GRAVEERKUNST (n. f.)
TERM USED IN EARLY TRANSLATIONS
ART OF ENGRAVING (eng.)FILTERS
LINKED QUOTATIONS
Quotation
Niemand moet twyffelen of de Graveerkunde is een deftige en lofwaardige konst, zo wel ten opzichte van de Schilderkonst, als de Schilderkonst ten opzichte van de natuur: want gelyk de laatste de natuur tot modél of voorwerp heeft, die zy met het penceel trouwelyk nabootst, zo bootst de Graveerkunde desgelyks de Schilderkonst met de naald of het graveeryzer zodanig na, dat'er niets aan ontbreekt dan alleen de koleur, welke echter noch, des noodts zynde, daar by gevoegd kan worden. De Schilderkonst bestaat in een zuivere, nette, en welgevolgde tekening, proportie, dag en schaduwe: de Graveerkunde is voornaamentlyk mede daar op gegrondvest. De Schilderkonst maakt een onderscheid tusschen het gemeen licht en het zonnelicht: de Graveerkunde van gelyken, of kan het doen. In't kort, daar is niets dat den een met de penceel verricht, of den ander kan het met de naald of het yzer mede uitdrukkken, zo wel allerhande stoffen, wol, zyde, zatyn, linnen, glas, water, goud, hout, steen &c.
[D'apres DE LAIRESSE 1738, p. 630:] The Art of Engraving is questionless noble and praise-worthy ; because it respects Painting, as Painting does Nature : For as the latter has Nature for it’s Model or Object, which it faithfully imitates with the Pencil ; so Engraving likewise copies Painting, either with the Needle or Graver, in such Manner as only to stand in Need of Colours ; which, when required, may be added to it. Painting consists in a neat and good Outline [ndr: drawing], Proportion, Light and Shade : And these are also the Foundations of Engraving. Painting distinguishes between common Light and Sunshin : Engraving does, or can do, the same. In fine, whatever the one performs with the Pencil, the other can express with the Needle or Graver, and as neatly, wheather Stuffs of all Kings, Wool, Silk, Sattin, Linnen, Glass, Water, Gold, Wood, Stone &c.
Conceptual field(s)
Quotation
De Faam kan van de Schilderkonst veele wonderen vertellen in haar afweezen: maar de Graveerkunde maakt zich overal tegenwoordig […] Het moet zyn gelyk een klaare spiegel, welke alle de voorwerpen zuiver en onvervalscht vertoont. Wat de oeffening belangt, daar is veel gelegen aan een fraaye handeling, om de dingen, die men snyden of etsen wil, met een goede bevalligheid voort te brengen. Daarom is het boven al noodzaakelyk deze drie dingen voor eerst vast en grondig te kennen, te weeten, de Tekenkonst, de Perspectief of Doorzichtkunde, en ten derden Dag en Schaduwe. Deze drie zyn zekerlyk de voornaamste, en maaken te samen de Theorie of grondkennisse van 't geheele werk.
[D'après DE LAIRESSE 1738, p. 630-631:] Fame can tell the many Wonders of Painting in it’s Absence ; but Engraving makes itself every where present […] His work must be like a clear Looking-glass, which exhibits all Objects true and without Falsity. As to the manual Operation, a fine Handling is a great Step to Grace ; and, in order to it, the Knowledge of three Things is absolutely necessary, to wit, The Art of Drawing, Persspective, and the Doctrine of Light and Shade : These, as Principals, compose the Theory of the Whole Work.
Conceptual field(s)
Quotation
VOlgens gemeen oordeel, en niet zonder reden, word de Etskunde voor losser en tekenachtiger gehouden als de Sny-of Graveerkunde, om dat tusschen 't etsen en tekenen geen onderscheid is, ten opzichte van het manuaal: maar tusschen het tekenen en snyden is het zeer groot. De handeling van de etsnaald is even als die van 't kreon of de pen. De plaat legt, gelyk het papier om te tekenen, vlak neêr. Het tegendeel bevind men in het snyden: want daar hout men het yzer in de vuist, byna paralel leggende aan de plaat; en de plaat legt niet vast, maar op een bol of zandkussen. Wat de kracht aangaat, die is ook ongelyk minder noodig in 't etsen, dan in 't snyden […]Ten dien opzichte oordeelen wy, dat het etsen in naauwkeurigheid en vaardigheid het snyden verre te boven gaat […]
[D'après DE LAIRESSE 1787, vol. 2, p. 615-616:] Ce n’est pas sans raison qu’on regarde généralement la gravure à l’eau forte comme plus propre à donner à un ouvrage de l’esprit & un caractère de dessin que la gravure au burin ; à cause qu’il n’y a point de différence à travailler à l’eau forte & à dessiner, relativement à l’exécution ; tandis qu’il y en a une fort grande entre le dessin & la gravure au burin. Le maniement de la pointe ou de l’échope est le même que celui du crayon, de la sanguine ou de la plume, & la planche est posée horizontalement & solidement, comme le papier sur lequel on dessine ; mais dans le burin c’est tout le contraire ; […] Voilà donc en quoi la gravure à l’eau forte est, selon moi, préférable à celle du burin, tant par l’exactitude que par la prestesse du travail […]