KONSTOEFFENAAR (n. m.)

KUNST-ÜBENDER (deu.) · PRACTIONER (eng.) · PRATICIEN (fra.)
TERM USED IN EARLY TRANSLATIONS
/ · ARTIST (eng.) · KUNST-BEGIERIG (deu.) · KUNST-ÜBENDER (deu.)

FILTERS

LINKED QUOTATIONS

3 sources
4 quotations

Quotation

Hier by sal, oock eyndelingh, een verstandigh Konst-oeffenaer moeten weten, dat hy hem boven de study van alle voorgemelde dingen, seer neerstigh besich houdt omtrent het beschouwen van het natuerlijck leven, ende dat in alle voorvallen daer ’t mogelijck is ghebruycken, want datmen sich soude willen laten voorstaen, soo rasmen eenige trappen vande Konst te boven is geklommen, datmen alle de formen, en doeningen van het leven in sijn memorye kan houden, ende tevoorschijn brenghen, soo wanneermen die aan zijn inventien wil toepassen, die soude sich seer dickwils bedrogen vinden; {By alles watmen navorst moet ook vooral het leven gekent worden.} alwaert saecke yemant in alle de voorige studien sich al heel wel geoeffent had: Want het natuerlijck leven is in alles soo rijck, overvloedigh, konstigh en geleert, dat onse geheughnis op verr’na niet machtig is die geheel te bevatten veel min te behouden: Invoegen men noch Wercks genoegh vint om de gedachten besich te houden ontrent de menighte der saecken, diemen in ’t leven niet altijdt en kan bekomen, ten sy slechts in een schemerent oogenblick, of andersins door een krachtighe verbeeldenskracht, die door het sien van veele saecken ende verstandigh begrijp der dingen op-gekoestert ende ondersteunt wort: Welck ontrent het uytstorten van Geestige fantasien veele vermach; en deswegen niet t’onrecht aengeraden daer na te trachten, want door de inbeeldinge soo konnen wy d’afwesende dingen ons soo gemeen maecken als ofmen die tegenwoordich by sich hadde; {Wat d’Inbeeldingh vermagh.} invoegen daer niet anders dan de handt des Constenaers van nooden is om die op den Schilder-doeck te brenghen; waerom oock eenighe de In-beeldinghen by waeckende Droomen vergeleken hebben.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Finally, a wise practitioner of the Art should also know, that he should diligently occupy himself with the observation of the natural Life, besides the study of all the aforementioned things, and to apply it in all possible occasions, because he would be often feel deceived who would boast – as soon as he has climbed some steps of the Art – that he could store all forms and actions of life in his memory and bring them forth whenever he would want to apply them to his inventions; {In all that one investigates, one should especially know life.} although it is necessary that someone has already practiced a lot in all the aforementioned studies: As the natural life is so rich in everything, abundant, artful and learned, that our memory is not at all capable to conceive it in its entirety and even less to remember: As such one moreover finds enough work to keep the thoughts occupied regarding the quantity of things, that one cannot find in life, unless in a dusky moment, or else by means of a powerful power of imagination, which is enforced and sustained by the observation of many things and a sensible understanding of things: Which may be capable of a lot regarding the pouring out of witty fantasies; and therefore it is justified to advice to attempt this, as we can appropriate the unavailable things by means of the imagination as if we had them presently with us; {What the imagination is capable of.} as such we need nothing but the hand of the Artist to apply it to the Painter’s canvas; which is why some have compared the imaginations to awake Dreams.

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités

Quotation

Heel anders beschrijft ons Iunius een waren Costenaer [sic, ndr.], soo wanneer hy in dese woorden hem volkomen aldus afschetst. {Beschrijvingh van een waer Konst-oeffenaer.} Een Constenaer moet een omsichtig, mercksaem, daetveerdigh en kloeck vernuftigh Mensche zijn, welcke door de kennisse van verscheyde Wetenschappen een groot begrijp van alles is ingestort; want het en is niet wel mogelick dat yemant een aenmerck waerdige inventy souden konnen tevoorschijn brengen, ten sy saecke dat hem de voornaemste gronden der rechtsinnige geleertheyt van Kints beenen af zijn ingeprent:

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Junius describes the true Artist in a very different manner, when he describes him in such a way. {Description of a true Art-practitioner.} An Artist has to be a careful, attentive, decisive and alertly clever Man, who has been given a large understanding through the knowledge of various Sciences; because it is quite impossible that someone could bring forth a remarkable invention, unless he has been imprinted with the main grounds of the rightful learnedness from his early childhood on:

constenaer

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités

Quotation

De Milaneschen schilder Jan Pol Lomazzo heeft een seer Lofwaardigh Boek van de Natuurlijke Proportie der Menschbeelden uytgegeven; Waar in hy mede van de Ledenstemming der Paarden handeld; Welken Arbeyd van sijn oversetter Hillarius Pader, die het in de Franse Taal gebragt heeft, ook seer gepresen werd. {Lomazzo gepresen.} En gelijk dien Neerstigen Meester daar in eenige Voorbeelden van Man en Vrouwelijke Proportien heeft opgegeven, soo agtenwe dat de Schets van het Manne-beeld dat navolgens de Leere van gemelden de Vinci, door 10 Aangesigten in de Lengde en Proportioneel in de breedte, gereguleerd is, en ontrent op 7 ½ Hoofden uyt komt, niet alleen een seer fraye Proportie heeft, maar dat de selve ook een makkelijke en kennelijke Verdeelinge verschaft. Wy voegen ’t selve volgens sijn eygen stelling afgeteykend, hier by [ndr: reference to illustration], en laten den Konst-Oeffenaar de Beschouwing en het Oordeel bevolen, […]

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] The Milanese painter Giovanni Paolo Lomazzo has published a highly Praiseworthy Book of the Natural Proportion of Human Figures; In which he also discusses the division of the limbs of Horses; Which study was also much praised by his translator Hillaire Pader, who translated it into the French Language. {Lomazzo praised.} And like this diligent Master has proposed some Examples of Male and Female Proportions in it [ndr: the book], as such we believe that the Sketch of the Male Figure that is regulated after the Teaching of the aforementioned Da Vinci, by means of 10 Faces in Height and Proportional in its width, and comes down to circa 7 ½ Heads, does not only have a very good Proportion, but that it also offers an easy and recognizable Division. We insert it here, copied according to its own composition [ndr: reference to illustration] and recommend its Observation and Judgement to the Art-Practitioner, […]

Goeree identifies the reader of his book with this term. [MO]

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités

Quotation

OM den weetgierigen konstoeffenaar van alles een goed begrip {wat tot het Ordineeren behoord} te doen hebben, vind ik noodig, eer wy de zaak zelve verhandelen, dit voor af te laaten gaan, op dat een ider by zich zelf overweeg, of deze noodzakelyke hoedanigheden in hem zyn, zonder welke hy bezwaarelyk tot dit hoogwichtig punt geraaken kan. Voor al en in de eerste plaats, diend hy een goed en vast geheugen te hebben, om het geen hy verbeelden wil, wel te overweegen en in gedachten te houden. Ten anderen werd een vlugge hand vereist, om het geen onze snelle gedachten bevat hebben, aanstonds op het papier te stellen, eer zy uit het geheugen raaken.

[D'après DE LAIRESSE 1738, p. 31:] Book II. CHAP. 1. Of the Qualities necessary to the first Idea, or Sketch In order to give the curious Artist a previous notion of every thing I think necessary to the main Matter [NDR: Ordonnance or composition], to the end he may duely weigh his Qualifications for it, I say, that he ought in the first Place to have a good Memory, to consider well what he is to represent, and to retain it in his Thoughts; and next a free and nimble Hand to execute instantly on Paper, what he does conceive, lest it slip out of Memory again.

term translated by ARTIST
term translated by KUNST-BEGIERIG

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités