BEGRIP (n. n.)
FILTERS
LINKED QUOTATIONS
Quotation
Hier by sal, oock eyndelingh, een verstandigh Konst-oeffenaer moeten weten, dat hy hem boven de study van alle voorgemelde dingen, seer neerstigh besich houdt omtrent het beschouwen van het natuerlijck leven, ende dat in alle voorvallen daer ’t mogelijck is ghebruycken, want datmen sich soude willen laten voorstaen, soo rasmen eenige trappen vande Konst te boven is geklommen, datmen alle de formen, en doeningen van het leven in sijn memorye kan houden, ende tevoorschijn brenghen, soo wanneermen die aan zijn inventien wil toepassen, die soude sich seer dickwils bedrogen vinden; {By alles watmen navorst moet ook vooral het leven gekent worden.} alwaert saecke yemant in alle de voorige studien sich al heel wel geoeffent had: Want het natuerlijck leven is in alles soo rijck, overvloedigh, konstigh en geleert, dat onse geheughnis op verr’na niet machtig is die geheel te bevatten veel min te behouden: Invoegen men noch Wercks genoegh vint om de gedachten besich te houden ontrent de menighte der saecken, diemen in ’t leven niet altijdt en kan bekomen, ten sy slechts in een schemerent oogenblick, of andersins door een krachtighe verbeeldenskracht, die door het sien van veele saecken ende verstandigh begrijp der dingen op-gekoestert ende ondersteunt wort: Welck ontrent het uytstorten van Geestige fantasien veele vermach; en deswegen niet t’onrecht aengeraden daer na te trachten, want door de inbeeldinge soo konnen wy d’afwesende dingen ons soo gemeen maecken als ofmen die tegenwoordich by sich hadde; {Wat d’Inbeeldingh vermagh.} invoegen daer niet anders dan de handt des Constenaers van nooden is om die op den Schilder-doeck te brenghen; waerom oock eenighe de In-beeldinghen by waeckende Droomen vergeleken hebben.
[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Finally, a wise practitioner of the Art should also know, that he should diligently occupy himself with the observation of the natural Life, besides the study of all the aforementioned things, and to apply it in all possible occasions, because he would be often feel deceived who would boast – as soon as he has climbed some steps of the Art – that he could store all forms and actions of life in his memory and bring them forth whenever he would want to apply them to his inventions; {In all that one investigates, one should especially know life.} although it is necessary that someone has already practiced a lot in all the aforementioned studies: As the natural life is so rich in everything, abundant, artful and learned, that our memory is not at all capable to conceive it in its entirety and even less to remember: As such one moreover finds enough work to keep the thoughts occupied regarding the quantity of things, that one cannot find in life, unless in a dusky moment, or else by means of a powerful power of imagination, which is enforced and sustained by the observation of many things and a sensible understanding of things: Which may be capable of a lot regarding the pouring out of witty fantasies; and therefore it is justified to advice to attempt this, as we can appropriate the unavailable things by means of the imagination as if we had them presently with us; {What the imagination is capable of.} as such we need nothing but the hand of the Artist to apply it to the Painter’s canvas; which is why some have compared the imaginations to awake Dreams.
Conceptual field(s)
Quotation
[...] : dewijl een verstandig meester niet alleen de schets, maer zelfs een volmaekt begrijp van't geen hy voorheeft in zijn verstant voor af maelt.
[BLANC J, 2006, p. 46] Un maître intelligent peint d'abord en son entendement l'esquisse mais aussi la parfaite idée de ce qu'il a l'intention de faire.
Conceptual field(s)
Quotation
De moderne Teekenkonst is, diemen van jongs op leerd, door een natuurlyk begrip, en oeffening der handen, dewelke zo noodzaakelyk is, datmen onmoogelyk tot de tweede kan koomen, dan alvoorens haar, korrekt en vast te kennen, als zynde de grondslag van t’geheel. […] is voor zo ver een goed modern teekenaar, dewyl niet meer vereyscht wordt, als een eenvoudige imitatie, of naarbootzing, zonder het minste af, of toe te doen; Zy vraagt, nog wijst niet, wat goed en kwaad is in de voorwerpen? maar laat haar vergnoegen, als zy zo ver zyn, wyzende hen lieden dan verders, een trap hooger, naar haar Zuster Antik, die ouwer en wyzer is: Dat’s voor zoveel de moderne, en Algemeene Teekenkonst betreft, als zynde noodzaakelyk.
[suggested translation, Marije Osnabrugge:] The modern art of drawing is that which one learns since childhood, through a natural understanding and practice of the hands, which is so necessary, that one can impossibly obtain the second, before one knows her correctly and steadily, as the basis of it all. […] is thus far a good modern draughtsman, as nothing else is demanded but a simple imitation, without deleting or adding anything; She does not ask or points out, what is good or bad in the objects, but limits herself, when they have advanced this much, to point them ahead, to a next step, to her sister Antiquity, who is older and wiser: That’s it for as far as the modern and general art of drawing is concerned, being necessary.