REICHTUM (n. n.)
TERM USED AS TRANSLATIONS IN QUOTATION
RIJKDOM (nld.)RIJKDOM
GOEREE, Willem, Anweisung zu der Practic oder Handlung der allgemeinen Mahler-Kunst worinnen nebenst derselben Fürtrefligkeit und Nutzen kürßlich an gezeiget wird, was einer zum gründlichen Verstand der Mahler-Kunst wissen muß, und wie man seine Ubung darinnen ein vollkommener Meister zu werden anstellen soll. Anfangs in Holländischer Sprache an den Tag gegeben Durch Wilhelm Goeree. Und nunmehr ins Hochteutsche überseßet Von Johann Langen, trad. par LANGE, Johann, Hamburg, Johann Naumann und Georg Wolffen, 1678.
De gansche Pogingh van een Schilder die na een geluckigh eynde traght, kan bequamelijck in dry onderscheyde tijden van Doeningh afgedeelt worden. d’Eerste is de studie diemen moet aenwenden om te leeren; De tweede, geleert zijnde, te yveren na eenen grooten naem: De derde, te arbeyden om een eerlijcken Rijckdom te verkrijgen. { ’t Gansche leven van een verstandigh Schilder in 3 tijden onderscheyden.}
Sevende Capittel, p. 115Indien staet zijnde, is het tijt om na eerlijck Gewin en Rijckdom om te sien. {3. Tijt van een groot Meester om Rijckdom te krijgen.} Soo ras men sich kan verseeckeren datmen door sijn gedane Neerstigheydt een volkomen Meester geworden is, die sonder alle hulp van andere onderwijsers alleen kan voort studeeren, en dat sijnen Naem daer by begint vermaert te werden, soo moetmen trachten sich selven over al in de gunste der Menschen in te dringhen; {Gunste der groote en Konstkenners.} insonderheyt meest ontrent de groote, als Koningen, Princen, Vorsten en Heeren, ende wel voornamentlijck by die, welcke door Liefde tot de Konst, de Konstenaer beminnen, ende deselve door rijckelijck te beloonen de handt boven ’t hooft houden: Oock omtrent verstandighe en Geleerde Heeren, die goede Konst-kenders zijn, ende u hier en daer konnen voor-draghen, en Recommanderen daer wat Meesterlijcks te maecken valt.
Sevende Capittel, p.129-130