GEEST (n. m.)

ESPRIT (fra.) · GEIST (deu.) · GÉNIE (fra.) · SCHARFSINNIGKEIT (deu.) · SPIRIT (eng.) · VERNUNFT (deu.) · VERSTAND (deu.)
TERM USED AS TRANSLATIONS IN QUOTATION
ESPRIT (fra.) · GÉNIE (fra.)
TERM USED IN EARLY TRANSLATIONS
/ · FANCY (eng.) · GEIST (deu.) · GÉNIE (fra.) · INVENTION (eng.) · KOPF (deu.) · MIND (eng.) · SCHARFSINNIGKEIT (deu.) · SPIRIT (eng.) · THOUGHT (eng.) · VERSTAND (deu.)
BLANC, Jan, « ESPRIT », dans HECK, Michèle-Caroline (éd.), Montpellier, Presses Universitaires de la Méditerranée, 2018, p. 195-201.
OSNABRUGGE, Marije, « Talent, Genius, Passion: 17th- and 18th- century Dutch Terminology for an Intangible but Indispensable Factor in Artistic Success », dans HECK, Michèle-Caroline, FREYSSINET, Marianne et TROUVÉ, Stéphanie (éd.), Lexicographie artistique : formes, usages et enjeux dans l'Europe moderne, Actes du colloque de Montpellier et Paris, Montpellier, PULM, 2018, p. 229-243 [En ligne : dx.doi.org/10.26530/OAPEN_644313 consulté le 15/03/2018].

FILTERS

LINKED QUOTATIONS

11 sources
25 quotations

Quotation

Werdt vereyscht een vloeyende ende eyghentlijcke by een-voeghende gheest. Dat sulcx waerachtigh is, kan men hier aen bemercken; dat, wie vloeyend in 't ordineren is, sal nimmermeer voor een sware t'samen-schickinghe verlegen staen: aenghesien sijn vruchtbare gheest duysenden van veranderlijcke bedenckinghen uyt-stort: wanneer hy sijn ghedachten ghesamentlijcke in-spant, en de selve ontrent een laet spelen. En so dan dese vloeyentheyt vergheselschapt werdt met de eyghentlijckheyt, ende te samen gaen als ghesusters, soo sal men bevinden, dat het selve sulcken een aenghenamen bevallijcken luyster aen de Kunst sal brenghen, dat het selve beter by verstandighe Meesters begrepen kan werden, dan van my door veel woorden uytgheleyt. Soo werdt dit dan mede in een Schilder vereyscht, door dien dat hy hier door de Historien, die hy af-beeldt, de Lief-hebberen, en die ghene diese sien; te verstandelijcker kan voorstellen.

[proposition de traduction, Léonard Pouy:] Il est nécessaire pour l’esprit de combiner les choses de manière fluide et naturelle. Ceci peut être vérifié car celui qui ordonne sa composition de manière fluide ne souffrira jamais plus des arrangements complexes, étant donné que son esprit fertile lui proposera force d’idées diverses lorsqu’il laissera libre cours à ses pensées. Et si cette fluidité est accompagnée de naturel, et que les deux vont de paire, l’on trouvera que ceci donne à l’art un lustre si plaisamment attrayant que celui-ci pourra être mieux saisi par les maîtres raisonnables que par une longue explication de ma part. Aussi est-ce également nécessaire pour un peintre car cela lui permet de rendre les histoires qu’il représente plus compréhensibles pour les amateurs d’art et pour ceux qui les contemplent.

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités

Quotation

{Men kan die niet vast bepaalen.} Wat my aangaat, hoewel ik de vrye geest der Schilderen niet binden wil, en wel weet wat kragtige inbeeldingen zomtijds ‘er zijn, en dat een Meester zoo vast kan weezen, dat hy zonder regulen, heeft leeren alles schilderen na zijn afwykingen, en ook dat d’eene d’inbeeldinge in zommige dingen anders als d’andere geleid wordt; {Maniere des Autheurs.} zal alleenlijk ten dienste der Leerlingen mijn maniere en ordre voorstellen, die ik niet twijffele, of zal eenige dienst en vrugt konnen toebrengen.

[translation: BEURS, en préparation, transl. Myra Scholz:] {This cannot be rigidly prescribed, the author’s method} Although I do not want to constrain the free spirit of artists—knowing what powerful imaginations there are in some cases, and that a master can be so sure of himself that he has learned to paint everything in his own way without rules; knowing also that in some things one imagination is guided differently from another—I shall merely offer pupils my method and order of painting, which I have no doubt will prove useful and fruitful.

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

{Nuttigheyt van dese onderwijsing.} Dit dan de Leerlinghen eens wel inghescherpt ende van haer verstaen zijnde, sullen terstont selfs uyt de Geest, allerhande verkiesinghe van fraeye Tronien, met verstant na de reden, Meesterachtigh weten te schetsen en veerdigh aen te wijsen: Daer sy anders na een platte af-teyckeninghe al doende niet en weten watse doen, noch waer toe dat het zijn ooghmerck heeft;

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] {Use of this instruction.} Once this has been imprinted in the Pupils and understood by them, they will soon be able to sketch masterfully and competently point out different sorts of beautiful Faces, with knowledge of the reason, from the Mind: Where otherwise they would not know what they are doing after a flat copy, nor what its use is;

Conceptual field(s)

CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

{Nader bericht aengaende het Teyckenen na printen.} In ’t voor-by-gaen dient oock aen-gemerckt, dat wy niet en Ordeelen dat het Teyckenen na Printen absoluyt ongeraden is, neen seecker, maer wy seggen in tegendeel dat het voor die gene welcke alreede een goede handelingh hebben bekomen, en wat op haer eyghen beenen beginnen te staen, haer Werck wel mogen maecken van seer veel na Printen te Teyckenen, ja alles wat hun fraeys voor komt na te Teyckenen, en sonder op-houden daer na te studeeren; {Nuttigheyt hier van.} niet juyst geheele Printen (ten sy die dat waerdigh zijn) maer het gene daer bysonders mochte in wesen, ’t sy fraye Beelden, aerdighe en antique Kleedinghen die verstandigh en seecker gheployt zijn, wel-bedachte en Werckelijcke actien en wat dies meer is, daer toe nemenede de onkostelijcksten tijt, als Winterse-avonden en vroegen Morgen-stonden, insonderheydt alsmen den dagh tot andere studien, ’t sy van Ordineeren of Schilderen kan besteden; en dit moetmen alles te dien eynde doen, op datmen door het gheduerigh na teyckenen van fraye dinghen, vast en volkomen mochte worden, en den Geest allenghskens vol fraye gedachten drucken welcke maniere van doen evenwel van sommige (doch ten onrechten en sonder reden) wert tegen gesproocken.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] {More information regarding drawing after prints.} In passing we should also remark that we do not believe that the Drawing after Prints is completely unadvisable, certainly not, but we say to the contrary that for those who have already obtained a good manner, and are starting to stand on their own two feet, they may certainly focus on drawing a lot after prints, yes drawing after everything that seems beautiful to them, without limitations; {Use of this.} not necessarily whole Prints (unless they are worth it) but those things that are special in them, be it beautiful Figures, nice and antique Clothing that are sensibly and convincingly folded, well-conceived and True actions and what else, taking free time for it, such as Winter evenings and early mornings, especially if one can dedicate the daytime to other studies, either Composing or Painting; and one should do all this with the objective that one might become steady and perfect through lengthily drawing after beautiful things, and imprint the Mind gradually full of beautiful thoughts, which manner of doing is still opposed (albeit undeservedly and without reason) by some.

Goeree discerns different types of drawing and gives ample advice and commentary. Here he discusses the practice of drawing after prints. This section is rather different in the English translation. [MO]

Conceptual field(s)

CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

{Kleyne dingen konnen somtijts sonder omtreck gemaeckt worden, en nochtans omgetrocken schijnen.} Men kan oock veel dingen, insonderheyt in ’t kleyne ofte kleyne deelen, sonder trecken tegen den dagh aenwijsen, die evenwel soo volkomen sullen schijnen als ofse omghetrocken ware; daer van alle voorvallen niet wel en konnen geseyt worden; Wy sullen slechts een Exempel [ndr: reference to illustration] voor allen stellen, de reste moet de Geest van een Geestigh Teyckenaer na gelegentheydt te passen, volgens ’t gene sijn Voorwerp sal konnen lijden; door welcke op-merckingh men veel aerdigheyts en lossigheyts in sijne Teyckeningh sal konnen brengen, die het verstandt vanden Teyckenaer, aenden Kundigen beschouwer genoegsaem sal te kennen geven.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] {Small things can sometimes be made without contour, and still appear contoured.} One can also point out many things, especially in small and in small parts, without lines against the light parts, which will still appear as perfect as if they were contoured; of which we cannot name all examples; We will just give one example for all of them [ndr: reference to illustration], the Mind of a Spirited Draughtsman should form the rest after the circumstances, according to that which his Subject can take; by which observation one can bring a lot of pleasantry and looseness in his Drawing, which will nicely show the mind of the Draughtsman to the competent spectator.

The phrasing of this sentence is somewhat different in the German translation, which means that Verstand is only an approximate translation for Geest. [MO]

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

Soo kan men oock uyt het gene alreede geseyt is, sich versekeren, hoedanigh de leersame onderwijsingen, de natueren moeten te bate komen, om daer door, met alles wat tot een volkomen Konstenaer vereyst wert, de Natuerlijcke toe-genegentheydt te voltoyen; […] Insghelijcks moeten oock de Jonghelinghen ( van welckmen sich yets goets beloven mag) van een seer neerstigen ende arbeytsamen Geest zijn, opmerckende ende sinspeligh van gedachten, vol van fraye inbeeldingen ende fantasien.
Sy moeten arbeytsaem ende neerstigh wesen, om dieswille dat soodanige Konst noch om Gout noch Silver kan verkregen werden, maer alleen door een wercksame oeffeninge; voor welcke d’Oude plegen te seggen dat de Goden alle dingh verkoopen. Opmercksaemheyt van gedachten moetense hebben, om door ghewoonte van die daghelijcks te oeffenen, sterck van inbeeldinge te werden; ten eynde sy die allengskens tot het uytvoeren van haere hooghverhevene fantasien souden leeren in ’t werck stellen. {Watmen doen moet om sijn ghesteltheyt te verbeteren.} Hierom wil
L. Davincy, dat een Jongh Schilder gheen dingen en mach versuymen, soo in het beschouwen der natuerlijcke voorwerpselen, ende bysondere voorvallen, als in het ondersoecken en overleggen van fraye Historyen, Poëtische verdichtselen, ende outheden, als anders; daer uyt hy niet yets en soude vinden, dat tot sijne study dienstig mogte zijn, om daer aen te gedencken: Gemerckt de inbeeldingen ende fantasien in ons gestelt zijn, als een Register, ofte aenwijser van ’t geen wy oyt met onse oogen gesien, ende met ons verstant begrepen hebben.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] As such one can also ascertain oneself from that which has already been said, to which degree the instructive teachings have to profit nature, in order to complete the natural inclination with everything that is demanded from a perfect Artist; […] likewise the young men (of whom one may expect something good) have to be of a very diligent and laborious Mind, observing and clever of thoughts, full of pleasing imaginations and fantasies. They have to be laborious and diligent, while such an Art cannot be acquired with Gold or Silver, but only through a continuous practice; for which the Old tend to say that the Gods sell everything. The need to have percipience of thoughts, to become strong of imagination through the habit of practicing it daily; so that they will gradually learn to put it to use for the execution of their excellent fantasies. {What one should do to improve one’s condition.} Because of this Leonardo da Vinci demands that a Young Painter does not neglect anything, both in the observation of natural objects and specific events, as in the investigation and consideration of nice Histories, Poetic poetry and antiquity, and other things; from which he may find something, that could be useful for his study, to think of: As the imaginations and fantasies are placed within us, like a register, or indicator of that which we have one day seen with our eyes and understood with our mind.

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

De Teyckeningen, Schetsen, ende Printen, moetmen in ’t sien met het verstant ende niet met handt ende ooge gebruycken om daer stucken ende brocken uyt te stelen, {Recht gebruyck der Print-Konst.} veel min om die geheel na te apen (al-hoe-wel dat oock zijn nuttigheyt heeft wanneer ’t wel wort aengeleyt, gelijckw’in onse Teycken-Konst leeren,) ende blijven alsoo geduerlijck door den Bril van een ander kijcken. Maer neen, men moet alleen de deughden, als fraye maniere van ordineeringhe, Teyckeningh, geestige gedachten ende verstandighe opmerckingen, door het besien, hersien, bedencken, overleggen ende herkauwen, trachten in sijn gemoet te drucken, ende daer in, met dickwils eraen te dencken, bewaren; invoegen sy door het toedoen van uwen Geest, niet meer eenes anderen, maer in U eygen vindingen verandert worden: Ten eynde sy oock in het ordineeren, t’samenstellen, ende vercieringen van uwe inventien als wijse Raets-mannen souden konnen dienen. Ende op dese maniere salmen vol van gedachten, vlugge van ordinnantie, rijp ende overvloedigh van Schilderachtige stoffe werden:

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] In observing the Drawings, Sketches and Prints, they should be used with the mind and not with the hand or eye to steal bits and pieces from it, even less to ape it entirely (although this also has its use when it applied well, as we teach in our Teycken-Konst,) {The right use of the Art of Print.} and they will continue to look through the Glasses of someone else. But no, one should aim to only impress the virtues, such as the lovely manner of composition, Drawing, clever thoughts and wise observations in his mind by looking, looking again, reasoning, deliberating and ruminating, and all this by repeatedly thinking about it, preserving; as such they will be turned into your own discoveries by the functioning of your Mind, and not those of someone else: So that they may serve as wise Councilors in the composing, ordering and decorating of your inventions. And this way one will become full of thoughts, quick of composition, mature and abundant of Painterly matter:

Conceptual field(s)

CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination
L’ARTISTE → qualités

Quotation

Aengaende nu de meeste nuttigheyt diemen uyt het navolgen ende bestudeeren van oude ende geleerde stucken moet halen, is, datmen de Konst ende kracht van soodanige Schildery, aen sijne eygen Wercken leert toepassen, en daer in als sijn eygen Werck vertoont, dat is datmen de Deught van een beroemt Meesters Wercken, ontrent ende in een Nieuwe Inventy geleerdelijck oeffent. Hierom is ‘et datmen de Konst-stucken met geen losse, of loopende ooge mach besichten; {Gebruyck uyt het gene men in ’t Copieeren geleert heeft.} maer deselve wel nadencken, ende die bedenckingen andermael hervatten, de stucken in de handt nemen, en bespeculeeren die wel naeuwe door en door, op datmen alsoo na een veelvoudighe op-merckingh, de ware Deught der Konste ende geest door welke soodanigen Meester is geleyt geworden, verstaende, die ons selfs eygen kome te maken. Doet ‘er by dat daerom eenen Jongelingh ontrent de Konst van soodanigen navolgingh, sich moeste versien, met de hulpe ende onderwijsinge van een getrouw Leer-Meester, op dat hy ontrent het gheseyde, sijne onervaerne sinnen ende handen geleerdelijck bestieren mochte.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Regarding the best use that one has to obtain from the imitation and study of old and learned pieces, one should learn to apply the Art and power of such a Painting to his own works, and show it as his own work, i.e. that one intelligently practices the Virtue of the Works of a famous Master regarding and in a New Invention. This is why one should never look at the Art works with a loose or moving eye; {Use from that which one has learned by Copying.} but think well about it and take up these considerations once again, taking the pieces in one’s hands and considering them closely through and through, so that one may appropriate after a multiple observation, understanding the true Virtue of Art and the spirit by which such a Master was driven. Add to this that this is why, regarding the Art of such imitation, a young man must ascertain himself, the assistance and education by a loyal Teacher, so that regarding that which has been said, he may guide his inexperienced senses and hands intelligently.

Conceptual field(s)

CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

Welke Oeffening den Schilder niet alleen een getrouwe hulp-Suster sal ’t zijn in ’t volgen van het natuurlijk Leven, maar sy sal hem voor een ervare Meesteres konnen dienen, wanneer hy ’t Leven moet derven; om door de beseffing van een ware ingebeelde Schoonheyd sijn geest soodanig te onderwijsen, en sijn hand soo verstandig te bestuuren, dat hy de voorgestelde Schoonheyd uyt de volle Bron-ader van sijn gemoet, als met volle stroomen op den Schilder-doek sal konnen uytgieten. Waarlijk d’uitdrukking van de Schoonheyd kan door de sterke Inbeeldingskracht merkelijk verbeterd werden. Van den grooten Phydias werd verhaald, dat als hy het Beeld van Jupiter en Minerva maakte, dat hy sijn oogen op niemand sloeg daar hy die gelijkenis uyt ontleende, maar dat hy sijn gemoed het Voor-beeld van een seer uytgelesen Schoonheyd kragtelijck voor stelde, op ’t welk hy de oogen van sijn verstand, soo stantvastelijk gevesigt hield, dat hy sijn hand en sijn Konst, sonder eenige afwisseling, na de gelijkenis des selven Voor-beelds bestuurd heeft. De Oude hebben seer wel gesien, dat de Schoonheyd selden volkomen te bekomen was, doch dat en schrikten haar niet af; {De uyterste Schoonheyd vint men selden of noyt in een mensch volkomen.} maar sy wierden des te meer aangeset om door alle betamelijke middelen, en voornamelijck door de Verbeeldens-kragt, haar selven die kragtelijck in te boesemen. Den geleerden Junius heeft menige puyk-staaltjes hier van opgehaalt, die niet en behoorden onbekent te zijn. […]

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] This Practice will not only be a loyal assistant to the Painter in the imitation of the natural Life, by she will serve him as an experienced Mistress, when Life is lacking him; by instructing his mind so much through the sense of a true imagined Beauty and by guiding his hand so wisely, that he will be able to pour the imagined Beauty from the source of his mind in full streams on the Canvas. Truly, the expression of Beauty can be significantly increased by the strong Power of Imagination. It is said of the great Phydias, that when he made the Statue of Jupiter and Minerva, he did not cast his eye on anyone from whom he borrowed their likeness, but that he imagined the Example of the very exquisite Beauty powerfully in his mind, on which he held his mind’s eye so steadily focused, that he has guided his hand and his Art, without any distraction, after the likeness of this Example. The Old have noticed very well, that beauty is seldom to be obtained perfect, but this did not chase them away; {The utmost Beauty is seldom or never to be found in one entire person.} rather they were even more stimulated to procure her by all means necessary, and especially through the power of imagination. The learned Junius has evoked many excellent examples of this, which should not be unknown. […]

PHIDIAS, Jupiter en Minerva, antique sculpture (dans GOEREE 1682, p. 35-36)

Anciens (les)
JUNIUS, Franciscus
PHIDIAS

gemoed · verstand

Conceptual field(s)

CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

Wanneer nu een vast Teykenaar de schets deser Tronie-Geslagten eenmaal op sekere wijse sijn geheugenis heeft ingedrukt; {Hoemen sig moet bereyden om Tronien of Konterfeytsels by inbeelding te maken, dat is, uyt de Geest na ’t leven te Schilderen.} En hy vind gelegentheyd om ymand dien hy maar eens gesien heeft, te verbeelden, dat is te Konterfeyten, soo moet hy door een kragtige Inbeelding, alles dat hem van den begeerderden Mensch sijn Swemingh en opsigt, in sijn Gedagten speeld, wel Erinneren, en Levendig te voren brengen; En dat tot aan het Sweemsel van d’een of d’ander Tronie, of Model over brengen; En socken in welke soort of Model, d’algemeene Schets meest met sijn Gedagten over een stemd, en merkelijk gestijfd en geholpen, of tot de gelijkenis van sijn denk-Beeld gebragt werd. Dan moetmen tot de bysondere trek des Voor-Hoofds, Neus en Mond, en Kin overslag maken, en letten in wat Trap van Sweming sijn beschoude Voor-beelden met die van de ingebeelde Sweming de meeste gelijkenis hebben. In welk doen met sekerlijk sal ontwaar werden, datmen de middel in de Hand heeft, om dat volgens een sekeren Regel te doen. Van den Italiaanschen Schilder D. Girlandaio werd aangetekend, dat hy de Tronie-kunde soo vast had, dat hy in ’t Konterfeyten, by Inbeelding noyt en miste een kenbare gelijkenis aan te treffen. In welk doen ook eene Francisco Mossoli hem een Konst-genood verstrekte. Andere Geesten hebben sulx op ’t berigt van andere konnen doen: Sulx datse Konterfeytsels en Tafereelen maakten, van Luyden die al een wijle gestorven waren; en diese noyt met Oogen aanschouwd hadden.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Now when a steady Draughtsman has planted the illustration of these Facial Categories in some way in his memory; (How one should prepare oneself to paint Faces or Portraits after his imagination, that is, from the Mind after Life.} And he will find the opportunity to depict, that is to portray, someone who he has only seen once, as such he has to remember and reproduce in a lively manner, all that comes to his mind about the Expression and Features of the proposed Man, by means of a powerful Imagination; And deliver this to the Expression of some or other Face, or Model; And determine which type or Model of the general illustration coincides best with his Thought, rather stylized and forced, or with the likeness of his mental Image. Then one has to move to the specific feature of the forehead, Nose or Mouth and Chin, and pay attention to which degree of expression the Examples that he has seen have a resemblance with that of the imagined Expression. By doing this one will certainly become aware, that one possesses a means to do this according to a certain Rule. It is written about the Italian Painter Domenico Ghirlandaio that he had mastered the Physiognomy so well, that through Imagination he never missed to notice a clear resemblance, while making a Portrait. In which a certain Francesco Mazzoli [ndr: Parmigianino] also was a fellow craftsman. Other Minds have been able to do it based on the description of others: Such that they made Portraits and Scenes of People who had long been deceased; and whom they had never seen with their own Eyes.

technical note: There is a mistake in the pdf, these are pages 230 and 223 of the pdf. [MO]

geheugenis

Conceptual field(s)

CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

En op dat een Schilder-Geest in dit voorname Deel der Menschekunde sich op een bequame en voordeelige wijse sou konnen oeffenen, sal het hem voordeelig zijn, hem een wijle tijd besig te houden in het nateykenen van Anatomie-Beelden, het sy na Pleyster na geboetseerde dingen of na Printverbeeldingen by dese en geene alreede uytgegeven. In welke doen hy de selve met groote opmerking moet beschouwen; en zijn gedagten indrukken. [...] Want die sonder dese voorbereyding tot het Leven, entot het Teykenen van Akademie-Beelden gaat; die is sekerlijk al ziende Blind, en is genoodsaakt by de gist, en by den rast te werken. Wy hebben dan versorgd dat onse Vertoogschetsen der Anatomie-Mannen soodanig afgerigt zijn, datse aangaande de gelegentheyd der Muskelen, den Oeffenaar niet ligt en sullen Verlegen laten; wy voegender by dat soo haast alsmen eenig ligt en grondige Kennis van de selve begind te krijgen, datmen sonder de geseyde oeffening eenigsints de sak te geven, aanstonts sal tot het leven gaan, en sien dat gene dat men in de Anatomie-Beelden geleerd heeft aan de selve over te brengen. En dan sult gy ligt ontwaar werden hoe noodig niet alleen de Voorkennis der Anatomie is, maar ook weten en gevoelen waarom gy uwen tijd om die te leeren verstaan daar in versleten hebt.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] And in order for a Painter’s Mind to practice himself in this important part of the Anatomy in a competent and profitable manner, it will be profitable to him, to occupy himself for a while with drawing after Anatomical Figures, either after Plaster casts, after sculpted things or after print illustrations published by one or another. While doing this, he should observe it with great observation; and imprint it in his thoughts. […]Because someone who moves onto Life, and onto the Drawing of Academy Figures without this preparation; there is certainly none so blind as he who won’t see, and he would be forced to work by guessing and luck. We have then made sure that our illustrations are made such that they will not easily leave a Practitioner in want regarding the subject of the Muscles; we might add that as soon as one starts to acquire some idea and profound Knowledge of it, that one might – without neglecting the aforementioned practice at all – will soon move onto life and manage to convey to it that which one has seen in the Anatomy Figures. And then you will soon understand how necessary not only the Knowledge of Anatomy, but also know and feel why you have spent your time learning to comprehend it.

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités

Quotation

Den Geest besit hier de Vryheydt, soo wel als inde algemeene Schilder-Konst op Tafereelen, want daer in verkiest yeder Meester soodanighen Study als met sijne genegentheydt alderbest accordeert, ghemerckt het niet wel alle Universeele en in elck dingh, even groote Meesters konnen zijn.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] The Mind has the Freedom here, like in the general Art of Painting on Panel, because every Master choses such a Study that coincides with his inclination, as it is not easy to all be Universal and be equally great Masters in all things.

The introduction to the English translation does not follow the text of the original. [MO]

Conceptual field(s)

CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

Van den Marber-steen kan seer weynigh geschreven worden, om dat dese meest uyt den Geest des Oeffenaers moet komen. Maer om er evenwel yets van te seggen, soo kanmen aenmercken, datmen na het aenleggen vanden grondt der Marmer-steen, hy sy dan Wit, Root of Swart, of anders van Coleur, eenige twijffelachtige en dommilige vlacken van Verwen, hier en daer moet aenschommelen

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] We can say very little about the Marble Stone, as it should mostly originate from the Mind of the Practitioner. But to nonetheless say something, one could remark, that for building up the ground of the Marble Stone, whether White, Red or Black or of another Colour, some vague and fuzzy fields of colour, should be scumbled here and there

I have chosen to translate the term ‘aanschommelen’ as scumble, because this is the translation that is used in the English translation (1738) of De Lairesse’s Groot Schilderboek. [MO]

Conceptual field(s)

CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

(…) staet alleen vande Conijnen te Noteeren, datter meer verscheyden van coleuren gevonden worden, als vande Hasen; Namentlijck witte, swarte, vaele, rosse, doch meest graeuwe; ontrent welcke in ’t Coloreeren niet anders als het toepassen en verkiesen vande Verwen waer te nemen is, gelijck deselve in andere Dieren die alreede beschreven zijn, gevonden werden: want die dus verre zijn ghekomen, sullen de overighe na het leven en aenleydingh van hunnen Geest, weten na te volghen.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] [...] about the Rabbits we only have to remark, that more different colours can be found, than with the Hares; Namely white, black, pale, reddish, yet most grayish; regarding which nothing else but applying and choosing the colours is to be observed for the Colouring, like it can be found in other Animals that have already been described: because those who have come this far, will be able to imitate the other [ndr: animals] after the life and the occasion of their Mind.

The phrasing is more succinct in the English translation. [MO]

Conceptual field(s)

CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

Volght dan hier uyt, dat de tafereelen die de lieffelicke soetigheyd van allerley gheschilderde wercken overtreffen; tafereelen, die ’s menschen begrijp en Konst te boven gaen; tafereelen , die gheseyt worden door een onuytsprekelicke, onnaedoenelicke, boven naturelicke, goddelicke Konst-grepe suyverlick ghedaen te sijn, yet in sich moet hebben ’t welck uyt d’arbeydsaeme moeyelickheyd der Konst-regulen niet en kan ghehaelt worden; maer dat hy de vrye gheesten der kloeck-moedigher Konstenaeren aenghemerckt hebbende hoe sich de nature in sulcken grooten verscheydenheyd der dinghen al spelende plaght te verlusten, even het selvighe in ’t naevolghen der nature betrachten.

[Suggested translation, Marije Osnabrugge:] From this it follows, that the paintings that surpass the lovely sweetness of all sorts of painted works, that far surpass human understanding and Art; paintings that are said to be purely produced by an unmentionable, inimitable, supernatural, divine Artistic Act, have to contain something in them, which cannot be obtained from the diligent difficulty of the Art-rules; but that, having observed the free spirit of the brave Artists how nature tends to playfully adorn in such a wide variety of things, attemps to obtain the same in the imitation of nature.

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

Tien jaar om het verstand te rypen, en den geest op te wekken, is twee en twintig. Tien jaar om het leeven te onderzoeken en t’ordineeren, is twee en dertig; dan noch tien om uit te munten in ’t algemeen, zo in Theorie als Practyk, maakt zaamen twee en veertig, die nu vyftig, en meer bereiken kan, zyn de jaaren om een doorlugtigen naam, eer en geld te verkrygen. Zo is ’t dat ik de koers gereekent, of liever verdeeld heb, van een braaf Schilder, of Konstenaars leeven. Doch den Heemel beschikt het naar zyn welgevallen, helpt den eenen wat vroeg, en den anderen wat laater, absque ingenio, labor inutilis, dat is, zonder bequaamheid is ’t vergeefs gearbeid. Dierhalven zo leert ons de ervarentheid, dat de alderbeste middelen om in de Teekenkonst te vorderen is, wanneer men jong zynde, een bequaame geest, goed onderwys, en een volstandige naarstigheid heeft: waar van de laatste, de moeielykste dingen, gemakkelijk doet worden.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] Ten years to ripen the mind and incite the spirit, makes twenty-two. Ten years to investigate the life and to compose, makes thirty-two; then another ten to excel in general, both in Theory and Practice, makes forty-two, he who can reach fifty, which are the years to obtain an illustrious name, honour and money. This is how I count, or rather divide, the course of the life of a good Painter or Artist. Yet the Heaven determines it to its own desire, helps one [ndr: artist] a bit early, the other somewhat later, absque ingenio, labor inutilis, that is: without aptitude labour is in vain. Therefore the experience teaches us, that the best means to advance in the Art of Drawing is to have an adequate spirit, good instruction and enduring diligence: the latter makes the hardest things easy.

term translated by GEIST
term translated by GÉNIE

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
L’ARTISTE → apprentissage

Quotation

T: […] Maar zeg eens wat is Konst, en waar in bestaat uw oeffening?
S: Alles dat my voor komt te Schilderen, wat vraagen is dat?
T: Uyt de Geest ook?
S: Wat uyt de geest, wisje wasje, neen het Leeven, de Naarbootsinge der algemeene Natuur is myn Studie.
T: Hebt gy wel naar Playster leeren Teekenen?
S: Drie jaar heb ik geteekend, maar ‘k weet van geen playster, heb ook by myn patroon niets daar van gezien, maar na fraaje printen van Blommert, Berchem, Breugel, Rubens, en andere braave Konstenaars.
T: Naar Raphael, Karats, en Pousyn ook?
S: ‘k Geloof van ja, ik heb’er zoo naauw niet opgelet. Maar wel na Teekeningen van myn Meester.
T: Hebt gy meede op ’t Kollegie naar het Naakt Model geteekent?
S: Neen.
T: Wat meent gy dan met het Leeven te Schilderen?
S: Na Leevendige menschen, Man, Vrou, Kind, Schaapen, Ossen, Koeyen, Stoelen, Kassen; ja alles dat te pas komt.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] T [ndr: draughtsmen]: […] But tell me, what is Art, and of what consists your practice? S [ndr: painter]: Everything that I want to paint, what kind of question is this? T: Also from the Mind? S: From the mind, what a nonsense [ndr: with the expression ‘wisje wasje’, De Lairesse brushes painting from the mind aside], no the life, the imitation of the general nature is my study. T: But have you learned to draw after plaster? S: Three years I have drawn, but I know of no plaster, nor have I seen any of it with my patron, but after beautiful prints by Bloemaert, Berchem, Breugel, Rubens and other good artists. T: After Raphael, Carracci and Poussin as well? S: I guess so, yes, I have not considered it much. But definitely after the drawings of my master. T: Have you also drawn during the classes after the nude model? S: No. T: Then what do you mean with painting with the life? S: After living people, man, woman, child, sheep, oxes, cows, chairs, cupboards; yes everything that might come of use.

leven · natuur

term translated by KOPF

Conceptual field(s)

CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

T: [...] Maar hoor, als gy de Proportie beelden eens vast in u memorie hebt, zo zult gy allengskens gewent worden, om de passer niet meer met de hand; maar met het oog te gebruiken.
S: Nu begrijp ik watmen te verstaan wil geeven, alsmen zegt, dat de Beeldhouwer de passer in de hand, en de Schilder dezelve in ’t oog moet hebben. Waarlyk ik bevind het nu ook zo, want dat rond en verheeven is, al is het nog zo krom of geboogen, zo kunnen zy ’t met de passer afmeeten; het geen met een geschilderd beeld onmoogelyk gedaan kan worden. Zo dat ik hier uit bemerk, dat het meerder Konst moet weezen te werken met de Geest dan met de handen. Och had myn Meester my al dees dingen gezegt, zo had ik ’t nu al lang geweeten.
T: Hy heeft u moogelyk noch zo ver niet geoordeeld om die zaaken t’openbaaren, of gy hebt door achteloosheid, geen opmerkinge genoeg genoomen, en dan leidmen gemeenlyk, de schuld op de meester. Een Leerling die gaau van begrip, werkzaam, en oplettende in zyn doen is, geeft groote hoop om een braaf meester te worden, te meer als hy in zyn jonkheid door een goede onderwyzinge, ondersteund geworden is. Maar zo hy geen voorzichtigheid, noch goede Memorie heeft; zo koomen hem die drie hoedaanigheeden niet te staade. Want de Voorzichtigheid is het oog der ziel, de Bloem eener Plant, en het spits eener schicht. Maar goede Onthoudinge is het voornaamste.

[suggested translation, Marije Osnabrugge:] T [ndr: draughtsman]: But listen, as soon as you have the proportion [ndr: of] figures fixed in your memory, you will gradually become accustomed to no longer use the compass with the hand but with the eye. S [ndr: painter]: No I understand what they want to say, when they say that the sculptor has to have the compass in the hand and the painter in the eye. I am truly agreeing, because that which is round or elevated, no matter how crooked or bent it is, they are able to measure it with the compass; which cannot be done with a painted figure. So I conclude from this, that it is more artful to work with the mind than with the hands. Oh, if only my master had said these things, I would have known them a long time ago. T: Possibly, he did not deem you advanced enough to reveal those things, or you have not noticed it because of carelessness, and then the master is generally blamed. A pupil who is quick-witted, diligent and attentive in his ways, gives great hope to become a good master, more so if he has been supported by good instruction since his childhood. But if he does not possess carefulness, nor a good memory; then those three characteristics will not be apparent. Because the Carefulness is the eye of the soul, the flower of a plant and the point of a beam. But a good Memory is the most important.

term translated by /

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

[…] der Konst, want deze is een Theorie of kennisse der Geest, en het andere [NDR : handeling] een Praktyk of uitvoering door de hand, hier in bestaande: dat het is een handgreep of lyding des penseels met verwen, door de hand, op een zekere en ordentelyke wyze bestierd, waar door men een ding zonder morssen, wis en vaardig kan maaken en vertoonen.

[D'après DE LAIRESSE, 1787, p. 53:] […] car l’art est une théorie ou une production de l’esprit ; tandis que la manière ne consiste que dans une pratique ou exécution manuelle, laquelle dépend d’une certaine dexterité à bien conduire le pinceau & à disposer les couleurs d’une façon convenable ; de sorte qu’on puisse exécuter ce travail avec facilité & sûreté, sans barbouiller la toile.

term translated by MIND
term translated by VERSTAND

Conceptual field(s)

CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination
L’ARTISTE → qualités

Quotation

IK vind geen ding onvoordeeliger en onvermaakelyker voor een Schilder, als zich altoos aan eene manier van verbeelding te houden. De natuur zelve moet hen van hunne eenzinnigheid overtuigen; en niet alleen deze, maar ook de volgende regelen. Eerstelyk, de verschillende plaatsen, in welke de Schilderyen gesteld worden: want daar is niemand, die my wederspreeken zal in het stellen, dat ieder Stuk op alle plaats past. Wanneer ik zo weinig verandering in de trant eens Meesters bespeur, oordeel ik, dat het de regte Meester niet is: want die zulks is, laat de rykdom van zynen geest blyken. Ten anderen, moet hy zich in zyne Ordinantie na de zinnelykheid des Eigenaars voegen, zo verre als de reden het toelaat; en zyne volstrekte en eenzinnige wil niet tegens de grondregelen der konst en welstand aanloopen.

[D'après DE LAIRESSE 1787, vol. 2, p.26:] Rien ne me paroît plus désavantageux & plus désagréable pour un peintre, que de se vouer à une seule manière de représenter les objets. La nature elle-même & les réflexions que je vais exposer, seront connoître suffissamment l’erreur de ce principe. En premier lieu, relativement aux differens endroits où l’on veut placer les tableaux ; car je ne pense pas qu’on veuille soutenir qu’un ouvrage de peinture puisse être mis indifféremment par-tout. Et lorsqu’on voit un peintre qui ne varie, pour ainsi dire, jamais ses compositions, on a tout lieu de croire que ce n’est pas un grand maître, & qu’il est peu riche en idées [ndr : de l’esprit]. Secondement, parce qu’il règle ses compositions suivant la volonté des amateurs [ndr : propriétaires] qui demandent ses ouvrages, pour autant que la raison & les règles de l’art peuvent le permettre.

term translated by THOUGHT
term translated by VERSTAND

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

Myn gevoelen is, dat dit voorige meest uit de eigenzinnigheid van den Konstenaar voortkomt; en dat 'er niets meer in een Wedergaa word vereischt, als een evengelyk oogpunt en gelykvormigheid der beelden, wanneer ze op een gelyke hoogte hangen moeten: maar die het overige daar by wil gevoegd hebben, zoekt het vyfde rad aan een wagen. Want waarom zoude ik myn vermaak niet mogen hebben, na myne lust in het beschouwen van een naare wildernis te hebben geboet, zulks ook te doen in het zien van een aangenaame vlakte, of in het verschil van een Landschap met bosch in tegenstelling van een zoete rivierkant en een vermaakelyke doorzicht? My dunkt, de naam [ndr : Weêrgaâs] zelf wyst het genoegsaam aan, te weeten dat het twee Stukken zyn van een gelyke hoogte en breette, gelykvormig van lyst, hun licht ontfangende uit eene zelve zyde der plaats daar zy hangen, het zy over of naast malkander, meest even zwaar of vol werk, gelyke grootte der beelden, verminderende allengs na het oogpunt. En belangende de gedachten, of het concept, hoe verschillender hoe beter en aangenaamer; op dat men den ryken en vloeijenden geest des Meesters daar in gewaar moge werden.

[D'après DE LAIRESSE 1787, vol.2, p.29:] Il me semble que ces raports dépendent entièrement de la volonté de l’artiste, & que les seules choses qu’il faille absolument observer dans deux tableaux destinés à servir de pendans, se reduisent à un point de vue égal & à une parfaite uniformité entre les figures, lorsqu’on veut les pendre à une même hauteur : le reste est tout-à-fait arbitraire & même inutile. Car pourquoi ne seroit-il pas permis, après avoir satisfait sa curiosité à regarder un désert affreux, de récréer sa vue à voir une campagne fertile & agréable, ou de contenter son goût, en passant successivement d’un paysage ombragé, à un site ouvert, ou à une vue du Rhin ou de quelque marine. Il me semble que le mot Pendans donne assez à entendre que ce sont deux tableaux d’une même grandeur, avec une bordure semblable, qui recoivent le jour du même côté, soit qu’ils pendent l’un vis-à-vis ou l’un à côté de l’autre, à peu près également remplis d’objets, avec des figures de même grandeur, qui diminuent en égale proportion, en fuyant vers le point de vue. Quant à la composition, plus elle diffère dans les deux tableaux, plus il en résulte de beauté & d’agrément, parce que cela nous prouve la richesse d’idées du maître.

term translated by FANCY
term translated by GEIST

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
CONCEPTS ESTHETIQUES → génie, esprit, imagination

Quotation

Want voorwaer de Schilderkonst is geen handgreep om octroy of een gunstbrief van te verkrijgen, noch geen wetenschap, diemen elkander licht kan by zetten; maer zy vereyscht een bequamen geest, een vlijtige betrachting, en een geduerigen arbeit.

[BLANC J, 2006, p. 79] Il est vrai en effet que l’art de peinture n’est pas une compétence que l’on peut simplement obtenir par un octroi ou une lettre de recommandation. Cet art n’est pas davantage une science aisée à partager avec autrui. L’art de peinture, au contraire, exige un esprit habile, de diligentes [ndr: observations] et un travail continuel.

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
PEINTURE, TABLEAU, IMAGE → définition de la peinture

Quotation

Nochtans noemtmen het aengezicht een spiegel des geests, en zijne grootheit moetmen in de weezentlijkheit kennen. En aldus moet een vernuftich Schilder, wanneer hy eenige Historie voorheeft, met een Poëtische uitvinding, de geest des persoons, dien hy wil verbeelden, in het wezen brengen, en hem iets geeven, daer hy aen te kennen zy: Als ontzachlijkheit aen Agamemnon, listicheit aen Ulisses, onvertzaegtheit aen Ajax, koenheit aen Diomedes, en toornicheit aen Achilles.

[BLANC J, 2006, p. 126-127] On dit bien, pourtant, que le visage est le miroir de l'esprit, et qu'il faut reconnaître la grandeur de celui-ci à l'apparence de celui-là. C'est ainsi d'ailleurs qu'un peintre ingénieux doit, quant il a l'intention de représenter quelque histoire, faire apparaître, grâce à son invention poétique, l'esprit du personnage qu'il souhaite figurer et lui donner quelque chose par quoi il puisse être reconnu: du respect pour Agamemnon, par exemple, de la ruse pour Ulysse, de l'intrépidité pour Ajax, de la hardiesse pour Diomède ou du courroux pour Achille.

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
GENRES PICTURAUX → portrait

Quotation

Deze kunst van ordineeren zullen wy met Duitsche woorden noemen, een wisse treffing der medevoeglijkheyt, overeendracht, en maetschiklijkheyt; zonder welke alles verwart en vol strijt is. Hoe noodich het nu is, dat de geest tot dezen Regel der vindingen in 't werk te stellen bequaem zy, is licht te begrijpen.

Conceptual field(s)

CONCEPTION DE LA PEINTURE → composition

Quotation

37 Al soudemen soecken op veel manieren,
nae t’leven, oft handelingh aenghename,
Ghestadelijck op grondighe papieren,
Met sap al wasschende bladers te swieren,
Hopend’ ofmer al metter tijdt toe quame :
Doch, ten schijnt niet alst bemuysde lichame
Leersaem Const : want bladen, hayr, locht, en laken,
Dat is al gheest, en den gheest leert het maken. {Bladen, hayr, locht, en laken, quaet te leeren, wesende een gheestich dinghen.}

[D'après NOLDUS 2008, p. 134-135:] 37 Même s’il faut chercher, de maintes manières, - d’après la vie ou d’après des modèles agréables -, à jeter – au lavis – des feuillages sur des papiers teintés, en espérant s’accomplir avec le temps, cela ne paraît pas être, au contraire des corps musclés, un Art qu’on peut apprendre. Car feuilles, cheveux, ciels et drapés relèvent de l’esprit, et seul l’esprit peut nous y guider. {Les feuilles, cheveux et drapés sont difficiles à apprendre parce que ce sont des choses de l’esprit.}

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités