Uyt dese ende diergelijcke Exempelen kan dan oock lichtelijck afgenomne worden, hoe gansch ongeoorlooft en schandelijck dat het is, de Achtbaerheyt van soodanighen heerlijcken Const, aen de dienstbaerheydt van allerley schadelijckheden te verhangen, ende alsoo de Const tot aenstoockingh van ondeughden te stellen; {Verachtingh van het misbruyck der Schilder-konst.} even als eertijts de ontuchtige Heydenen deden, die de Constenaers daerom alleen in aensien hielden, om datse hunne Drinck-vaten, en Bachus Kroesen, (daerse doch wonder veel mede op hadden ) met allerley geyle en onkuyssche Beelden wisten te graveren ende te beschilderen.