Inde Worstelaers ende Schermers de krachten daer vereyst, in Laocoön vasten ouderdom in Antinous een swacke swier van Lichaem by na Vrouwelijck; in Apollo een wel-gemaeckten Jongelinck, in Bacchus ront gedraeyde leden, in Satyrs en Faunen beklonckenheyt van vlees, ende in de Vrouwen nu een tenger, ende dan een wel-gevoet en poesel Lichaem uytgebeelt; swijghende vande verscheyden Ouderdom, stant, gebaer, wesen, kleedingh en meer sulcks, kan niet genoegh verwonderen de groote schoonheyt in yder en soo wel onderscheydentheyt in allen, met de meeste eenvoudigheyt ende veel meer andere deughden vergeselschapt: