ZOLDERSTUK (n. n.)
TERM USED IN EARLY TRANSLATIONS
CEILING-PIECE (eng.)FILTERS
LINKED QUOTATIONS
Quotation
In de zaak zelve is aan te merken de eigenschap van een Plafonds, en waar in die met een Schildery aan de wand is verschillende. Voor eerst, in de verkortinge der voorwerpen; en ten tweden, in de koleur [...]Daar en boven dient men te weeten, wat een Konstenaar met de Optica kan uitwerken. Door middel van de zelve, of Perspectief practyk, kan men regt doen schynen dat scheef of rond is, plat en effen dat hol en rond is, ja zo het uiterlyk schynt vertoonen dat 'er niet en is; gelyk de beroemde Pater Niceron, en meer anderen klaarlyk aangeweezen hebben: waarom men zich niet behoeft te verwonderen, dat 'er zo weinige Schilders in dit deel van de Konst uitmunten, vermits de Perspectief zelden door hen zo veel verstaan word om de practyk vast te konnen hebben; daar nochtans zonder de zelve onmogelyk een goed Plafonds of Zolderstuk kan werden gemaakt.
[D'après DE LAIRESSE 1738, p. 450:] In the Matter itself we ought to consider, the Nature of a Plafond, or Cieling-painting, and wherein it differs from a Wall-painting ; as first, in the Foreshortening of the Objects, and secondly, in the Colour […]We ought moreover to know, that by means of Optics, or practical Perspective, we can make crooked Things look strait, hollow or rising ones, flat and even, and cause them outwardly to appear what they really are not ; as the famous F. Niceron, and others, have plainly demonstrated. Wherefore, we need not wonder, that so few Painters excel in this Branch of the Art, since they are little conversant with the practical Part of Perspective, tho’ without it ‘tis impossible to execute a good Cieling piece.
Conceptual field(s)
Quotation
De byzondere stoffen hebben in zulk een geval bekwaame eigenschappen daar toe, welke de zaak krachtig helpen uitdrukken: als daar is de weêrschyn van kreukende zyde tot zweevende beelden, en die zagtjes nederdaalen: de dunne en slappe zyde tot snel op of neêrwaarts vliegende beelden: de leenigste of zwaarste zyde, of stoffe, tot zittende, leggende, of staande. Hier in is het geheim en waar belang van een fraay en woelend Zolderstuk gelegen. Wat het maaken van de gekoleurde stoffen der vliegende beelden aangaat, vermits men ze niet op de Leeman kan stellen, en by gevolg niet na het leven schilderen, kan men daar geen wisse onderrigting van geeven: het is alleenlyk door den geest en het natuurlyk oordeel, benevens een geduurig aanmerking, welke den oeffenaar tot een bekwaame kennis en uitvoering der zelve kan brengen. Van deze middelen alleen moet men zich bedienen, en zich daar door tot een meester maaken; ten dien einde aanmerkende wat stoffe daar toe de bekwaamste zy, gelyk boven breeder is aangeweezen.
[D'après DE LAIRESSE 1738, p. 453-454:] The different Stuffs are very proper to this on such Occasions, and they very much conduce to express the Matter ; as the Reflexion of ruffling Silk for waving Figures, and which are gently descending ; thin and fleazy silk, for swift and drown-flying Figures, and the most pliant or thick Silk and Stuff, for fitting, lying, or standing ones. The Secret and Importance of a fine and stirring Cieling-pieces lies chiefly herein. As for the making of coloured Stuffs of flying Figures, because they cannot be put on the Layman, and therefore not painted after the Life, we cannot lay down any Rules about them : Nothing but a good Conception and natural Judgment, joined to continual Practice and Observation, can bring the Artist to perform it. We must use these Means, and be perfect in them ; observing what Stuff is most proper to the Occasion, as we have before intimated.
Conceptual field(s)
Quotation
IX. boek. Van de houding en smelting der koleuren in de Zolderstukken.
HOewel in het Hoofdstuk van de Goden, en der zelver eigenschappen, breedspraakelyk van de koleuren, welke hun eigen zyn, gehandeld zal worden, zo dient echter by deze gelegentheid noch iets voor af gezegt te werden; weshalven wy eens zullen aantoonen, hoe men de zelve moet plaatsen en behandelen, om een volkomene harmonie uit te maaken. Men moet zich hier door het brillant, of krachtig schoone glinstering der koleuren niet bekend maaken: gantsch niet. Ik oordeel, dat in deze gelegentheid niet beter voegt dan de smeltinge der koleuren, alzo het een aangenaamheid aan 't oog geeft: het ryst wel, en heeft iets ongemeens, ja bovenmenschelyks by zich.
[D'après DE LAIRESSE 1738, p. 466:] Altho’ in the Chapter touching the Deities and their Qualities, we shall treat of the Colours proper to them, we must, on this Occasion, say something previous, and shew, how the Colours ought to be placed and handled, in order to create a perfect Harmony. You must not herein, by any means, be known by flaring, strong, and glittering Colours. I am of Opinion, that on this Occasion, nothing suits better than the Union of Colours ; because it is agreeable to the Eye, causes a fine Relief, and contains something uncommon, even supernatural.