TITUS LIVIUS ( 64 av. J.-C.-17 av. J.-C. )

ISNI:0000000449208398 Getty:500404165
Auteur de l'Antiquité romaine

Quotation

In waare Geschiedenissen of Historien luistert het wat naau, en een vernuftig Meester zal hem wel wachten de betamelykheid te buiten te gaan, om de Lichamen van Man of Vrou, al te veel t’ontblooten, en voornamentlyk eerbare Vrouwen, op dat het niet tot een verkeerden zin mogt geduid werden, tegenstrydig met de waarheid, maar wel zo dat men behoorlyk onderscheiden kan welk een Lichtvaardig of Deugdzaam mensch zy. Inzonderheid de Bybelze Historien, of die van Plutarchus, Titus Livius en anderen.

Quotation

Men leest by Titius Livius, van Philopoëmen den Krijghs-Oversten, dat hy sich soo wel in de Vrede dan in Oorlogh geduerigh inde Crijghs-oeffeningen besich hieldt, op dat hy door dese neerstigheyt, wijsheyt soude in voorraet bekomen; invoeghen het hem als ’t noot soude doen, aen geen Wijse Raetsmannen ontbreecken moght. Even soo moet eenen Jongen Schilder van den beginne aen, door geduerige oeffeningen van Lesen, Teyckenen, Speculereeren, Copiëren, ondervragen, practiseeren ende uytvorssen, sijn gemoet met wijsheyt soecken te vervullen, op dat hy namaels uyt die opgeleyde schatten eens heerlijcke dingen aen de Wereldt soude konnen ten toone stellen. {Datmen sich van wijsheyt en wetenschap in voorraet moet sien te versorgen.}

Quotation

In waare Geschiedenissen of Historien luistert het wat naau, en een vernuftig Meester zal hem wel wachten de betamelykheid te buiten te gaan, om de Lichamen van Man of Vrou, al te veel t’ontblooten, en voornamentlyk eerbare Vrouwen, op dat het niet tot een verkeerden zin mogt geduid werden, tegenstrydig met de waarheid, maar wel zo dat men behoorlyk onderscheiden kan welk een Lichtvaardig of Deugdzaam mensch zy. Inzonderheid de Bybelze Historien, of die van Plutarchus, Titus Livius en anderen.

Quotation

In waare Geschiedenissen of Historien luistert het wat naau, en een vernuftig Meester zal hem wel wachten de betamelykheid te buiten te gaan, om de Lichamen van Man of Vrou, al te veel t’ontblooten, en voornamentlyk eerbare Vrouwen, op dat het niet tot een verkeerden zin mogt geduid werden, tegenstrydig met de waarheid, maar wel zo dat men behoorlyk onderscheiden kan welk een Lichtvaardig of Deugdzaam mensch zy. Inzonderheid de Bybelze Historien, of die van Plutarchus, Titus Livius en anderen.

Quotation

Men leest by Titius Livius, van Philopoëmen den Krijghs-Oversten, dat hy sich soo wel in de Vrede dan in Oorlogh geduerigh inde Crijghs-oeffeningen besich hieldt, op dat hy door dese neerstigheyt, wijsheyt soude in voorraet bekomen; invoeghen het hem als ’t noot soude doen, aen geen Wijse Raetsmannen ontbreecken moght. Even soo moet eenen Jongen Schilder van den beginne aen, door geduerige oeffeningen van Lesen, Teyckenen, Speculereeren, Copiëren, ondervragen, practiseeren ende uytvorssen, sijn gemoet met wijsheyt soecken te vervullen, op dat hy namaels uyt die opgeleyde schatten eens heerlijcke dingen aen de Wereldt soude konnen ten toone stellen. {Datmen sich van wijsheyt en wetenschap in voorraet moet sien te versorgen.}

Quotation

Men leest by Titius Livius, van Philopoëmen den Krijghs-Oversten, dat hy sich soo wel in de Vrede dan in Oorlogh geduerigh inde Crijghs-oeffeningen besich hieldt, op dat hy door dese neerstigheyt, wijsheyt soude in voorraet bekomen; invoeghen het hem als ’t noot soude doen, aen geen Wijse Raetsmannen ontbreecken moght. Even soo moet eenen Jongen Schilder van den beginne aen, door geduerige oeffeningen van Lesen, Teyckenen, Speculereeren, Copiëren, ondervragen, practiseeren ende uytvorssen, sijn gemoet met wijsheyt soecken te vervullen, op dat hy namaels uyt die opgeleyde schatten eens heerlijcke dingen aen de Wereldt soude konnen ten toone stellen. {Datmen sich van wijsheyt en wetenschap in voorraet moet sien te versorgen.}

Quotation

Les livres qui sont propres aux Peintres, sont la Bible, l’Histoire des Juifs, de Joseph, l’Histoire Romaine, le Tite Live, Homere, l’Histoire Ecclesiastique de Godeau, Baronius, les Metamorphoses d’Ovide de Durier, les tableaux de Philostrate, Plutarque des hommes illustres, Pausanias, la religion des Romains, la Colomne [sic] Trajane, les livres de medailles, les bas Reliefs de Perier, Horace, certains Romans capables d’entretenir le genie, & de fortifier par les belles idées, qu’ils donnent des choses.
Le Peintre peut encore se servir, quand il en aura besoin de la Mitologie des Dieux, les images des Dieux, l’Inconologie [sic], les Fables d’Hyginus, la perspective pratique, Leonard de Vinci Paul Lomasse, Jean Baptiste Armeniny, Franciscus Junius, le Sieur de Cambray, Monsieur Felibien sur le tableau d’Alexandre de la main de Monsieur le Brun.
Voila a peu prés la bibliotheque d’un Peintre qu’il doit lire souvent, à moins qu’il ne veuille se contenter de posseder la peinture, comme le plus sale de tous les Métiers, & non comme le plus noble de tous les Arts.

Quotation

In waare Geschiedenissen of Historien luistert het wat naau, en een vernuftig Meester zal hem wel wachten de betamelykheid te buiten te gaan, om de Lichamen van Man of Vrou, al te veel t’ontblooten, en voornamentlyk eerbare Vrouwen, op dat het niet tot een verkeerden zin mogt geduid werden, tegenstrydig met de waarheid, maar wel zo dat men behoorlyk onderscheiden kan welk een Lichtvaardig of Deugdzaam mensch zy. Inzonderheid de Bybelze Historien, of die van Plutarchus, Titus Livius en anderen.

Quotation

Men leest by Titius Livius, van Philopoëmen den Krijghs-Oversten, dat hy sich soo wel in de Vrede dan in Oorlogh geduerigh inde Crijghs-oeffeningen besich hieldt, op dat hy door dese neerstigheyt, wijsheyt soude in voorraet bekomen; invoeghen het hem als ’t noot soude doen, aen geen Wijse Raetsmannen ontbreecken moght. Even soo moet eenen Jongen Schilder van den beginne aen, door geduerige oeffeningen van Lesen, Teyckenen, Speculereeren, Copiëren, ondervragen, practiseeren ende uytvorssen, sijn gemoet met wijsheyt soecken te vervullen, op dat hy namaels uyt die opgeleyde schatten eens heerlijcke dingen aen de Wereldt soude konnen ten toone stellen. {Datmen sich van wijsheyt en wetenschap in voorraet moet sien te versorgen.}

Quotation

In waare Geschiedenissen of Historien luistert het wat naau, en een vernuftig Meester zal hem wel wachten de betamelykheid te buiten te gaan, om de Lichamen van Man of Vrou, al te veel t’ontblooten, en voornamentlyk eerbare Vrouwen, op dat het niet tot een verkeerden zin mogt geduid werden, tegenstrydig met de waarheid, maar wel zo dat men behoorlyk onderscheiden kan welk een Lichtvaardig of Deugdzaam mensch zy. Inzonderheid de Bybelze Historien, of die van Plutarchus, Titus Livius en anderen.

Quotation

Men leest by Titius Livius, van Philopoëmen den Krijghs-Oversten, dat hy sich soo wel in de Vrede dan in Oorlogh geduerigh inde Crijghs-oeffeningen besich hieldt, op dat hy door dese neerstigheyt, wijsheyt soude in voorraet bekomen; invoeghen het hem als ’t noot soude doen, aen geen Wijse Raetsmannen ontbreecken moght. Even soo moet eenen Jongen Schilder van den beginne aen, door geduerige oeffeningen van Lesen, Teyckenen, Speculereeren, Copiëren, ondervragen, practiseeren ende uytvorssen, sijn gemoet met wijsheyt soecken te vervullen, op dat hy namaels uyt die opgeleyde schatten eens heerlijcke dingen aen de Wereldt soude konnen ten toone stellen. {Datmen sich van wijsheyt en wetenschap in voorraet moet sien te versorgen.}

Quotation

Les livres qui sont propres aux Peintres, sont la Bible, l’Histoire des Juifs, de Joseph, l’Histoire Romaine, le Tite Live, Homere, l’Histoire Ecclesiastique de Godeau, Baronius, les Metamorphoses d’Ovide de Durier, les tableaux de Philostrate, Plutarque des hommes illustres, Pausanias, la religion des Romains, la Colomne [sic] Trajane, les livres de medailles, les bas Reliefs de Perier, Horace, certains Romans capables d’entretenir le genie, & de fortifier par les belles idées, qu’ils donnent des choses.
Le Peintre peut encore se servir, quand il en aura besoin de la Mitologie des Dieux, les images des Dieux, l’Inconologie [sic], les Fables d’Hyginus, la perspective pratique, Leonard de Vinci Paul Lomasse, Jean Baptiste Armeniny, Franciscus Junius, le Sieur de Cambray, Monsieur Felibien sur le tableau d’Alexandre de la main de Monsieur le Brun.
Voila a peu prés la bibliotheque d’un Peintre qu’il doit lire souvent, à moins qu’il ne veuille se contenter de posseder la peinture, comme le plus sale de tous les Métiers, & non comme le plus noble de tous les Arts.

Quotation

In waare Geschiedenissen of Historien luistert het wat naau, en een vernuftig Meester zal hem wel wachten de betamelykheid te buiten te gaan, om de Lichamen van Man of Vrou, al te veel t’ontblooten, en voornamentlyk eerbare Vrouwen, op dat het niet tot een verkeerden zin mogt geduid werden, tegenstrydig met de waarheid, maar wel zo dat men behoorlyk onderscheiden kan welk een Lichtvaardig of Deugdzaam mensch zy. Inzonderheid de Bybelze Historien, of die van Plutarchus, Titus Livius en anderen.