DIEPEN (v.)

DEEPEN (TO) (eng.) · TIEFEN (deu.)
TERM USED IN EARLY TRANSLATIONS
DEEPEN (TO) (eng.) · TIEFEN (deu.) · VERTIEFEN (deu.)

FILTERS

LINKED QUOTATIONS

4 sources
4 quotations

Quotation

14 maer dit nu oversleghen, de cartoenen {Den Cartoen is vorderlijck.}
Te maken soo groot als u wercks bevanghen,
Is nut en dienstich, met een cloeck vercoenen
Gheordineert, en het sal u versoenen
In arbeydt, want ghy sult hem voor u hanghen,
Om niet te verloopen in vreemde ganghen,
Noch den aerdt te verliesen, maer u pooghen,
nae t’voorbeeldt alles te diepen en hooghen.

 
15 Want ghehooght en ghediept hoeft wel op gronden {Cartoenen mosten hun hooghsels oock hebben.}
V cartoen schilderich aerdt te ghenieten,
Datter gants gheen ghebreck en zy bevonden
Aen afsteken, diepen, verheffen, ronden,
Soeticheyt, vloeyen, verdrijven, verschieten:
Ghy en moet u den arbeydt oock verdrieten
Niet lichtelijck laten, maer stadich haken,
Door vlijt ter hooghster welstandt te gheraken.

[D'après NOLDUS 2008, p. 171-173:] 14 Mais passons. Faire des cartons, {Faire des Cartons est utile.} de la même taille que votre ouvrage, est utile et pratique, si la composition est solide et valeureuse. Ils vous faciliteront le travail, car en les accrochant devant vous, vous ne risquez pas de vous égarer, ni perdre de vue ce qui est essentiel. Mais vous essayerez d’appliquer les clairs et les sombres en suivant votre modèle. 15. En effet, votre carton doit ressembler à une peinture, avec des clairs et des sombres sur la couleur de fond, {Il faut appliquer des clairs dans les Cartons.} de sorte qu’il n’y ait pas la moindre imperfection dans les contrastes, les enfoncements, les volumes, le relief, la douceur, la fluidité, l’union et la perspective. Vous ne devez pas vous laisser décourager trop facilement par le travail, mais aspirer avec diligence à atteindre la plus grande bienséance.

hooghen

Conceptual field(s)

MATERIALITE DE L’ŒUVRE → technique du dessin
CONCEPTION DE LA PEINTURE → lumière

Quotation

Aengesien dat den Liefhebber in ’t vervolgh van dese Verlichterie-Kunde, dickwils van het aenleggen, schaduwen, diepen en hoogen sal gewaeght vinden, als zijnde de voornaemste doeningen in ’t oeffenen der Water-Verwen; soo sal het noodigh zijn, kortelijk van elcks yets tot grondighe verstaningh daer van aen te mercken, wantmen sonder grondige kennis daer van te hebben, tot de volkomene oeffeninghe deser Konste niet en kan komen.
Wy beginnen dan eerstelijck het aenleggen te verklaren, zijnde het begin van alle wercken diemen in dese Konst wil aenvangen. Aenleggen dan is, soo wanneermen eenigh dingh, met eenerhande Coleur van Verwe diemen daer toe verkiest, na sijn believen vlack en eenparigh aenleyt en simpel overdeckt, sonder eenighe schaduwe of dagh waer te nemen. Aengeleyt zijnde, soo volght wanneer dat Coleur droogh is, datmen het uytschaduwe en verdiepe, ghelijckwe dat doorgaens in ’t vervolgh soo sullen noemen; en geschiet op die gront, welcke te vooren aengeleyt is; sulcks geschiet altijt door een Verwe welcke veel vetter, stercker ofte bruynder is, als die daer sy mede beleyt is: waer door dan de Parthyen van doncker en licht onderscheyden en afgepaelt werden; alsoo datmen de schaduwen, en de vlackheydt der dingen kan beseffen, en siet uytheffen, daer sy te vooren plat schenen;  (…)
Nu de derde waernemingh die is verhoogen, welcke op de lichte plaets van alle dingen, als daer den dagh sonder eenige schaduwe het sterckst opvalt, moet geschieden; en komt dese verhoogingh meest te geschieden op hooge en uytsteeckende parthyen, gelijck aen de Menschen op de Kaecken, boven op de Neus, op het Voor-hooft, Kinne, Schouderen, Borst, Billen, Elleboogh, Knyen, &c. Van gelijcken in Kleedinghen op de ployen, en vlacke deelen der Ledematen die door deselve werden uyt-gedruckt; en voorts alles wat sich boven de vlackte verheft; dit doetmen met een lichter Verwe en blyer Coleur, als daer ’t mede aengheleyt is: en verhooght het alsoo als het na sijn Trap min of meer, na het sterckste licht aerdende, verlicht is, om dat te doen ronden en voorkomen, &c. (…)
de schaduwen nu diemen op het Gront-Papier doet, komen oock over een met de schaduwen diemen in ’t Schilderen met een stercker Verwe over ’t aengeleyde heen leght; de hooghsels komen van gelijcke over een; de diepsels accordeeren met de toetsen, diemen hier en daer inde Teyckeningh inset; invoegen geen onderscheyt tussen het Teyckenen en Verlichterie-Schilderen en is, als de handelingh vande Pinceel, en datmen sich telckens inbeelt dat yeder aangeleyt Coleur daermen op Schilderen moet, een soort van Gront-papier is daermen op Teyckent, en datmen voor die tijt de handelingh van Teyckenen oeffent, diemen wassen noemt. Staet oock noch aen te mercken, datmen de schaduwen, diepsels en hooghsels alle tijt moet schicken, na dat het Coleur vande gront-vlackte is, op welckmen die komt te leggen: want die niet evenredigh zijnde, soo sullense of te hart, indiense te sterck zijn, ofte flets en Kernemelkachtigh by aldiense niet behoorlijck krachtigh en zijn.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] As the Amateur will often find the building up , shadowing, deepening and heightening discussed in the continuation of this Verlichterie-Kunde, as they are the principal actions in the practice of Watercolouring; as such it is necessary, to briefly mention something for the profound understanding of them, because one cannot acquire a perfect practice of this Art, without profound knowledge of it. We start first by explaining the building up, being the start of all that one wants to do in this Art. Building up is, when one builds up a thing, with any Colour of Paint that one choses for it, flat and uniformly as is desired and simply covers, without paying attention to any shadow or light. Built up, once the paint is dry, one continues by shadowing and deepening, as we will call it from now on; and it is done on the ground, which was build up beforehand; it is always done by means of a colour that is greasier, stronger or darker than the one with which it was build up: because of which the Parts of dark and light are discerned and framed; that is, that one can recognize the shadows and flatness of things, and see them rise, while they appeared to be flat before; [...] The third observation now is heightening, which should happen at the light spot of all things, where the light falls strongest without any shadow; and this heightening mostly occurs on high and protruding parts, such as on Humans on the Jaws, on top of the Nose, on the Forehead, Chin, Shoulders, Breast, Buttocks, Elbow, Knees, etc. . Similarly in Clothing on the folds, and flat parts of Limbs that are expressed by it; and furthermore everything that raises itself above the surface; this is done with a lighter Paint and happier Colour, as the one with which it is build up: and heighten it in a way as it is lit up more or less according to its level, towards the strongest light, to round it and make come forward, etc. [...] now the shadows that are made on the grounded Paper, also coincide with the shadows that, in Painting, one places over the first layer with a stronger Paint; the highlights also coincide; the depths accord with the touches, that are placed here and there in the Drawing; and there is no difference between Drawing and Illumination-painting, as the handling of the Brush, and that one often imagines that every applied Colour on which one has to Paint, is a kind of grounded paper on which one Draws, and that one practices the manner of Drawing beforehand, which is called washing. It may also be remarked, that one should always place the shadows, depths, highlights, after the Colour of the ground-surface, on which it is placed: because if these are not corresponding , they will be too hard – if they are too strong – or too weak and Buttermilk-like – if they are not sufficiently strong.

schaduwen
uytheffen · verhogen

Conceptual field(s)

MATERIALITE DE L’ŒUVRE → technique de la peinture
CONCEPTION DE LA PEINTURE → lumière

Quotation

{Vlak  [n.d.r: het Schaduw] te legen}Maer 't zy gy met de schaduwen begint of eindicht, gy zultze by u zelfs in mindere en meerdere gaen verdeelen, en elke, na haer behoorlijke bruinte, op een vlakke manier aenwijzen: want door het te veel verdrijven, en in een smelten zou al uw werk koper worden; en gy zoud zelfs het oordeel daer af verliezen. Laet u geen kleyne kantigheden van een zachte schaduwe verveelen, noch dat een bruindere in't midden derzelve van naby ietwes stoot; want de kracht zal te grooter zijn, als gy 't wat uit de hand stelt, en gy zult gewoon worden deel tegens deel te vergelijken; en eindelijk meer nuts uit deeze wijze van doen rapen, als gy u oit zoud hebben durven inbeelden: daer gy anders, door het zoet verdwijnende gefutsel, gevaer loopt van geheel te verdoolen: gelijk aen menich edel geest, door een genegentheit van hun werk deurgaens met diepen en ophoogen te verzoeten en bekrachtigen, gebleeken is.

[BLANC J, 2006, p.111] {poser [ndr: les ombres] à l'aide de taches}. Mais que vous commenciez ou que vous terminiez par les ombres, vous devez les répartir, dans votre esprit, en fonction de leur intensité plus ou moins forte, et indiquer chacune d'entre elles par rapport au brun qui lui convient, à l'aide de taches. En dégradant et en fondant excessivement, vous donnerez en effet à l'ensemble de votre oeuvre l'aspect du cuivre, et vous en perdriez même le jugement. Ne vous ennuyez pas à faire de petits cernes sur une ombre douce ou à lui coller de trop près une ombre plus brune encore. Sa force sera supérieure si vous la placer plus loin. Ainsi, vous vous habituerez à comparer les parties entre elles, et vous tirerez finalement plus d'utilité de cette façon de faire que vous n'auriez jamais osé l'imaginer. En revanche, en retouchant de façon douce et estompée, vous courez le risque de vous égarer totalement, comme cela est arrivé à de nombreuses nobles âmes qui, par quelque penchant pour leurs oeuvres, les sucrent et les renforcent de creux et de rehauts.

schaduw

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → règles et préceptes
EFFET PICTURAL → qualité de la lumière
MANIÈRE ET STYLE → le faire et la main

Quotation

DE gemakkelykste en vaardigste manier, is zeekerlyk de beste, niet teegenstaande dat’er veel in ’t gebruik, en door my onderzogt zyn: als het teekenen met de Pen, Penseel, Rood of Zwartkryt, doch alle van weinich nut voor Schilders. Maar de manier van hoogen op gegrond papier, en met zwart te diepen; overtreft verre de anderen, zo in volmaaktheid, als nuttigheid: voldoende ten eersten door zyn verheeventheid ons oog, zonder datmen eenige Grond daar om hoeft te maaken. Gelykmen komt te zien aan Plaatsnyders, die zich in de zwarte-kunst oeffenen, welke haar verlustigen met schraapen op een gegronde plaats: en ’t is niet te gelooven, hoe gemakkelyk en vaardich zy daar meede voortgaan, ’t geen zy in het Etzen of Snyden, niet zouden doen.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] The most easy and adequate manner, is certainly the best, notwithstanding that there are many in use and investigated by me: such as the drawing with pen, brush, red or black crayon, yet all of little use for painters. But through the manner of heightening on grounded paper, and deepening with black; it surpasses all the others, both in perfection and in usefulness: firstly satisfying our eye because of the elevation, without the necessity to make any ground for it. As it is seen from Engravers, who practice the black art, which they embellish by scraping on a grounded plate: and it is unbelievable, how easy and capably they do this, which they would not do in etching or engraving.

In the German translation, this paragraph is part of the discussion between Judicio and Probus, this statement is made by Probus. It appears that the translator made a mistake here. [MO]

hogen

term translated by TIEFEN

Conceptual field(s)

CONCEPTION DE LA PEINTURE → lumière