ARNOBIUS ( 240? ap. J.-C.-304? ap. J.-C. )


Écrivain d'origine berbère

Quotation

Even alsser niets en is dat te gelijck sijn begin en sijn volmaecktheyt t’effens en bekomt, soo zijn oock de Konsten (seyt Arnobius) niet te samen met ons gemoet uyt den Hemel gevallen, maer sy zijn hier op Aerden uyt-gevonden, {De Konsten zijn in haer eerste vinding onvolmaeckt.} en indien voort-ganck des tijts by weynigh en weynigh op-gemaeckt: Even so rauw en onvolmaeckt is oock de Schilder-Konst in haer eerste beginselen geweest; Ja soodanigh, dat de outste Schilders (volgens ’t geene Franciscus Junius uyt Aelianus aenwijst) {Naecktheyt der Schilder-Konst in de beginne.} genootsaeckt waren, by elcke af-beeldinge, de benaminghe met Letteren daerby te schrijven, op datmen mogte bekennen welck een Os, Egel, Paert, of Boom was.

Quotation

Even alsser niets en is dat te gelijck sijn begin en sijn volmaecktheyt t’effens en bekomt, soo zijn oock de Konsten (seyt Arnobius) niet te samen met ons gemoet uyt den Hemel gevallen, maer sy zijn hier op Aerden uyt-gevonden, {De Konsten zijn in haer eerste vinding onvolmaeckt.} en indien voort-ganck des tijts by weynigh en weynigh op-gemaeckt: Even so rauw en onvolmaeckt is oock de Schilder-Konst in haer eerste beginselen geweest; Ja soodanigh, dat de outste Schilders (volgens ’t geene Franciscus Junius uyt Aelianus aenwijst) {Naecktheyt der Schilder-Konst in de beginne.} genootsaeckt waren, by elcke af-beeldinge, de benaminghe met Letteren daerby te schrijven, op datmen mogte bekennen welck een Os, Egel, Paert, of Boom was.

Quotation

Even alsser niets en is dat te gelijck sijn begin en sijn volmaecktheyt t’effens en bekomt, soo zijn oock de Konsten (seyt Arnobius) niet te samen met ons gemoet uyt den Hemel gevallen, maer sy zijn hier op Aerden uyt-gevonden, {De Konsten zijn in haer eerste vinding onvolmaeckt.} en indien voort-ganck des tijts by weynigh en weynigh op-gemaeckt: Even so rauw en onvolmaeckt is oock de Schilder-Konst in haer eerste beginselen geweest; Ja soodanigh, dat de outste Schilders (volgens ’t geene Franciscus Junius uyt Aelianus aenwijst) {Naecktheyt der Schilder-Konst in de beginne.} genootsaeckt waren, by elcke af-beeldinge, de benaminghe met Letteren daerby te schrijven, op datmen mogte bekennen welck een Os, Egel, Paert, of Boom was.

Quotation

Even alsser niets en is dat te gelijck sijn begin en sijn volmaecktheyt t’effens en bekomt, soo zijn oock de Konsten (seyt Arnobius) niet te samen met ons gemoet uyt den Hemel gevallen, maer sy zijn hier op Aerden uyt-gevonden, {De Konsten zijn in haer eerste vinding onvolmaeckt.} en indien voort-ganck des tijts by weynigh en weynigh op-gemaeckt: Even so rauw en onvolmaeckt is oock de Schilder-Konst in haer eerste beginselen geweest; Ja soodanigh, dat de outste Schilders (volgens ’t geene Franciscus Junius uyt Aelianus aenwijst) {Naecktheyt der Schilder-Konst in de beginne.} genootsaeckt waren, by elcke af-beeldinge, de benaminghe met Letteren daerby te schrijven, op datmen mogte bekennen welck een Os, Egel, Paert, of Boom was.

Quotation

Even alsser niets en is dat te gelijck sijn begin en sijn volmaecktheyt t’effens en bekomt, soo zijn oock de Konsten (seyt Arnobius) niet te samen met ons gemoet uyt den Hemel gevallen, maer sy zijn hier op Aerden uyt-gevonden, {De Konsten zijn in haer eerste vinding onvolmaeckt.} en indien voort-ganck des tijts by weynigh en weynigh op-gemaeckt: Even so rauw en onvolmaeckt is oock de Schilder-Konst in haer eerste beginselen geweest; Ja soodanigh, dat de outste Schilders (volgens ’t geene Franciscus Junius uyt Aelianus aenwijst) {Naecktheyt der Schilder-Konst in de beginne.} genootsaeckt waren, by elcke af-beeldinge, de benaminghe met Letteren daerby te schrijven, op datmen mogte bekennen welck een Os, Egel, Paert, of Boom was.