VERANDERING (n. f.)
TERM USED AS TRANSLATIONS IN QUOTATION
DIVERSITÉ (fra.)TERM USED IN EARLY TRANSLATIONS
VARIETY (eng.)FILTERS
LINKED QUOTATIONS
Quotation
Het is myn vast gevoelen dat de Oeffening der plooijen niet volkomen geleerd kan worden, zonder de Leeman te gebruiken; Want wat baat het dat men zich uitmergeld met kleêren uit de Geest te Teikenen als wy ’t leeven voor ons kunnen hebben, zonder welke het onmogelyk is de natuur der Stoffe te doorgronden: daar zich, in tegendeel, veele niet anders oeffenen dan naar de Statuaas en fraaiste printen der beroemste meesters, welke hier in uitgemunt hebben: als Raphaël, Barotius, Guido, Albaan, Pousyn &c; denkende uit dezelfde reeds een gebaande weg te hebben gevonden, om tot genoegzame volkomentheid te geraken, en hun oogmerk te bereiken. Daar men nochtans weet, dat Raphaël voornaamentlyk, die gelegentheid niet gehad hebbende, echter in zyn tyd, de fraayste dingen voor den dag gekomen zyn. Nu zoude men mogen vragen, waarom eenige andere vermaarde Meesters, als Titiaan, Tintoret, Paulo Veronees, Julio Romano, Michel Angelo, Dominiquin, Bassan &c, zo goed daar in niet geoordeeld werden? de reeden is deeze, dat Raphaël het leeven gebruikt heeft, wel te verstaan een Leeman, waar door hy de natuur en eigenschap der Stoffe grondig heeft leeren onderzoeken: alhoewel men hem nogtans zou kunnen beschuldigen dat hy zyn beelden de meesten tyd met eenderly Stoffe kleeden, in voorvallen, daar de verandering genoegzaam verschillende kon geweest hebben. Evenwel moet men bekennen dat ‘er voor, noch naderhand, geen zo ervaren en Konstryk in dezelve geweest is, dan een alleen, te weten Nikolas Poussyn; echter is dit geen wonder; dewyl hy het Natuurlyke leeven onderzocht en gebruikten gelyk hem bewust was dat Raphaël gedaan had, en niet gelyk anderen die alleen zyn werk navolgden: daarom zyn zy ook slegter geweest, hebben minder kennis gehad, en meenigmaal niet van de natuur der stoffe of plooijen geweeten.
[suggested translation, Marije Osnabrugge:] I feel that the practice of the folds cannot be learned completely, without using a manikin; Because what use it that one strains himself with drawing clothing from the mind if we can have the life in front of us, without which it is impossible to comprehend the nature of the fabric: although many, to the contrary, do not train themselves in any other way than with the statues and beautiful prints of the most famous masters, who have excelled in this: like Raphael, Federico Barocci, Guido Reni, Francesco Albano, Nicolas Poussin etc. in the belief they have found a well-treaded road in this, to easily obtain perfection and reach their goal. Although we know, that Raphael in particular did not have this opportunity, but that the most beautiful things came to light in his time. Now we might ask, why some other famous masters, like Titian, Tintoretto, Paolo Veronese, Giulio Romano, Michelangelo, Domenichino, Bassano etc. were thought not to be so good in this. The reason is, that Raphael used the life, that is to say a manikin, through which he has learned to profoundly investigate the nature and character of the fabric: although we could still accuse him that most of the time he has dressed his figures with one type of fabric, in cases where the variety could have easily been different. Likewise we should confess that neither before nor after, none was so experienced and artful in this, than one, that is Nicolas Poussin; however this is no miracle; while he studied and used the natural life, as he was aware that Raphael had done and not like the others who only followed his [ndr: Raphael] work: this is also why they were worse, had fewer knowledge and many times did not know about the nature of the fabric or folds.
ALBANI, Francesco
BAROCCI, Frederico
BASSANO, les
IL DOMENICHINO (Domenico Zampieri)
IL TINTORETTO (Jacopo Robusti)
MICHELANGELO (Michelangelo Buonarroti)
POUSSIN, Nicolas
RAFFAELLO (Raffaello Sanzio)
RENI, Guido
ROMANO, Giulio
TIZIANO (Tiziano Vecellio)
VERONESE, Paolo (Paolo Caliari)
Conceptual field(s)
Quotation
De Kleedinge waar mede men de Beelden omslingert, moeten zodanig in haar plojen rondom de leeden die zy bekleeden geschikt wezen, datmen op de partyen die door den grootsten dag bescheenen werden, geen ployen ziet die met donkere schaduwe bedekt zyn, noch die ook een al te sterken dag ontfangen: wel oppassende geen valsche ommetrekken te maken, die het beloop der Leeden breeken of doen verliezen, en ook door Schaduwen die al te veel gehakt, en dieper als het naakt van ’t Lichaam dat zy bedekken, konnen wezen, maar de kleedinge moeten zodanig geschikt zyn, dat zy geen kleedinge zonder Lichaam gelyken, dat’s te zeggen ophoopinge van stoffe zonder steunzel. Altyd moet men schoone en grootse partyen van ployen zoeken te krygen, zo veel ’t mogelijk is, en dezelve met goed oordeel plaatzen en stellen. Op de verkortende partyen moeten veel meerder plooyen komen, als op de plaatzen die niet verkorten. In verbeeldinge van velerhande figuren, moetmen vooral in agt neemen verandering in de Kleeding te brengen: te weeten de Stoffen van verscheide soorten, zwaar of licht, naar de waardigheid en overeenkominge der Beelden, tyden, plaatzen en gewoontens: werkende of eenvoudig, volgens de welvoegelijkheid der voorvallen, die min of meer grootsheid nodig hebben, om de bevalligheid en welstand van ’t geheel.
[suggested translation, Marije Osnabrugge:] The clothing which one hangs around the figures should be arranged in such a way in folds around the limbs, that one does not see any folds that are covered with dark shadows on the parts that are lit by the greatest light, nor those who receive a light that is too strong: however paying attention not to make false contours that break the direction of the limbs or derogate them, and also by the shadows that have to be too cut-up and deeper than the nude of the body they cover, but the clothing should be arranged in such a way, that it does not appear to be clothing without body, that is to say a pile of fabric without support. One should always attempt to obtain beautiful and large parts with folds, as much as possible, and place and compose them with good judgement. On the foreshortened parts there have to be much more folds than on the places that are not foreshortened. In the depiction of multiple figures one should especially consider to bring variety in the clothing: that is fabrics of different types, heavy or light, according to the status and accord of the figures, times, places and customs: moving or simple, after the propriety of the situations, that need more or less grandiosity, for the gracefulness and harmony of the whole
Conceptual field(s)
Quotation
Nu zullen wy deze zaak eens verder onderzoeken, en aanmerken wat ieder in zyn oeffening noodig heeft,{Oogmerk des Schryvers in dit Hoofdstuk.} om zich in staat te stellen van nimmer verleegen te wezen […] Het eerste bestaat in verandering van hertstogten en concepten: het tweede in nieuwigheeden, waar door men ieder een kan behaagen en tot liefde verwekken […] Derhalven zyn veranderingen en nieuwigheeden noodig […] Voor eerst, de Beeldschilders betreffende […] Wat de Landschappen aangaat […]Wat de Zeeschilders belangt […] Betreffende de Architectuur […]Komen wy nu tot de Bloemen […]
[D'après DE LAIRESSE 1787, p.205-208:] Nous allons maintenant […] observer ce que le peintre dans chaque genre [NDR : practice] a besoin de savoir […] nous verrons ensuit s’il y a, en effet, assez de moyens pour exécuter ces idées ; & ce qui est propres à chaque genre de peinture. Le premier moyen consiste dans la variété [ndr : et nouveautés] des passions et des idées ; le second dans la production des choses nouvelles qui peuvent plaire & fixer l’attention [ndr : inspirer l’amour] […] ; ce qui rend la diversité d’idées absolument nécessaire. […] On objectera peut-être qu’il n’y a point assez de ressources pour varier constamment les idées […] je vais indiquer les sources qui peuvent en fournir en abondance […] pour les peintres de figures […], pour les paysagistes […], pour les peintres de marine […], pour l’architecture […], les bouquets […]