SCHIKKEN (v.)
TERM USED IN EARLY TRANSLATIONS
/FILTERS
LINKED QUOTATIONS
Quotation
Dewijl het dan kennelick is, dat de meeste volmaecktheyd onser wercken voornaemelick in ’t bevormen en schicken van de Inventie bestaet; dat oock het werck selfs meer dan half schijnt afghemaeckt te sijn, alsmen den eersten voorslagh des gantschen wercks met een goed en schickelick beleyd heeft beworpen; soo konnen wy daer uyt lichtelick besluyten, dat ons alle de behulp-middelen daer toe dienstigh vlijtighlick staen waer te nemen, en dat wy de hand noyt aen ’t werck behooren te slaen, ’t en sy saecke dat alle de bysondere ghedeelten onses eersten invals door den ernst van een diepe ende innighe verbeeldinghe in haere behoorlicke plaetsen verschijnen.
[Suggested translation, Marije Osnabrugge:] While it is then apparent, that most of the perfection of our works consists mainly in the shaping and ordering of the Invention; that the work appears to be finished more than half, when one has designed the first draft of the whole work with a good and orderly fashion; as such we can easily decide that we should readily observe all means necessary for it and that we should never give up on working, unless all the separate parts of our first idea appear in their right place through the dedication of a deep and intimate visualization.
This section does not occur in the Latin edtion of 1637 and is formulated quite differently in the English edition. [MO]
Conceptual field(s)
Quotation
[…] dat de Schilderyen, achtervolghens ’t ghetuyghenis van Philostratus {Iconum. Lib. ii. in Rhodogyne.}, een gantsch bevallige welstandigheyd uyt soo veele verscheydene figuren ende beweghinghen ontfanghen; dat eyndelick die Schilders altijd in grooter verwonderingh ghehouden worden, dewelcke de voornoemde bevalligheyd door een gheschickte t’saemenvoeginghe van soo veele verscheydene figuren soecken te vermeerderen: d’Andere Konstenaers daer en teghen, die sich in dit stuck der Ordinantie niet met allen ofte seer weynigh hebben gheoeffent, ghelijckse met een enckele Schilderye redelick wel weten om te gaen, soo vindense haer selven gheweldigh verleghen, alsmen hun ’t by een voegen en ’t schicken van eenighe veelvoudighe Beelden-rijcke stucken opleght; sy plagten de vaerdigheyd diese in ’t kleyne hebben, in ’t groote te verliesen;
[Suggested translation, Marije Osnabrugge:] […] that the Paintings, according to the statement of Philostratus {…}, receive a truly lovely harmony from so many different figures and movements; that in the end those paintings are held in higher esteem, who attempt to augment the aforementioned grace by means of an appropriate composition of so many different figures: The other Artists on the other hand, who are not at all or very little trained in the subject of Ordinance, as they know how to deal with a simple Painting [NDR: with few figures] rather well, as such they are very much at a loss when one orders them the composing and ordering of some complex pieces that are rich in figures; they tend to loose the ability that they have in the little [NDR: format] in the large [NDR: format];
This section is not included in the Latin edition of 1637. [MO]
Conceptual field(s)
Quotation
Seker een Schilder die niet anders en weet dan de bloote omtrekken der schoone leden, en de muskelen der Statue-beelden in haar teykeningh en gedaante na te volgen, sal sich seer verlegen vinden wanneer hy eenige beelden na seker gegeven voornemen moet schicken, op datmen waarlijck de vereyste werckingh, en geen andere in zou zien. Ja hy sal sich genoegsaam onbedreven in de Menschkunde vinden, wanneer hy slegts in de Collegien Akademie beelden sal Teyckenen; als niet wel konnende waarnemen door welke meester spelende Muskelen, en Partyen, sijn voorgesteld beeld in ’t leven werkt; op dat hy die nauwkeurig in agt nemende, en wel navolgende, die ook aan sijn Beeld sou konnen geven, en maken dat de actie van sijn Teykening met die van sijn Model, welwerkende over eenstemd. Want nadien de muskelen volgens d’ontelbare verscheydentheden der werckingen, oneyndig verschillige gedaantes konnen hebben; die onmogelijck uyt geen Statuen of Pronkbeelden konnen geleerd werden, om dat in yder voorbeeld slegts een enkel en bepaald geval vertoond werd: soo volgd van selfs, datmen in de algemeene Schilderkonst, niet alleen en moet verstaan wat yder Muskel in dusdanigen Actie doet, maar in wat trap en gedaante en onderschikking sy sulx doet; en wanneerse min en wanneerse meer, geweldig of stemmingh sulx doet: want men moet vast stellen dat yder bysondere doening of beroerlijkheyd niet alleen sijn eygen muskel, of muskelen heeft, om dit of dat lit te buygen, te regten, op te trekken, na binnen, na buyten en elders heen te drayen en op te houden, maar dat sulx ook door veelerhande toevallige trappen geschied.[continues…]
[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Certainly, a painter who knows nothing but how to imitate the naked contours of beautiful parts and the muscles of the sculpted figures in their design and appearance, will feel very embarrassed when he has to arrange some figures after a certain concept, in order to see the required function and not some other. Yes he will find himself completely incapable in the Anatomy, if he would only draw Academy figures in the Colleges; as he is unable to perceive by which master moving muscles and parts his imagined figure does in real life; so that he could observe this carefully, and imitating it well, to give it to his figure as well, to ascertain that the action of his drawing coincides well with that of his model. Because since the muscles can have an endless amount of different shapes, following the countless differences of actions; which can impossibly be learned from Statues or Sculptures, because in every examples but one and a specific case is show: and it naturally follows that in the general Art of Painting, one should not only understand what every muscles does in such an action, but to what extent and shape and subordination he does it; and when it does it more or less great or enjoyable: because one has to note that every specific action or movement does not only have its own muscle or muscles, to make this or that limb bend, straighten, pull up, turn in or out or in another direction and keep it up, but that this happens through manifold coincidental steps.
Conceptual field(s)
Quotation
Dewyl na de helder of somberheid des luchts zich alle dingen schikken moeten, en de tinten der voorwerpen gevonden; want het licht op de voorgrond, en de kracht der beelden, moet daar na gepast worden, […]
[D'après DE LAIRESSE, 1787, p. 61:] […] Puisque c’est d’après la clarte ou l’obscurité du ciel qu’il faut disposer toutes les autres parties, & régler toutes les teintes des objets : car la lumière de la ligne de terre & le ton de vigueur des figures doivent s’y rapporter.
Conceptual field(s)
Quotation
[…] dat 'er een ordentelykheid in het schikken der zelve moet waargenomen wor- den: even als een schrandere Bloemist tot het opkweeken van uitgeleezene, schoone en groote bloemen doet.
[D'après DE LAIRESSE 1738, p. 156:] [...] that Colours require an orderly Disposition; like an ingenious Gardiner, who, in the Production of choice, beautiful, and large Flowers, considers what Ground is proper [...]
Conceptual field(s)
Quotation
Een goed Konstenaar moet zich voorzichtig gedraagen in het schikken en verkiezen van zyn werk, zorgvuldiglyk acht geevende op de eigenschap der plaats, op dat zyne konst de bouwkunde niet ontbinde, maar veel eêr versterke; maakende de Landschappen, die men natuurlyk wil verbeelden, hoe zy verder van het waare licht, dat in de kamer valt, zyn, zo veel helderder als die naby het zelve zyn: want anders doende, zou het maar een schildery vertoonen. Het twede, dat machtig veel tot het cieraad doet, is het waarneemen van goede Wedergaas te maaken: en hoewel dit geslacht van Schilderyen zeer bekend is, werd door veele nochtans daar in gedwaald. Hunne gedachten, noopende wat 'er tot een goede Wedergaa behoord, is zeer verschillende: maar de meeste meenen het te bestaan in een gelykvormigheid van begrip en schikking van voorwerpen, koleur, en daaging: en veele voegen daar by, dat, indien het een een effen Landschap is, het andere desgelyks moet weezen:
[D'après DE LAIRESSE 1787, vol. 2, p.28:] Un bon peintre doit être prudent dans la disposition & dans le choix de son ouvrage, en observant avec soin la nature du local ; afin que son art ne serve pas à interrompre l’ordre de l’architecture, mais contribue plutôt à le lier ensemble, en jetant sur ses paysages, qu’il veut paroître vrais & naturels, d’autant plus de lumière du jour qui tombe dans l’appartement ; car sans cette sage précaution ses ouvrages ne paroitront jamais que des tableaux, & n’offriront pas la moindre illusion. La seconde observation (qui sert à ajouter une grande beauté aux ouvrages [ndr : ornement] de l’art) a pour objet le bon choix de ce qu’on appelle Pendans & quoique personne n’ignore ce qu’on entend par le mot Pendans, beacuoup de monde cependant s’en forme une fausse idée ; car l’on s’imagine, en général, que c’est dans une uniformité de conception & de disposition des objets, de coloris & de clair-obscur que consiste leur principale qualité.