{Inleydinge, en ordre.} Na datwe de logten, landschappen, wateren, visschen, en gevogelte hebben verhandelt; die men ten meerendeele voor zig kan hebben, als het stilleven; zoo gaanwe ons nu tot enkel stilleven overgeeven, ’t welk, hoewel het gemakkelijker in ’t gemeen gereekent word; nogtans ons de voornaamste en swaarder voorwerpen leeren zal, daar aan een Schilder vry werk genoeg zal vinden; om behoorlijk te vertoonen. {Inhout deezes Hooftdeels.} Daar zijn veele lichchaamen, die hoewel gants verscheiden van aard; nogtans de zelve verwen hebben, als hair, van veelerhande koleur, vertoont zig in vrugten in stroo, schuiren, steen, scheepen, en diergelijke dingen openbaar: waarom ons voornemen is, daar onder hier alles te voldoen, dat derwaarts kan gebragt worden; verzeekert, dat een Schilder nu al heeft leeren geeven en neemen, en verstaat hoe hy na advenant; dag, schaduwe en weertsteutinge en ’t hoogste ligt temperenzal; gelijk uit veelerhande voorbeelden van ’t eerste deel kennelijk is.
Vierde boek: Handelende met het volgende Boek, van veelerhande en het swaarte Stilleven. Eerste hooftdeel: Van Hair, Boomstammen, Hout en Metzelwerk, p. 111-112