BONSIGNORI, Francesco ( 1455-1519 )

ISNI:0000000003063163 Getty:500031337

Quotation

Soo geeft ook de innerlijke vreese selden groot misbaar, {Inwendige vreese geeft selden groote Actien.} maar laat sig meest sien aan het Aangesigt, dat in dit voor-val meest altijd bleek en besturven word. Want om dat het Bloed schielijker als ander na het herte gaat, of mogelijk op eeniger wijs stil staat, of trager loopt, soo schijnd het datter een koude over al de Leden komt, die dese Dood verwe veroorsaakt. Daar werd van de Schilders niet ligter aangetast dan dusdanige Passien, om dat de Historien daar sulx in voorvalt, gemeen en veel zijn, of ten minsten daar in ligt konnen te pas gebragt werden. Doch wy agten datter inde Schilder Konst niet swaarder is, dan het selve Natuurlijk en als een ware oorsaak hebbende, te doen. De reden schijnd ons, om datmen sulx naulijx in ’t Leven voor een oogenblik kan sien en waarnemen, en dat de Modellen diemen daar toe verkiest, alleen gemaakte Passien hebben; die in ’t volgen dikwils noch een Natuurlijk Rokjen uyt trekken, eermense op het Tafereel siet. Men Leest van eenen Gonzaga Hertog van Mantua, dat hy op sekeren tijd den Italiaanschen Schilder Francisco Monsignori [ndr: Bonsignori] eenen Sebastiaan Leerde Schilderen, die seer natuurlijk, vol Vrees en Schrik voor de Scheut, aan een Boom gebonden stond: {Hoe den Hertog Gonzaga een schikkigen Sebastiaan Leerde Schilderen.} ’t werk hy door een Arbeyder die Monsignori voor Model diende, verrigte. Want als dien schilder ’t geseyde Model, in sijn onnooselheyd naakt had vast gebonden, quam den Hertog onverwagt met een Dagge in de Kamer gesprongen, seggende: Sa Schelm nu moetje’er aan; hier toe heb ikje op dese plaats laten brengen. Gy kunt denken Leser, of dien Bloed niet waarlijker verschrikte ! en sigh inbeelde, dat hem de steek aanstonds souw door het Hert gaan. Welken oogenblik Monsignori sonder sig te ontsetten soo wel in agt nam, dat hy sijnen Sebastiaan seer angstvallig aan den Hertog geschilderd leverde.

Quotation

Soo geeft ook de innerlijke vreese selden groot misbaar, {Inwendige vreese geeft selden groote Actien.} maar laat sig meest sien aan het Aangesigt, dat in dit voor-val meest altijd bleek en besturven word. Want om dat het Bloed schielijker als ander na het herte gaat, of mogelijk op eeniger wijs stil staat, of trager loopt, soo schijnd het datter een koude over al de Leden komt, die dese Dood verwe veroorsaakt. Daar werd van de Schilders niet ligter aangetast dan dusdanige Passien, om dat de Historien daar sulx in voorvalt, gemeen en veel zijn, of ten minsten daar in ligt konnen te pas gebragt werden. Doch wy agten datter inde Schilder Konst niet swaarder is, dan het selve Natuurlijk en als een ware oorsaak hebbende, te doen. De reden schijnd ons, om datmen sulx naulijx in ’t Leven voor een oogenblik kan sien en waarnemen, en dat de Modellen diemen daar toe verkiest, alleen gemaakte Passien hebben; die in ’t volgen dikwils noch een Natuurlijk Rokjen uyt trekken, eermense op het Tafereel siet. Men Leest van eenen Gonzaga Hertog van Mantua, dat hy op sekeren tijd den Italiaanschen Schilder Francisco Monsignori [ndr: Bonsignori] eenen Sebastiaan Leerde Schilderen, die seer natuurlijk, vol Vrees en Schrik voor de Scheut, aan een Boom gebonden stond: {Hoe den Hertog Gonzaga een schikkigen Sebastiaan Leerde Schilderen.} ’t werk hy door een Arbeyder die Monsignori voor Model diende, verrigte. Want als dien schilder ’t geseyde Model, in sijn onnooselheyd naakt had vast gebonden, quam den Hertog onverwagt met een Dagge in de Kamer gesprongen, seggende: Sa Schelm nu moetje’er aan; hier toe heb ikje op dese plaats laten brengen. Gy kunt denken Leser, of dien Bloed niet waarlijker verschrikte ! en sigh inbeelde, dat hem de steek aanstonds souw door het Hert gaan. Welken oogenblik Monsignori sonder sig te ontsetten soo wel in agt nam, dat hy sijnen Sebastiaan seer angstvallig aan den Hertog geschilderd leverde.

Quotation

Soo geeft ook de innerlijke vreese selden groot misbaar, {Inwendige vreese geeft selden groote Actien.} maar laat sig meest sien aan het Aangesigt, dat in dit voor-val meest altijd bleek en besturven word. Want om dat het Bloed schielijker als ander na het herte gaat, of mogelijk op eeniger wijs stil staat, of trager loopt, soo schijnd het datter een koude over al de Leden komt, die dese Dood verwe veroorsaakt. Daar werd van de Schilders niet ligter aangetast dan dusdanige Passien, om dat de Historien daar sulx in voorvalt, gemeen en veel zijn, of ten minsten daar in ligt konnen te pas gebragt werden. Doch wy agten datter inde Schilder Konst niet swaarder is, dan het selve Natuurlijk en als een ware oorsaak hebbende, te doen. De reden schijnd ons, om datmen sulx naulijx in ’t Leven voor een oogenblik kan sien en waarnemen, en dat de Modellen diemen daar toe verkiest, alleen gemaakte Passien hebben; die in ’t volgen dikwils noch een Natuurlijk Rokjen uyt trekken, eermense op het Tafereel siet. Men Leest van eenen Gonzaga Hertog van Mantua, dat hy op sekeren tijd den Italiaanschen Schilder Francisco Monsignori [ndr: Bonsignori] eenen Sebastiaan Leerde Schilderen, die seer natuurlijk, vol Vrees en Schrik voor de Scheut, aan een Boom gebonden stond: {Hoe den Hertog Gonzaga een schikkigen Sebastiaan Leerde Schilderen.} ’t werk hy door een Arbeyder die Monsignori voor Model diende, verrigte. Want als dien schilder ’t geseyde Model, in sijn onnooselheyd naakt had vast gebonden, quam den Hertog onverwagt met een Dagge in de Kamer gesprongen, seggende: Sa Schelm nu moetje’er aan; hier toe heb ikje op dese plaats laten brengen. Gy kunt denken Leser, of dien Bloed niet waarlijker verschrikte ! en sigh inbeelde, dat hem de steek aanstonds souw door het Hert gaan. Welken oogenblik Monsignori sonder sig te ontsetten soo wel in agt nam, dat hy sijnen Sebastiaan seer angstvallig aan den Hertog geschilderd leverde.

Quotation

Soo geeft ook de innerlijke vreese selden groot misbaar, {Inwendige vreese geeft selden groote Actien.} maar laat sig meest sien aan het Aangesigt, dat in dit voor-val meest altijd bleek en besturven word. Want om dat het Bloed schielijker als ander na het herte gaat, of mogelijk op eeniger wijs stil staat, of trager loopt, soo schijnd het datter een koude over al de Leden komt, die dese Dood verwe veroorsaakt. Daar werd van de Schilders niet ligter aangetast dan dusdanige Passien, om dat de Historien daar sulx in voorvalt, gemeen en veel zijn, of ten minsten daar in ligt konnen te pas gebragt werden. Doch wy agten datter inde Schilder Konst niet swaarder is, dan het selve Natuurlijk en als een ware oorsaak hebbende, te doen. De reden schijnd ons, om datmen sulx naulijx in ’t Leven voor een oogenblik kan sien en waarnemen, en dat de Modellen diemen daar toe verkiest, alleen gemaakte Passien hebben; die in ’t volgen dikwils noch een Natuurlijk Rokjen uyt trekken, eermense op het Tafereel siet. Men Leest van eenen Gonzaga Hertog van Mantua, dat hy op sekeren tijd den Italiaanschen Schilder Francisco Monsignori [ndr: Bonsignori] eenen Sebastiaan Leerde Schilderen, die seer natuurlijk, vol Vrees en Schrik voor de Scheut, aan een Boom gebonden stond: {Hoe den Hertog Gonzaga een schikkigen Sebastiaan Leerde Schilderen.} ’t werk hy door een Arbeyder die Monsignori voor Model diende, verrigte. Want als dien schilder ’t geseyde Model, in sijn onnooselheyd naakt had vast gebonden, quam den Hertog onverwagt met een Dagge in de Kamer gesprongen, seggende: Sa Schelm nu moetje’er aan; hier toe heb ikje op dese plaats laten brengen. Gy kunt denken Leser, of dien Bloed niet waarlijker verschrikte ! en sigh inbeelde, dat hem de steek aanstonds souw door het Hert gaan. Welken oogenblik Monsignori sonder sig te ontsetten soo wel in agt nam, dat hy sijnen Sebastiaan seer angstvallig aan den Hertog geschilderd leverde.

Quotation

Soo geeft ook de innerlijke vreese selden groot misbaar, {Inwendige vreese geeft selden groote Actien.} maar laat sig meest sien aan het Aangesigt, dat in dit voor-val meest altijd bleek en besturven word. Want om dat het Bloed schielijker als ander na het herte gaat, of mogelijk op eeniger wijs stil staat, of trager loopt, soo schijnd het datter een koude over al de Leden komt, die dese Dood verwe veroorsaakt. Daar werd van de Schilders niet ligter aangetast dan dusdanige Passien, om dat de Historien daar sulx in voorvalt, gemeen en veel zijn, of ten minsten daar in ligt konnen te pas gebragt werden. Doch wy agten datter inde Schilder Konst niet swaarder is, dan het selve Natuurlijk en als een ware oorsaak hebbende, te doen. De reden schijnd ons, om datmen sulx naulijx in ’t Leven voor een oogenblik kan sien en waarnemen, en dat de Modellen diemen daar toe verkiest, alleen gemaakte Passien hebben; die in ’t volgen dikwils noch een Natuurlijk Rokjen uyt trekken, eermense op het Tafereel siet. Men Leest van eenen Gonzaga Hertog van Mantua, dat hy op sekeren tijd den Italiaanschen Schilder Francisco Monsignori [ndr: Bonsignori] eenen Sebastiaan Leerde Schilderen, die seer natuurlijk, vol Vrees en Schrik voor de Scheut, aan een Boom gebonden stond: {Hoe den Hertog Gonzaga een schikkigen Sebastiaan Leerde Schilderen.} ’t werk hy door een Arbeyder die Monsignori voor Model diende, verrigte. Want als dien schilder ’t geseyde Model, in sijn onnooselheyd naakt had vast gebonden, quam den Hertog onverwagt met een Dagge in de Kamer gesprongen, seggende: Sa Schelm nu moetje’er aan; hier toe heb ikje op dese plaats laten brengen. Gy kunt denken Leser, of dien Bloed niet waarlijker verschrikte ! en sigh inbeelde, dat hem de steek aanstonds souw door het Hert gaan. Welken oogenblik Monsignori sonder sig te ontsetten soo wel in agt nam, dat hy sijnen Sebastiaan seer angstvallig aan den Hertog geschilderd leverde.

Quotation

Soo geeft ook de innerlijke vreese selden groot misbaar, {Inwendige vreese geeft selden groote Actien.} maar laat sig meest sien aan het Aangesigt, dat in dit voor-val meest altijd bleek en besturven word. Want om dat het Bloed schielijker als ander na het herte gaat, of mogelijk op eeniger wijs stil staat, of trager loopt, soo schijnd het datter een koude over al de Leden komt, die dese Dood verwe veroorsaakt. Daar werd van de Schilders niet ligter aangetast dan dusdanige Passien, om dat de Historien daar sulx in voorvalt, gemeen en veel zijn, of ten minsten daar in ligt konnen te pas gebragt werden. Doch wy agten datter inde Schilder Konst niet swaarder is, dan het selve Natuurlijk en als een ware oorsaak hebbende, te doen. De reden schijnd ons, om datmen sulx naulijx in ’t Leven voor een oogenblik kan sien en waarnemen, en dat de Modellen diemen daar toe verkiest, alleen gemaakte Passien hebben; die in ’t volgen dikwils noch een Natuurlijk Rokjen uyt trekken, eermense op het Tafereel siet. Men Leest van eenen Gonzaga Hertog van Mantua, dat hy op sekeren tijd den Italiaanschen Schilder Francisco Monsignori [ndr: Bonsignori] eenen Sebastiaan Leerde Schilderen, die seer natuurlijk, vol Vrees en Schrik voor de Scheut, aan een Boom gebonden stond: {Hoe den Hertog Gonzaga een schikkigen Sebastiaan Leerde Schilderen.} ’t werk hy door een Arbeyder die Monsignori voor Model diende, verrigte. Want als dien schilder ’t geseyde Model, in sijn onnooselheyd naakt had vast gebonden, quam den Hertog onverwagt met een Dagge in de Kamer gesprongen, seggende: Sa Schelm nu moetje’er aan; hier toe heb ikje op dese plaats laten brengen. Gy kunt denken Leser, of dien Bloed niet waarlijker verschrikte ! en sigh inbeelde, dat hem de steek aanstonds souw door het Hert gaan. Welken oogenblik Monsignori sonder sig te ontsetten soo wel in agt nam, dat hy sijnen Sebastiaan seer angstvallig aan den Hertog geschilderd leverde.