OEFENAAR (n. m.)

FILTERS

LINKED QUOTATIONS

1 sources
1 quotations

Quotation

Wilmen de Schoonheyd van een Tronie in ’t bysonder afgeschetst hebben, men kanse niet onvoegsaam aanwijsen daar in te bestaan, dat men in ’t geheel, noch in het deel niet de minste afwijking daar in kan ontwaar werden. Want men houd voor seker, dat de algemeen wel gemaakte Tronien, niets in haar konnen hebben, ’t geen kenbaar mismaakt is. Het Schoone segt yemand, kan men licht kennen, en ligter met verwondering prijsen en beminnen, dan haren regel of Teyken-kundigen Trek uytvinden, om uyt tedrucken waar in Zy eygentlick bestaat; De Schoonheyd is dan de Schilder-konst een te rugh deysend Voorbeeld, dat al de Oeffenaars verplicht ten alder naasten op d’hielen te stappen.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] If one wants to have the Beauty of a face drawn in particular, one cannot appositely underline that one may not perceive even the smallest deformity in the whole nor in the parts. Because they believe it to be certain, that the generally well-conceived Faces cannot contain anything which is clearly deformed. Someone has said, that one can easily recognize the Beautiful, and more easily praise and love it with marvel, than find out her rule or drawing, to express of what She truly exists; Then Beauty is a returning Example in the Art of Painting, which all its practitioners are obliged to chase after.

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités