Van den Marber-steen kan seer weynigh geschreven worden, om dat dese meest uyt den Geest des Oeffenaers moet komen. Maer om er evenwel yets van te seggen, soo kanmen aenmercken, datmen na het aenleggen vanden grondt der Marmer-steen, hy sy dan Wit, Root of Swart, of anders van Coleur, eenige twijffelachtige en dommilige vlacken van Verwen, hier en daer moet aenschommelen
Het Tweede Deel vande Verlichterie-Kunde. Het achtste Capittel. Hoemen alderhande Klippen, Steenrotzen, marbre Colommen; en diergelijcke dingen behoorlijck Coloreeren sal, p. 19