KEUR (n. f.)
FILTERS
LINKED QUOTATIONS
Quotation
Vele onder d Oude en Jonge hebben gemeent dat het niet wel uyt te spreken noch te bepalen was, wat het eygentlijk is, dat wy Schoon noemen; en dat het oversulx niet net kan aangewesen werden, door welcke Waarnemingen, die volkomen en seker te verbeelden is: […] En nadien niet kan gelooghent werden datter ook trappen in de Schoonheyd zijn, en datmen Schoon, Schoonder en noch Schoonder vindt; soo isser geen reden die ons belett te dencken, datter ook een Alderschoonst is. Doe Aristoteles gevraagt wierd wat Schoonheyd was, en waarom al ’t geen Schoon is, bemind werd ! antwoordde hy: Dat is een Blindemans vrage, {Aristoteles meende datmen niet vragen moest wat Schoonheyd was.} d’Heer Kats heeft hem over de verschillige Keuse der Schoonheyd evenwel niet ruymborstig derven verklaren, want hy spreekter elders dese onsekere woorden van:
Men twist nog evenstaag, men twijffeld overal,
Wat datmen in den Mensch voor SCHOONHEYD keuren sal,
Daar is nauw eenig Volk of ’t heeft verscheide Gronden,
Waarop dat ymand SCHOON of LEELYK werd bevonden.
Seker nadien de verscheyde Volken ook in ’t verkiesen en goedkeuren de Schoonheyd niet alleen verschillig zijn, maar datter ook sommige gevonden werden die de Leelijkheyd en Mismaaktheyd ten opsigt van andere Oordeelders, voor de Schoonheyd stellen; sulx heeft menig onvast herssebekken in twijffel gebragt; of de Schoonheyd niet wel slegts in een Keur, of in de Mode, of in een eigen Zinnelijkheyd der Menschen bestaat. {In de Keur der Schoonheyd werd somtijts ook de Lelijkheyt voor Schoon aangesien.}
[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Many amongst the Old and Young have thought that it is not easy to say nor determine what it really is, that we call Beautiful; and that it is not clear to pinpoint, by which Observations, it is to be depicted perfectly and clear: […] And since it cannot be denied that there are also steps in Beauty, and that one finds Beautiful, more Beautiful and even more Beautiful; as such there is no reason to stop us from thinking that a Most Beautiful also exists. When Aristotle was asked what Beauty was, and why all that is beautiful is loved ! he answered: That is the question of a blind man, {Aristotle thought that one should not ask what nature is.} Mister Cats has not dared to explain himself outspokenly about the different types of Beauty, as he utters these uncertain words about it somewhere: They continue to dispute, everywhere they doubt, What it is that one can judge to be BEAUTY in Man, There is barely any people, or it has different grounds, On which someone is thought BEAUTIFUL or UGLY. Especially since the different Peoples are not only different in choosing and approving Beauty, but that we can find some who place the Ugliness and Deformity before the Beauty in contrast to other Judges; such has brought doubt to unstable brains; whether the Beauty exists but in the Choice, or in Fashion, or in a personal reasoning of Men. {In the Choice of Beauty one did sometimes perceive Ugliness as Beautiful.}
Anciens (les)
CATS, Jacob
Modernes (Les)