{Hoemen de vlackheyt moet bekomen.} Daer-en-boven soo sal u dese manniere een seer goede wegh banen tot de vlackigheyt, en observatie van schoone dagen en eenparige groote schaduwen. Dese wort door de manniere van kantigheydt verkregen, soo wanneer datmen groote en generale donckerheden en lichten maeckt, sonder die door eenige andere dingen die daer in komen mochten, ofte door de snelligheyt te verbreecken, en te bederven; (…) en dit moetmen generaelijck soo in Naeckten, Kleedingen als andere Lichamen observeeren, die sonder daer op acht te geven lichtelijck konnen bedorven worden.