OPMERKING (n. f.)

ANMERKUNG (deu.) · AUFMERCKUNG (deu.) · OBSERVANZ (deu.) · OBSERVATION (eng.)
TERM USED IN EARLY TRANSLATIONS
/ · ANMERKUNG (deu.) · AUFMERCKUNG (deu.) · INSPECTIO (lat.) · OBSERVATION (eng.)

FILTERS

LINKED QUOTATIONS

3 sources
11 quotations

Quotation

't Is ghewisselick een uyttermaeten groote saeck de waere verbeeldinghen van allerley roerende ende onroerende dinghen in sijn ghemoedt op te legghen; evenwel nochtans is het noch een meerder saecke datmen een levende ghelijckenisse deser inwendigher verbeeldinghen kan uytwercken, voornaemelick indien den Konstenaer niet en blijft hanghen aen dese of geene bysondere wercken der Natuere, maer liever uyt opmerkinghe van d'aller schoonste lichamen die erghens te vinden sijn een volmaeckt voor-beeldt in sijn fantasije indruckt,

[Suggested translation, Marije Osnabrugge:] It is clearly an extremely important case to imprint the true representations of all sorts of movable and unmovable things in one's mind; even so it is an even more important case that one can bring about a living similitude of these inner representations, especially if the Artist does not stick to these or other specific works of Nature, but rather by observation imprints a perfect example of the most beautiful bodies that can be found anywhere in his fantasy.

Conceptual field(s)

CONCEPTS ESTHETIQUES → nature, imitation et vrai
SPECTATEUR → perception et regard

Quotation

[...] oversulcx, als desen grooten Meester [Zeuxis] voor-genomen hadde den inwoonderen van Crotona een uytnemende schoon vrouwelick Beeldt nae te laeten, soo en vond hy het niet gheraedtsaem de gheheele volmaecktheydt van d'aller bevallighste schoonigheydt in een lichaem te soecken, maer hy heeft vijf van d'aller schoonste Maeghden uytghepickt, ten eynde dat hy uyt d'ernstighe opmerckinghe der selvigher de rechte schoonheydt, die nae 't segghen van Lucianus {In Hermetino} noodtsaeckelijck maer een wesen kan, moght ghevinden

[Suggested translation, Marije Osnabrugge:] …in regard to this, as this great Master had resolved to bequeath the inhabitants of Crotona an outstandingly beautiful female Image, he then did not find it wise to search for the complete perfection of the most graceful beauty in one body, but he has selected five of the most beautiful virgins, so that through earnest observation he would be able to find true beauty, which according to Lucianus {…} by necessity can only be one.

Conceptual field(s)

SPECTATEUR → perception et regard
L’ARTISTE → qualités

Quotation

Ten eynde dan dat onse imitatie alsoo gerichtet wierdt, dat wy de voornaemste deughden der ghener, die wy nae volghen behoorelicker wijse mochten uytdrucken, soo en is het niet ghenoegh haere wercken met een loopend ooghe te besichtighen, maer wy moeten de selvighe wederom en wederom in de handt nemen, om alsoo nae een veel-voudighe opmerckinghe de rechte kracht haerer Konste met t'samen oock den Geest waer door sy ghedreven sijn gheweest ons selven ghemeynsaem te maecken,

[Suggested translation, Marije Osnabrugge:] In order that our imitation is then directed as such, that we can express the principal virtues of those whom we imitate in an acceptable way, then it is not enough to behold their images with a fleeting eye, but we should take it in our hands again and again, and thus after a frequent observation make ourselves familiar with the true power of their Art together with the spirit by which it has been driven.

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → apprentissage
SPECTATEUR → perception et regard

Quotation

Die ghene dan de welcke haere ooghen door de daghelicksche oeffeningh van een ghestaedighe opmerckinghe tot dese onmoeyelicke vaerdigheyd van een onwedersprekelick oordeel ghebraght hebben, plagten de meeste kracht haerer Konst-kennisse daer in voornaemelick te bewijsen, datse d’originelen staends-voets van de copijen weten t’onderscheyden. d’Oorspronckelicke wercken die de treffelicke Meesters nae ’t leven selver ghemaeckt hebben, worden alhier door de naem van originele stucken te verstaen ghegeven; de copijen daer en teghen en sijn anders niet dan d’afteyckeninghen, ofte uytdrucksels, ofte afsetsels, ofte naemaelsels diemen nae ’t oorspronckelicke stuck heeft afgheteyckent en naeghemaelt. De rechtsinnighe Konst-kenners plaghten oversulcks ind’oorspronckelicke stucken de volkomene kracht van een levendige bevalligheyd te vernemen; daerse nochtans in de naemaecksels maer allen in de ghebrekelicke lammigheyd van een ontleende welstandigheyd ghewaer te worden. Daer is altijd een bevallighe lustigheyd in alle origineelen te vinden, segt Dionisius Halicarnassensis {In Dimarcho.}, de ghecopieerde stucken daer en teghen, al sijnse noch soo wel uytghedruckt, plagten uyt het een of het ander uyt te wijsen het welck al te seer bearbeydt sijnde uyt de nature niet en schijnt voord te komen. […]

[Suggested translation, Marije Osnabrugge:] Those who have developed their eyes to this tireless ability of an incontradictable judgement through the daily practice of a steady observation, tend to demonstrate the most power of their knowledge of art by knowing to immediately distinguish the originals from the copies. The original works that the competent Masters have made after life itself, are understood here wit the term of original pieces; the copies on the other hand are nothing else than the drawings after it, or the offprints, or casts, or paintings after it that one has drawn or painted after the original piece. The frank Art-connoisseurs tend to perceive the complete power of a lively gracefulness in the original pieces; while they only become aware of the defective wretchedness of a flawed lifelessness in the fakes. There is always a graceful pleasure to be found in all the originals, says Dionisius Halicarnessensis {…}, the copied pieces on the other hand, as competently expressed as they may be, tend to show by one element or another that is too cultivated, to not be originating from nature. […]

Conceptual field(s)

SPECTATEUR → perception et regard

Quotation

De Teyckeningen, Schetsen, ende Printen, moetmen in ’t sien met het verstant ende niet met handt ende ooge gebruycken om daer stucken ende brocken uyt te stelen, {Recht gebruyck der Print-Konst.} veel min om die geheel na te apen (al-hoe-wel dat oock zijn nuttigheyt heeft wanneer ’t wel wort aengeleyt, gelijckw’in onse Teycken-Konst leeren,) ende blijven alsoo geduerlijck door den Bril van een ander kijcken. Maer neen, men moet alleen de deughden, als fraye maniere van ordineeringhe, Teyckeningh, geestige gedachten ende verstandighe opmerckingen, door het besien, hersien, bedencken, overleggen ende herkauwen, trachten in sijn gemoet te drucken, ende daer in, met dickwils eraen te dencken, bewaren; invoegen sy door het toedoen van uwen Geest, niet meer eenes anderen, maer in U eygen vindingen verandert worden: Ten eynde sy oock in het ordineeren, t’samenstellen, ende vercieringen van uwe inventien als wijse Raets-mannen souden konnen dienen. Ende op dese maniere salmen vol van gedachten, vlugge van ordinnantie, rijp ende overvloedigh van Schilderachtige stoffe werden:

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] In observing the Drawings, Sketches and Prints, they should be used with the mind and not with the hand or eye to steal bits and pieces from it, even less to ape it entirely (although this also has its use when it applied well, as we teach in our Teycken-Konst,) {The right use of the Art of Print.} and they will continue to look through the Glasses of someone else. But no, one should aim to only impress the virtues, such as the lovely manner of composition, Drawing, clever thoughts and wise observations in his mind by looking, looking again, reasoning, deliberating and ruminating, and all this by repeatedly thinking about it, preserving; as such they will be turned into your own discoveries by the functioning of your Mind, and not those of someone else: So that they may serve as wise Councilors in the composing, ordering and decorating of your inventions. And this way one will become full of thoughts, quick of composition, mature and abundant of Painterly matter:

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
SPECTATEUR → perception et regard

Quotation

Maer gelijck het wel geraetsaem, ja oock seer noodigh is, datmen inden beginne van sijne Studien andere Brave Meesters navolgt, en tracht in dat gene, in welcke sy gedwaelt hebben, haer te overtreffen, soo moet geweten worden datmen daer ontrent niet alleen yver ende neerstigheyt moet aenwenden, maer oock voor al sich seer wijslijck dragen: {Watter in ’t volgen van andere Meesters moet waergenomen worden.} Want het geleerdelijck navolgen van een groot Meester vereyst vry wat anders, als het simpel Na-Copieeren, dat voor de Jongelingen wel een bequaem middel is, om voor eerst de Pinceel te leeren handelen, de Verwen ende Colorijten te leeren vinden, ende soo voorts: Maer in het Meesterlijck studeeren, ende navolgen daer moet alleen het oordeel sich ontrent de Deughden vande alderbeste dingen oeffenen: ende dat met een sorghvuldige Naerstigheyt, om alles uyt te vorssen, ’t geen daer vanden rechten aert der Konsten in is. Want inde beste Tafereelen, sitten de Deughden somtijts soo diepe verborgen, ende soo konstelijck door het geheele Werck ingewickelt, ende door-vlochten, dat den alderscherpsinnighsten Meester de selve niet als na een lange opmerckingh en bestaet te vatten. Soo dat van een onkundige dickwils de fauten die daer noch in gebleven zijn, best van alles worden opgevolght en ingezogen; {Onkundige volgen de fauten in ’t Copieeren best na.} daerom datmen met een verstandigh en rechtsinnigh oordeel soodanige dingen bestuderen sal, ende en etent niet al voor Suycker op wat van dese of gene groote Meesters voortkomt, invoegen men de gebreecken soo wel als de volmaecktheden tot een wet van navolgingh komt te stellen, even offe uyt respect van hare Meesterschap niet en hadden konnen dwalen: Maer dan kan het navolgen eerst prijswaerdigh en voordeeligh zijn, soo wanneer sy de volle kracht der Konst inde voornaemste dingen heeft getroffen.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Yet as it is advisable, yes also very necessary, that one imitates other Good Masters in the beginning of his Studies, and attempts to surpass them where they have strayed, as such it should be known that one should not only apply ardor and diligence, but also behave themselves very wisely: {What should be observed in following other Masters.} Because it demands something different to intelligently imitate a great Master, than simply Copying After, which is an adequate means for young ones, to learn to treat the brush for the first time, to learn to find the colors and colorations et cetera: But in studying masterfully, and imitating, there only the judgement regarding the Virtues of the very best things should be practiced: and with a careful diligence, to find out everything, which is in it about the true nature of the Arts. Because the Virtues are often soo deeply hidden in the best Paintings, and are so artfully folded and braided into the whole work, that the most perceptive Master cannot assume to understand it but after a long observation. Such that the mistakes that remain in it are often followed the best and taken in by an incapable [artist]; {Incapable artists imitate the mistakes the best in Copying.} which is why with a wise and frank judgement one should study such things and not take at face value [ndr: literally: eat like sugar] everything that comes from this or another great Master, as such one may take the flaws as well as the perfections for a law to imitate, as if out of respect for their Mastery they could not stray: But the imitation will first become praiseworthy and useful, when she has captured the full power of Art in the principal things.

Conceptual field(s)

SPECTATEUR → perception et regard
L’ARTISTE → qualités

Quotation

Aengaende nu de meeste nuttigheyt diemen uyt het navolgen ende bestudeeren van oude ende geleerde stucken moet halen, is, datmen de Konst ende kracht van soodanige Schildery, aen sijne eygen Wercken leert toepassen, en daer in als sijn eygen Werck vertoont, dat is datmen de Deught van een beroemt Meesters Wercken, ontrent ende in een Nieuwe Inventy geleerdelijck oeffent. Hierom is ‘et datmen de Konst-stucken met geen losse, of loopende ooge mach besichten; {Gebruyck uyt het gene men in ’t Copieeren geleert heeft.} maer deselve wel nadencken, ende die bedenckingen andermael hervatten, de stucken in de handt nemen, en bespeculeeren die wel naeuwe door en door, op datmen alsoo na een veelvoudighe op-merckingh, de ware Deught der Konste ende geest door welke soodanigen Meester is geleyt geworden, verstaende, die ons selfs eygen kome te maken. Doet ‘er by dat daerom eenen Jongelingh ontrent de Konst van soodanigen navolgingh, sich moeste versien, met de hulpe ende onderwijsinge van een getrouw Leer-Meester, op dat hy ontrent het gheseyde, sijne onervaerne sinnen ende handen geleerdelijck bestieren mochte.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Regarding the best use that one has to obtain from the imitation and study of old and learned pieces, one should learn to apply the Art and power of such a Painting to his own works, and show it as his own work, i.e. that one intelligently practices the Virtue of the Works of a famous Master regarding and in a New Invention. This is why one should never look at the Art works with a loose or moving eye; {Use from that which one has learned by Copying.} but think well about it and take up these considerations once again, taking the pieces in one’s hands and considering them closely through and through, so that one may appropriate after a multiple observation, understanding the true Virtue of Art and the spirit by which such a Master was driven. Add to this that this is why, regarding the Art of such imitation, a young man must ascertain himself, the assistance and education by a loyal Teacher, so that regarding that which has been said, he may guide his inexperienced senses and hands intelligently.

Conceptual field(s)

SPECTATEUR → perception et regard

Quotation

In die tijt dat eenige Meesters haar in de Mensch kunde verliepen en sommige te kort schoten, hebben sich eenige veel bescheydender aangesteld, {Wat sommige meesters hebben gedaan om de vervalle Menschkunde te XX.} gelijk hunne Tafereelen en printen aanwijsen. Men getuygt van den Florentijnschen Schilder Dello dat hy een van de eerste is geweest onder de moderne, die met een verstandig oordeel de muskelen, volgens de actien en werckingen begonde te vertoonen. Insgelijx werd van den Schilder Rosso verhaald dat hy de Dooden stellswijse ontgroef, en met groote neerstigheyd daar een Anatomie of Menschkunde uyt maakte. Seker die tot de algemeene Lees-oeffening en beschouwing der voorbeelden, beneffens ’t geduurig Teykenen van Academie-beelden, te mets gelegentheyd kan vinden om het dood lichaam van een mensch te sien ontleden, of sulx op een zedige wijse selfs te doen, die heeft de middel in de hand om met opmerking de konstige samenstel van het grootste meesterstuk der schepping wel te doorgronden, en ’t geen hy hier na ’t leven in een doode romp siet, tot de regelen van sijn konst over te brengen.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] In the period when some Masters overestimated themselves in the Anatomy and some failed, some have behaved themselves much more modestly, as their works and prints demonstrate. {What some master have done to XX [ndr: illegible] the decayed Anatomy.} People testify that the Florentine Painter Dello was the first under the modern [ndr: artists], who started to portray the muscles with an intelligent judgement according to the actions and movements. Likewise it was said about the painter Rosso that he systematically exhumed the dead and made an Anatomy out of them with great diligence. Certainly, he who, for the general practice and observation of examples, besides the frequent Drawing of Academy-figures, can also find the opportunity to observe the dissection of the dead body of a man, or do such a thing himself in a decent way, he has the means to penetrate the artful invention of the biggest masterpiece of creation with observation, and to bring that which he sees here after life in a dead corpse into the rules of his art.

DELLO (unidentified)
Modernes (Les)
ROSSO FIORENTINO (Giovanni Battista di Jacopo)

Conceptual field(s)

SPECTATEUR → perception et regard
L’ARTISTE → qualités

Quotation

Soo veel als’er tot noch toe de naam van Konstkenders en beminnaars met waarheyd gedragen hebben, zijn doorgaans van oordeel geweest, dat de Oude overblijffselen der goede statu-Beelden en Half ronden en ’t geen in de bloey-tijd der Schilder en Bootseer-kunde gemaakt is voor de Schoonste in de Konst, en voor de Leerlingen de beste en volmaaktste Voor-beelden te houden sijn. Welke waarheyd van de neerstigen Heer Jan de Bisschop, aangemerkt zijnde, hem ook opentlijk in de Opdragt van sijn vijftig eerst uytgegeven statu-Beelden, heeft doen belijden; dat hy door lange ervarentheyd, in dat gevoelen meer en meer bevestigt was. Want het zy, segt hy, dat we onse meeninge bouwen op d’agting en hoogen prijs, welke voor dusdanige Konstbeelden, al van ouden tijden is betaald geworden, (waar van Cicero, Plinius en andere mannen van kennis; Beneffens de daaglijxse ervarentheyd getuygen konnen zijn:) of dat wy Raphael d’Urbijn, of Michel Angelo en sulke Meesters, ’t selve niet alleen met woorden, maar ook met der daat sien bevestigen; wy sullen bevinden datse hun geheele oeffening dar na gerigt hebben. En voor soo ver, veel eer Roovers dan Navolgers geworden zijn. Waarlijk seyd hy vorder, daar is geen andere reden, dat Vrankrijk, nu in der daat de Kroon spannende, het nu soo ver gebracht heeft, als dat het te Roomen met goede opmerking, de Oude Pronkbeelden wel doorsien, en der selver navolger Poussijn met veel Eer ontfangen, en seer hoog geagt heeft.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] As many as have rightfully carried the name of Connoisseur or lover, they were commonly of the opinion that the Ancient remains of good Statues and Reliefs and all that has been made in the golden age of the art of Painting and Sculpture are the most Beautiful in the Art, and would be the best and most perfect Examples for the Pupils. This truth, recognized by the diligent Mister Jan de Bisschop, who confessed it publicly in the Dedication of his first fifty published Statues; that he had been confirmed in this feeling by his long experience. Since, he says, we either build our opinion on the esteem and high price, which has always been paid for these artful Sculptures, (of which Cicero, Pliny and other men of knowledge – besides the everyday experience – can bear witness of:) or we can see Raphael of Urbino or Michelangelo show it not only with words but with deeds; we will find that they have focused their whole practice on it. And as such, have rather become Robbers than Imitators. Truly, he continued, there is no other reason, that France, which truly beats the lot nowadays, has come this far, than because it has insightfully received the Romans – understanding the Old Statues well – and their imitator Poussin, with much honor, holding them in high esteem.

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
SPECTATEUR → perception et regard

Quotation

Wy zijn altijd van gedagten geweest, datter tot d’uytdrukking van allerhande gevallige Actien en Hertstogten, uyt welk de beste voort spruyten, geen oeffening den Schilder nutter is; dan met goede opmerking vele dingen na ’t Leven af te schetsen; en voornamelijk die dingen, die hem by toeval, en in stilligheyd hier en daar voor komen;

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] We have always been of the opinion, that for the expression of all sorts of charming Actions and Passions, from which the best spring forth, no practice is more useful to the Painter; than to sketch many thing after Life with good observation; and especially those things, that occur to him by accident and occasionally in silence;

Conceptual field(s)

L’HISTOIRE ET LA FIGURE → sujet et choix
L’ARTISTE → qualités

Quotation

En op dat een Schilder-Geest in dit voorname Deel der Menschekunde sich op een bequame en voordeelige wijse sou konnen oeffenen, sal het hem voordeelig zijn, hem een wijle tijd besig te houden in het nateykenen van Anatomie-Beelden, het sy na Pleyster na geboetseerde dingen of na Printverbeeldingen by dese en geene alreede uytgegeven. In welke doen hy de selve met groote opmerking moet beschouwen; en zijn gedagten indrukken. [...] Want die sonder dese voorbereyding tot het Leven, entot het Teykenen van Akademie-Beelden gaat; die is sekerlijk al ziende Blind, en is genoodsaakt by de gist, en by den rast te werken. Wy hebben dan versorgd dat onse Vertoogschetsen der Anatomie-Mannen soodanig afgerigt zijn, datse aangaande de gelegentheyd der Muskelen, den Oeffenaar niet ligt en sullen Verlegen laten; wy voegender by dat soo haast alsmen eenig ligt en grondige Kennis van de selve begind te krijgen, datmen sonder de geseyde oeffening eenigsints de sak te geven, aanstonts sal tot het leven gaan, en sien dat gene dat men in de Anatomie-Beelden geleerd heeft aan de selve over te brengen. En dan sult gy ligt ontwaar werden hoe noodig niet alleen de Voorkennis der Anatomie is, maar ook weten en gevoelen waarom gy uwen tijd om die te leeren verstaan daar in versleten hebt.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] And in order for a Painter’s Mind to practice himself in this important part of the Anatomy in a competent and profitable manner, it will be profitable to him, to occupy himself for a while with drawing after Anatomical Figures, either after Plaster casts, after sculpted things or after print illustrations published by one or another. While doing this, he should observe it with great observation; and imprint it in his thoughts. […]Because someone who moves onto Life, and onto the Drawing of Academy Figures without this preparation; there is certainly none so blind as he who won’t see, and he would be forced to work by guessing and luck. We have then made sure that our illustrations are made such that they will not easily leave a Practitioner in want regarding the subject of the Muscles; we might add that as soon as one starts to acquire some idea and profound Knowledge of it, that one might – without neglecting the aforementioned practice at all – will soon move onto life and manage to convey to it that which one has seen in the Anatomy Figures. And then you will soon understand how necessary not only the Knowledge of Anatomy, but also know and feel why you have spent your time learning to comprehend it.

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
SPECTATEUR → perception et regard