LELIJKHEID (n. f.)
FILTERS
LINKED QUOTATIONS
Quotation
Die lof begeert, zeyt hy verder, vermijde de leelijkheyt in zijne beelden, dat is, hy zuivere haer van alle opspraeklijke teykenen, en trachte nae 't geene gezont en behaeglijk is. En hier toe wil hy, dat men zich veel levendige menschen lichamen voor oogen stelle, en de schoonste maeten vergadere. Want de konst is in de natuer ingedoopt, als gy die daer uit zult getrokken hebben, zult gy veele dwaelingen in uw werk vermijden. Dit is 't meest al, dat den grooten Albert Durer tot onderwijs in zijn Proportieboek voorstelt, ik geloove, dat hem de doodt, terwijl hy dit werk opstelde, verrast heeft.
[BLANC J, 2006, p.137] Qui désire les louanges, dit-il plus loin, doit éviter la laideur dans ses figures. Autrement dit, il doit les épurer de tous les signes condamnables et ne rechercher que ce qui est sain et plaisant. Et pour cela, il veut que l'on contemple sur le vif de nombreux corps d'hommes et que l'on recueille les plus belles mesures. L'art, en effet est immergé dans la nature. Lorsque vous l'en aurez sorti, vous eviterez de nombreux errements dans vos oeuvres. Voici l'enseignement du grand Albrecht Dürer, dans son livre des proportions, avant que la mort, je crois, ne l'ait surpris alors qu'il préparait cet ouvrage.
Conceptual field(s)
Quotation
Vele onder d Oude en Jonge hebben gemeent dat het niet wel uyt te spreken noch te bepalen was, wat het eygentlijk is, dat wy Schoon noemen; en dat het oversulx niet net kan aangewesen werden, door welcke Waarnemingen, die volkomen en seker te verbeelden is: […] En nadien niet kan gelooghent werden datter ook trappen in de Schoonheyd zijn, en datmen Schoon, Schoonder en noch Schoonder vindt; soo isser geen reden die ons belett te dencken, datter ook een Alderschoonst is. Doe Aristoteles gevraagt wierd wat Schoonheyd was, en waarom al ’t geen Schoon is, bemind werd ! antwoordde hy: Dat is een Blindemans vrage, {Aristoteles meende datmen niet vragen moest wat Schoonheyd was.} d’Heer Kats heeft hem over de verschillige Keuse der Schoonheyd evenwel niet ruymborstig derven verklaren, want hy spreekter elders dese onsekere woorden van:
Men twist nog evenstaag, men twijffeld overal,
Wat datmen in den Mensch voor SCHOONHEYD keuren sal,
Daar is nauw eenig Volk of ’t heeft verscheide Gronden,
Waarop dat ymand SCHOON of LEELYK werd bevonden.
Seker nadien de verscheyde Volken ook in ’t verkiesen en goedkeuren de Schoonheyd niet alleen verschillig zijn, maar datter ook sommige gevonden werden die de Leelijkheyd en Mismaaktheyd ten opsigt van andere Oordeelders, voor de Schoonheyd stellen; sulx heeft menig onvast herssebekken in twijffel gebragt; of de Schoonheyd niet wel slegts in een Keur, of in de Mode, of in een eigen Zinnelijkheyd der Menschen bestaat. {In de Keur der Schoonheyd werd somtijts ook de Lelijkheyt voor Schoon aangesien.}
[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Many amongst the Old and Young have thought that it is not easy to say nor determine what it really is, that we call Beautiful; and that it is not clear to pinpoint, by which Observations, it is to be depicted perfectly and clear: […] And since it cannot be denied that there are also steps in Beauty, and that one finds Beautiful, more Beautiful and even more Beautiful; as such there is no reason to stop us from thinking that a Most Beautiful also exists. When Aristotle was asked what Beauty was, and why all that is beautiful is loved ! he answered: That is the question of a blind man, {Aristotle thought that one should not ask what nature is.} Mister Cats has not dared to explain himself outspokenly about the different types of Beauty, as he utters these uncertain words about it somewhere: They continue to dispute, everywhere they doubt, What it is that one can judge to be BEAUTY in Man, There is barely any people, or it has different grounds, On which someone is thought BEAUTIFUL or UGLY. Especially since the different Peoples are not only different in choosing and approving Beauty, but that we can find some who place the Ugliness and Deformity before the Beauty in contrast to other Judges; such has brought doubt to unstable brains; whether the Beauty exists but in the Choice, or in Fashion, or in a personal reasoning of Men. {In the Choice of Beauty one did sometimes perceive Ugliness as Beautiful.}
Anciens (les)
CATS, Jacob
Modernes (Les)
Conceptual field(s)
Quotation
Wanneer wy dese waarschijnelijke beschrijving [ndr: Cicero] der Schoonheyd willen vast houden, soo staat ons daar over tot de algemeene Schilderkonst noodwendig aan te merken, dat het treffen van de Schoonheyd voornamelijk daar in gelegen is, dat de Beelden een behoorlijke Ledenstemming hebben: derhalven salder volgen dat die Leden ten opsigt van haar form, plaats, samenkoppeling en dienst, ten uitersten moeten gekent zijn; gelijkwe ook voorhebben in dese verhandeling na te sporen.
Veel gauwe Verstanden hebben van overlang niet sonder reden aangemerkt dat de uitbeelding der Schoonheyd en Volmaaktheyd seer moyelijk was, om dat haar tegendeel namelijk de Leelijkheyd en Mismaaktheyd seer ligt, of door verscheyde toevallen van selfs geboren word; of door sekere merkteykenen en kenbare trekken op velerhande wijse en by trappen en deelen kan uytgedrukt werden; Ja somtijts wel aldermeest door d’onkundige behandeling der Konstenaars kan ter weereld komen; Maar de Schoonheyd soo ligt niet, omdatse alleen door haar eenvoudig geheel wil vertoont zijn; welk Geheel niet eer met die selve eenigheyd in de nagevolgde Beelden kan gesien werden, voor dat alle de Deelen, sonder de minste afwijkking met malkander over een stemmen. Waarom dan ook sommige over dit gewigtig deel der Schilderkonst hebben geseyd, dat de Schoonheyd op het juist na te volgen, alsoo ongemeen was, als de Schoonheyd selfs.
[suggested translation, Marije Osnabrugge:] When we want to keep to this truthful description [ndr: by Cicero] of Beauty, we should remark about this with regard to the general Art of Painting, that reaching Beauty mainly consists in this, that the Figures have a proper division of limbs: from this it necessarily follows that those Limbs should be known profoundly with regard to their form, place, connection and function; like we set out to do in this treatise. Many quick Minds have noticed for a long time that the depiction of Beauty and Perfection is very difficult, because its opposite – that is the Ugliness and Deformity – are born spontaneously or through different coincidences; or they can be expressed with certain marks or recognizable treats in many different ways and in levels and parts; Yes sometimes they mostly come into existence through the incapable treatment of Artists; But Beauty is not so easy, because it can only be shown through her simple whole; which Whole cannot be perceived in its unicity in the imitated Figures, before all the Parts, coincide without the least divergence. This is why some have said about this important part of the Art of Painting, that it was just as uncommon to imitate Beauty in the right way, as Beauty itself [ndr: is uncommon].