FURNERIUS, Abraham ( 1628-1654 )

ISNI:0000000084578619 Getty:500002307

Quotation

Ik stelde wel eer in onze Schilderschool aen Furnerius, die namaels in zijn lantschappen zeer aerdich was, deeze vraeg voor: Waer uit datmen zoude weeten en kennen, of een Historie wel was uitgebeelt? Hy antwoorde: Uit kennis van de geschiedenis. Dit antwoort is kort en goet, maer onbequaem om tot een rechtsnoer te dienen. Want hier staet wederom te vragen: Wat de kennis eener geschiedenis in zich begrijpt? Hier op antwoorde  ik: Datmen voornamentlijk op drie dingen te letten heeft, waer van het eerste is, de personaedjen, die ontrent de geschiedenis bezich zijn, te kennen; [...] Ten tweeden moetmen de daed der Historie wel deurgronden, en aen wie het doen of lijden meest belangt:[...] Ten derden moetmen op tijd, plaets, en omstandicheyt acht geven;[...]

Quotation

Ik stelde wel eer in onze Schilderschool aen Furnerius, die namaels in zijn lantschappen zeer aerdich was, deeze vraeg voor: Waer uit datmen zoude weeten en kennen, of een Historie wel was uitgebeelt? Hy antwoorde: Uit kennis van de geschiedenis. Dit antwoort is kort en goet, maer onbequaem om tot een rechtsnoer te dienen. Want hier staet wederom te vragen: Wat de kennis eener geschiedenis in zich begrijpt? Hier op antwoorde  ik: Datmen voornamentlijk op drie dingen te letten heeft, waer van het eerste is, de personaedjen, die ontrent de geschiedenis bezich zijn, te kennen; [...] Ten tweeden moetmen de daed der Historie wel deurgronden, en aen wie het doen of lijden meest belangt:[...] Ten derden moetmen op tijd, plaets, en omstandicheyt acht geven;[...]

Quotation

Ik stelde wel eer in onze Schilderschool aen Furnerius, die namaels in zijn lantschappen zeer aerdich was, deeze vraeg voor: Waer uit datmen zoude weeten en kennen, of een Historie wel was uitgebeelt? Hy antwoorde: Uit kennis van de geschiedenis. Dit antwoort is kort en goet, maer onbequaem om tot een rechtsnoer te dienen. Want hier staet wederom te vragen: Wat de kennis eener geschiedenis in zich begrijpt? Hier op antwoorde  ik: Datmen voornamentlijk op drie dingen te letten heeft, waer van het eerste is, de personaedjen, die ontrent de geschiedenis bezich zijn, te kennen; [...] Ten tweeden moetmen de daed der Historie wel deurgronden, en aen wie het doen of lijden meest belangt:[...] Ten derden moetmen op tijd, plaets, en omstandicheyt acht geven;[...]