alswe aanstonds sullen sien.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] There is no other thing that should be preserved better in the Dressed Figures by its Draught than a sensible arrangement of the Folds; that should Dress not only the Bodies of the Figures, around and in between the Limbs and Junctions of Joints nicely as with Parts, but should also be regulated according to the position of the Face, in which the Limbs are moved. This – as it is not understood well by some – do not only make for Uncertain, Impossible, Confused, False and Unrightfully-placed and Un-natural Folds, but also in many cases are in opposite position, completely against the Rules of Perspective and harmony, as we will now see.

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis

Quotation

In ’t algemeen moetmen over allerhande Stoffen en Drapperyen, daarmen de Beelden Schilderagtig, dat is na d’Antike maniere, mede bekleed, aanmerken, datse uyt haar eygen aard en Natuur Vlak, Effen en Ongeployd zijn; en dat hoese Opgevat, Geschort, Gegespt, of om de Leden Vlyen of Gewrongen werden, sy egter altijd uyt haar eygen Natuur, alsse konnen of los gelaten werden, genegen zijn, om tot haar vorige Vlakheyd uyt te vallen; waar uyt seer ligt te verstaan is, dat de Ployen ter plaatse waarse door eenige der geseyde Middelen haar begin, of eerste oorsprong van daan halen, alderkenbaarst en uytdrukkelijxt gesien werden; en dat by goed gevolg die gedeelten der Ployen, die verst van haar oorsprong zijn Flaauwer, Onsigtbaarder en wyer open gespreyd na haar Vlakheyd hellen. Indienwe ’t geseyde door een Voor beeld willen aangewesen hebben; laat ons de neven-gaande Vertoog-schets Q. besien, [ndr: reference to illustration]

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] One should generally remark about all sorts of Fabrics and Draperies, with which one dresses up the Figures in a Painterly, that is after the Antique, manner, that they are Flat, Even and Unfolded in their own character and Nature; and that – no matter how they are Lifted, Girded, Strapped or Arranged or Twisted around the Limbs – they will by nature always be inclined to fall back to their previous Flatness, whenever they can or are let loose; from which it can easily be understood, that the Folds are perceived as most recognizable and pronounced at the place where they have their beginning or first origin by means of the aforementioned Tools; and by logical consequence those parts of the Folds that are the furthest from its origin are Weaker, Less Visible and more widely opened leaning towards Flatness. If we want to have the aforementioned illustrated in an Example; let us look at the accompanying Illustration Q. [ndr: reference to illustration]

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis

Quotation

Wy weten wel dat een Reden-Vitter, die gemeenlijk liever de Konst Regels by d’Ooren trekt dan dat hy die bescheydentlijk soekt algemeen te maken, ons kan tegenwerpen, datmen in het Beeldeken van desen Philosooph [ndr: reference to illustration on p. 333] de Ledematen door de Kleedingen niet al te wel of seer kenlijk siet afgebakend: Doch wanneer wy den bescheyden Oordeelder indagtig maken, hoe grooten onderscheyd daar moet gemaakt werden in de Stoffen, uyt welke de Kleedingen sullen schijnen genomen te zijn, (want in sommige vallen Groote, Sware en Ronde Ployen, andere Stoffen geven Kleyen, Lugtige, Snelle en Kantige Ployen) soo sal ligt gesien werden hoedanig de Swaarheyd en Grofheyd van dusdanig een Laken Kleed, dat na onderen meest los en open hangt, de kennelijke Trek der Leden niet geheel en toe laat.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] We know of course that a nit-picking Rhetorician, who normally prefers to pull on the ears [ndr: literal translation, meaning: to be careless with] of the Rules of Art than trying to appropriate them modestly, may object that one cannot see the Limbs in the small Figure of this Philosopher [ndr: reference to illustration on p. 333] well or specifically defined through his Clothing: Yet when we explain to the modest Judge how one should make a big distinction between the Fabrics, from which the Clothes appear to be made, (as some fall down in Big, Heavy and Round Folds, other Fabrics give Small, Airy, Quick and Sharp Folds) then it will be easily recognized that the Weight and Coarseness of such a Cloth, that often falls down loosely and open, does not really allow for the recognizable Line of the Limbs.

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis

Quotation

Door de volgende Voor-beelden sal de Kundschap aangaande den loop der Ployen ten opsigt harer doorsigtkundige stand, soo klaar konnen verstaan werden, datter geen lange verklaring over sal afgevorderd werden. Gy siet buyten twijffel in de volgende Vertoog-schets met R. geteykend [reference to illustration, ndr.], seer wel hoedanig het met de stand en plaats van twee Gekleede Vrouw-beelden gelegen is. Laat ons houden dat ontrent A. ’t vast gestelde Punt van het Oog in de Sigt-eynder is, soo vat gy wel, hoedanig en waarom de trekken der Ployen, na datse min of meer ver af van ’t geseyde Punt zijn, of boven of beneden de Sigt-eynder gesien werden, groote verandering in haar Loop ondergaan moeten: Want gelijk de Trekken van de Ployen ontrent B. C. by na regt zijn, om datse deun by A. zijn; soo zijn die van D. E. F G. H. met haar Kring of Omtrek soo veel grooter en ruymer om haar Punt betrokken, of Boogs-gewijse omgebogen, alsse verder van ’t selve Punt A. komen af te wijken. En gelijk dese deelen D. E. F. G. H. alle boven de Sigt-eynder komende, na boven ombuygen, soo verstaatmen ligt dat de Ployen, die om de spanning der Beenen ontrent I. vallen, noodwendig na beneden omgebogen, in haar Loop moeten vallen, om datse beneden de geseyde Gesigt Linie komen, en dat een van dese Leden in stand veranderende, of dat d’een of d’ander Erm anders gestrekt wierd, de Gesigt-stand der Ploy-ing ook veranderen sou. Daar is dan waarlijk een Perspective in de Ploy-ing der Kleedingen en Leden waar te nemen.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] By means of the following Examples the Skill of the fall of Folds with regard to their position of perspective, will be understood so clearly, that there will be no need for a long explanation. Without a doubt you will see very well in the following Illustration, numbered R., [ndr: reference to illustration] to what degree it depends on the position and place of two Dressed Female figures. Let us remember that regarding A. the viewpoint is in the Horizon, as such you will understand how and why the characteristics of the Folds, after they are somewhat removed from said Point, or are seen above or below the Horizon, have to undergo a great adaptation in their fall: Because like the character of the Folds near B. C. is almost straight, because they are tight near A.; as such those of D. E. F. G. H. are so much greater and wider with their Circle or Contour around its Point, or Arch-wise bent, whenever they start to diverge further from that same point A. . And, as the parts D. E. F. G. H. all come above the Horizon, they bend upwards, as such one easily understands that the Folds near the tightening of the muscles around I., necessarily have to fall downwards in their Fall, because they come below the said Horizon, and that – if one of these Limbs would change position, or if one or the other arm would be stretched differently – the Viewpoint of the Folds would also change. As such one can truly perceive a Perspective in the Folds of the Clothing and Limbs.

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis

Quotation

Het is myn vast gevoelen dat de Oeffening der plooijen niet volkomen geleerd kan worden, zonder de Leeman te gebruiken; Want wat baat het dat men zich uitmergeld met kleêren uit de Geest te Teikenen als wy ’t leeven voor ons kunnen hebben, zonder welke het onmogelyk is de natuur der Stoffe te doorgronden: daar zich, in tegendeel, veele niet anders oeffenen dan naar de Statuaas en fraaiste printen der beroemste meesters, welke hier in uitgemunt hebben: als Raphaël, Barotius, Guido, Albaan, Pousyn &c; denkende uit dezelfde reeds een gebaande weg te hebben gevonden, om tot genoegzame volkomentheid te geraken, en hun oogmerk te bereiken. Daar men nochtans weet, dat Raphaël voornaamentlyk, die gelegentheid niet gehad hebbende, echter in zyn tyd, de fraayste dingen voor den dag gekomen zyn. Nu zoude men mogen vragen, waarom eenige andere vermaarde Meesters, als Titiaan, Tintoret, Paulo Veronees, Julio Romano, Michel Angelo, Dominiquin, Bassan &c, zo goed daar in niet geoordeeld werden? de reeden is deeze, dat Raphaël het leeven gebruikt heeft, wel te verstaan een Leeman, waar door hy de natuur en eigenschap der Stoffe grondig heeft leeren onderzoeken: alhoewel men hem nogtans zou kunnen beschuldigen dat hy zyn beelden de meesten tyd met eenderly Stoffe kleeden, in voorvallen, daar de verandering genoegzaam verschillende kon geweest hebben. Evenwel moet men bekennen dat ‘er voor, noch naderhand, geen zo ervaren en Konstryk in dezelve geweest is, dan een alleen, te weten Nikolas Poussyn; echter is dit geen wonder; dewyl hy het Natuurlyke leeven onderzocht en gebruikten gelyk hem bewust was dat Raphaël gedaan had, en niet gelyk anderen die alleen zyn werk navolgden: daarom zyn zy ook slegter geweest, hebben minder kennis gehad, en meenigmaal niet van de natuur der stoffe of plooijen geweeten.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] I feel that the practice of the folds cannot be learned completely, without using a manikin; Because what use it that one strains himself with drawing clothing from the mind if we can have the life in front of us, without which it is impossible to comprehend the nature of the fabric: although many, to the contrary, do not train themselves in any other way than with the statues and beautiful prints of the most famous masters, who have excelled in this: like Raphael, Federico Barocci, Guido Reni, Francesco Albano, Nicolas Poussin etc. in the belief they have found a well-treaded road in this, to easily obtain perfection and reach their goal. Although we know, that Raphael in particular did not have this opportunity, but that the most beautiful things came to light in his time. Now we might ask, why some other famous masters, like Titian, Tintoretto, Paolo Veronese, Giulio Romano, Michelangelo, Domenichino, Bassano etc. were thought not to be so good in this. The reason is, that Raphael used the life, that is to say a manikin, through which he has learned to profoundly investigate the nature and character of the fabric: although we could still accuse him that most of the time he has dressed his figures with one type of fabric, in cases where the variety could have easily been different. Likewise we should confess that neither before nor after, none was so experienced and artful in this, than one, that is Nicolas Poussin; however this is no miracle; while he studied and used the natural life, as he was aware that Raphael had done and not like the others who only followed his [ndr: Raphael] work: this is also why they were worse, had fewer knowledge and many times did not know about the nature of the fabric or folds.

term translated by FALTE

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis

Quotation

Ik vroeg eens aan iemand, waarom hy zyn kleêren altyd met dunne ploojen maakte? waarop hy my tot antwoord gaf, geen zin te hebben in zulke dikke ploojen als Paulo Veronees, Titiaan en Rubbens verbeelden. Sommige bederven hun beelden zodanig met het ophoopen van veelderhande ploojen; dat zy daar door t’eenemaal vergeeten, het gebruik der stoffe alleenig gemaakt te zyn, om de partyen der Lichamen daar ze over heen komen, te kleeden en met gratie te bedekken: en niet om dezelve daar mede te belaaden en te vervullen, als of het geheele Lichaam maar een buik, en alle leeden op de verheeven partyen, met zandzakken bekleed waaren. Veele wederom maken hun kleedingen als of het darmen zyn, op de manier van Korton, ziende nergens als zulke printen.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] One time I asked someone, why he always made his drapery with thin folds? To which he answered me that he had no desire to depict such thick folds like Paolo Veronese, Titian and Rubens. Some ruin their figures so much by stacking multiple of folds; that they forget at once that the use of fabric is only made to dress the parts of the body on which they fall and cover them with grace: and not to pile them with it and fill it, as if the whole body is but a stomach and all limbs were dressed with sandbags on the elevated parts. Many again make their draperies as if they are bowels, in the manner of Pietro da Cortona, seeing nothing but such prints.

This section is missing in the German translation. [MO]

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis

Quotation

De Kleedinge waar mede men de Beelden omslingert, moeten zodanig in haar plojen rondom de leeden die zy bekleeden geschikt wezen, datmen op de partyen die door den grootsten dag bescheenen werden, geen ployen ziet die met donkere schaduwe bedekt zyn, noch die ook een al te sterken dag ontfangen: wel oppassende geen valsche ommetrekken te maken, die het beloop der Leeden breeken of doen verliezen, en ook door Schaduwen die al te veel gehakt, en dieper als het naakt van ’t Lichaam dat zy bedekken, konnen wezen, maar de kleedinge moeten zodanig geschikt zyn, dat zy geen kleedinge zonder Lichaam gelyken, dat’s te zeggen ophoopinge van stoffe zonder steunzel. Altyd moet men schoone en grootse partyen van ployen zoeken te krygen, zo veel ’t mogelijk is, en dezelve met goed oordeel plaatzen en stellen. Op de verkortende partyen moeten veel meerder plooyen komen, als op de plaatzen die niet verkorten. In verbeeldinge van velerhande figuren, moetmen vooral in agt neemen verandering in de Kleeding te brengen: te weeten de Stoffen van verscheide soorten, zwaar of licht, naar de waardigheid en overeenkominge der Beelden, tyden, plaatzen en gewoontens: werkende of eenvoudig, volgens de welvoegelijkheid der voorvallen, die min of meer grootsheid nodig hebben, om de bevalligheid en welstand van ’t geheel.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] The clothing which one hangs around the figures should be arranged in such a way in folds around the limbs, that one does not see any folds that are covered with dark shadows on the parts that are lit by the greatest light, nor those who receive a light that is too strong: however paying attention not to make false contours that break the direction of the limbs or derogate them, and also by the shadows that have to be too cut-up and deeper than the nude of the body they cover, but the clothing should be arranged in such a way, that it does not appear to be clothing without body, that is to say a pile of fabric without support. One should always attempt to obtain beautiful and large parts with folds, as much as possible, and place and compose them with good judgement. On the foreshortened parts there have to be much more folds than on the places that are not foreshortened. In the depiction of multiple figures one should especially consider to bring variety in the clothing: that is fabrics of different types, heavy or light, according to the status and accord of the figures, times, places and customs: moving or simple, after the propriety of the situations, that need more or less grandiosity, for the gracefulness and harmony of the whole

term translated by FALTE

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis

Quotation

Stelt dan uw Leeman en schikt daar de lappen op naar u schets: dezelve op verscheidene wyze vast hegtende, en trekkende van de eene zyde naar d’andere, tot dat gy eerst uw voornaamste plooyen hebt, binnen de welke alsdan de andere kleinder met schikken zullen gevonden worden.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Then position your manikin and arrange the cloths on it according to your sketch: attaching them in various manners and pulling from one side to the other, until you first have your principal folds, within which the other smaller [ndr: folds] can then be found by means of arranging.

term translated by FALTE

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis

Quotation

Korton heeft zich niet binnende paalen van Matigheid gehouden, maar zonder onderscheid, de ruimten der ploojen ingevoerd; want de rokken of eerste onderkleêren (hebbende meer vryheid, en by gevolg haar eerste hoedanigheid, het zelve niet zo onderworpen zynde als de geslooten deelen) kunnen onmogelyk vol plojen wezen. Echter gebeurd het veeltyds dat eenige konstenaars, (van wat studie het ook mogen zyn,) wanneer zy in een ander iets zien dat hen behaagt, niet alleen het zelve zullen zoeken naar te bootsen; maar gemeenlyk tot buytenspoorigheid en overtolligheid vervallen: By voorbeeld, een naakt Schilder die de kloekheid van Karats wil opvolgen, zal meest, al zyn beelden ’t zy die oud of jong zyn, als een Herkules verbeelden, hakkende hier en daar stukken uit als of ’t een rotssteen was.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Pietro da Cortona did not stay within the limits of moderation, but filled the spaces of folds without distinction; because the skirt or first undergarments (having more freedom and thus their first appearance, not as suppressed as the closed parts) can impossibly be full of folds. However it happens often that some artists, (of whichever study they may be) when they see something in another that pleases them, will not only attempt to imitate it; but commonly fall into excessiveness and redundancy: For example, a painter of the nude who wants to follow the prowess of Carracci, will often depict all his figures whether old or young as a Hercules, cutting out pieces here and there as if it were a rock.

term translated by FALTE

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis

Quotation

De kleedingen, die met een schoon beloop van plooijen zedig en wel geschikt zyn, zodanig dat de beelden zich daar door onverhinderd met welstandigheid konnen beweegen, zyn zekerlyk de beste; gelyk de doorluchtige Raphaël, Poussyn, en meer andere, die het zuiver Antiek hebben nagevolgd, genoegsaam in hunne Konstwerken hebben doen blyken.

[D'après DE LAIRESSE 1787, p. 306:] Le jet des draperies & la disposition des plis, suivant les formes du nud, ne contribuent pas moins à la perfection des ouvrages de l’art ainsi que le grand Raphaël , de même que son digne émule le Poussin & quelques aures en ont donné l’exemple, en imitant les productions des anciens.

term translated by /
term translated by FALTE

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → vêtements et plis